Si Versailles m'était conté

Mijn liefste had me gevraagd om twee dagen in mijn agenda te blokkeren voor een verrassingsuitje zonder de kinderen. Waar we naartoe zouden gaan bleef een goed bewaard geheim, maar het was wel een fijne verrassing! Hij had een dinner cruise op de Seine geboekt, superromantisch, met een prachtig zicht op de pracht van de stad en een overnachting aan boord van één van de kajuiten van het schip. Parijs is altijd een beetje magisch en het was dan ook heerlijk genieten op het water.


In goed gezelschap heeft het zelfs nog een tikje meer. We liepen gewillig in de toeristenval van de fotograaf en lieten ons Fred&Ginger-gewijs fotograferen met de Eiffeltoren op de achtergrond. Ook al heb ik Parijs al zeker tien keer bezocht – het helpt als de helft van de familie in Vaires-sur-Marne woont – toch was dit voor mij een première. Eentje die ik best nog wel eens zou willen herhalen!

De dag nadien gingen we naar Versailles, dat een twintigtal kilometer ten zuiden van Parijs ligt. Versailles is één van die plekken waar ik mijn kinderen ooit mee naartoe wil nemen. Ik was er lang geleden al eens geweest, samen met mijn grootouders, en ik herinner me hoe ik onder de indruk was geweest van de grootsheid van het paleis en de fonteinen in de prachtige tuinen. Dat gevoel van verbazing en ontzag bij al die pracht en praal, dat wil ik graag meegeven aan mijn eigen kinderen. Bart was er ook nog nooit geweest, al had ik er ooit zelf tickets voor gekocht, voor een gelijkaardig verrassingsuitje dat uiteindelijk nooit had plaatsgehad.

We parkeerden ons op de Place d’Armes, het gigantische plein voor het kasteel dat eigenlijk al meteen een idee geeft van de grandeur van het paleis. Gelukkig was het nog niet echt hoogseizoen. Het aanschuiven ging dus verbazend vlot. In de zomer kan je hier tot vier uur aanschuiven voordat je binnen kan!

Het kasteel was oorspronkelijk een jachtpaviljoen van de Franse koning Louis XIII in “le blet” – om het in ’t schooon Vlaams te zeggen, midden in een moerassig gebied vergeven van de muggen, maar zijn zoon Louis XIV liet het door architect Louis LeVeau vanaf 1670 verbouwen. Het oorspronkelijke jachtpaviljoen werd helemaal ingebouwd tot het grandioze paleis dat we nu nog altijd kennen en dat ondertussen tot het werelderfgoed behoort.

Louis XIV maakte van het kasteel het uithangbord van zijn macht, niet alleen voor de Fransen zelf maar ook voor de rest van Europa. Louis XIV installeerde er in 1682 zijn hele Hofhouding én de regering van Frankrijk. Hij hield de adel dicht bij zich, zodat ze niet ongemerkt tegen hem konden samenzweren. Slimme jongen, die Louis. Zo bleef Versailles de draaischijf van het politieke leven, tot de Franse revolutie roet in het eten kwam gooien. Sindsdien hebben er geen koningen meer in het paleis gewoond. Napoleon had daar anders wel zin in, maar hij verschoot van het budget dat nodig was om het in zijn glorie te herstellen en te onderhouden. Hij hield het dus maar bij het Grand Trianon, het kleinere kasteeltje waar Louis XIV zich terugtrok als hij meer privacy wilde.


Het hele paleis zit tjokvol verwijzingen naar de Griekse god Apollo, die ook door de Romeinen werd vereerd. Zij zagen in hem een weldoener, een redder die het goed met de mensheid voor had. Als hij kwaad werd, kon hij echter ook streng en onverbiddelijk zijn. Hij was een sterke god, net als zijn tweelingzus Artemis (of haar Romeinse equivalent Diana). Daarnaast was hij ook de god van de kunst en van de schoonheid, iets waar Louis XIV ook erg van hield. De Romeinen zagen Apollo ook als zonnegod. Later werd hij vereenzelvigd met Sol Invictus, de allesoverheersende zon. Dat is waar Louis XIV de mosterd haalde toen hij zichzelf “le Roi Soleil” – de Zonnekoning – noemde.


Louis XIV beschouwde zichzelf als een door God uitverkoren vorst, met als taak te regeren over zijn onderdanen, het zogenaamde “droit divin”. Hij was een absolute vorst die van mening was dat hij niemand verantwoording schuldig was, net zoals de zon overal boven stond. “L’état, c’est moi.” zou hij ooit hebben gezegd, al verwijzen historici dit naar het rijk der fabelen.

De verwijzingen naar het Romeinse pantheon en meer specifiek naar Apollo en naar de zon vind je dus overal terug in Versailles, zowel in het paleis als in de prachtige tuinen. Het begin al aan de gouden toegangspoorten van het domein, waarin de zon een prominente rol speelt.


De staatsievertrekken van de koning – les Grands Appartements du Roi – bestonden uit zeven kamers of salons. Elke kamer was genoemd en ingericht verwijzend naar de zeven planeten die in die tijd gekend waren:
  1. Salon de Diane (Diana, Romeinse godin van de jacht, geassocieerd met de maan)
  2. Salon de Mars (Mars, Romeinse god van de oorlog, geassocieerd met de planeet Mars)
  3. Salon de Mercure (Mercurius, Romeinse god van de handel, geassocieerd met de planeet Mercurius)
  4. Salon d’Apollon (Apollo, Romeinse god van de schone kunsten, geassocieerd met de zon)
  5. Salon de Jupiter (Jupiter, Romeinse god van “”law and order”, geassocieerd met de planeet Jupiter)
  6. Salon de Saturne (Saturnus, Romeinse god van landbouw en oogst)
  7. Salon de Vénus (Venus, Romeinse godin van de liefde, geassocieerd met de planeet Venus)
De centrale kamer – le Salon d’Apollon – was bedoeld als slaapkamer van de koning maar werd uiteindelijk gebruikt als zijn troonkamer. Tot 1689 stond er een zilveren troon van 2,6 meter hoog. Hij werd uiteindelijk samen met de rest van het massief zilveren meubilair van de troonkamer omgesmolten om de oorlogen van Louis XIV te bekostigen. Aan de muren hingen luxueuze tapijten en draperieën van rode velours (in de winter) of zijde (in de zomer), doorstikt met zilver- en gouddraad. Op het plafond is een prachtige schildering te zien van Charles de la Fosse, waarin we Apollo in zijn zonnewagen zien, vergezeld door de Seizoenen. Deze kamer was duidelijk bedoeld om te imponeren.


De Grande Gallerie of Galerie des Glaces – de Spiegelzaal – is het pronkstuk van het paleis. Grote ramen die uitzicht geven op de prachtige tuinen aan de ene kant, en spiegels die het zonlicht en het beeld van de tuin weerspiegelen aan de andere kant: het effect is prachtig en indrukwekkend. Net wat Louis XIV voor ogen had :-)


Ook in de tuinen komen de liefhebbers van Griekse en Romeinse goden ruim aan hun trekken. Vanuit het paleis – vanuit de Grande Gallerie inderdaad – heb je een prachtig zicht op de tuinen. Ze lijken zich wel eindeloos uit te strekken! Toen ik hier jaren geleden was met mijn grootouders spoten de fonteinen hoog de lucht in. Nu werkten ze niet. Omdat er niet genoeg water was om alle fonteinen van water te voorzien, waren er speciale tuinlieden aangesteld die voor de koning moesten uit lopen als de koning een ommetje in zijn tuin wilde maken, om één voor één de fonteinen open te draaien en weer dicht te draaien als hij een fontein gepasseerd was. Er waren zelfs ooit grootse plannen voor een aquaduct om water uit de Seine naar Versailles te brengen!


De tuinen zijn een creatie van de beroemde Franse tuinarchitect André Le Nôtre die in 1661 van Louis XIV de opdracht kreeg om het landgoed onder handen te nemen. Het eerste wat je ziet is het Bassin d'Apollon – de fontein van Apollo – met een prachtig beeld van een jonge Apollo die opreist uit de zee in een wagen getrokken door vier paarden, van de hand van Charles Le Brun. Uiteraard verwees ook dit weer naar de grootsheid van de Zonnekoning!


Versailles mag dan een schitterende plek zijn, toch zijn het vooral het Petit Trianon en de fake boerderij van Marie-Antoinette en haar Engelse “wilde” tuin die me konden bekoren. Hier was ik nog niet geweest en het was een echte ontdekking. Le Petit Trianon is een klein kasteeltje waar enkel de koning en zijn familie kwamen. Het was absoluut privé en dat zie je aan de inrichting van het kasteel. Hier werd de etiquette die van levensbelang was aan het hof niet helemaal gerespecteerd en je kan je zonder moeite het gelach van kinderen voorstellen die rondrennen door de lichte ruimtes. Hier zou ik ook best kunnen wennen! Ook de inrichting is eigenlijk zelfs simpel te noemen, maar dat is natuurlijk niet moeilijk als je een glitter&glamour mastodont als het paleis van Versailles in je achtertuin hebt staan (of is het andersom :-)).


Een beetje verder staat de boerderij van Marie-Antoinette. De koningin was ook hier toen ze in 1789 werd gewaarschuwd dat de revolutionairen vanuit Parijs naar Versailles onderweg waren. De boerderij is zo nep als wat, maar de tuinen rondom de boerderij zijn dat niet. In tegenstelling tot de formele Franse tuinen van Le Nôtre rond het paleis van Versailles, net zo formeel als het stijve en tot in de puntjes geregelde hofleven aan het hof van Versailles, zijn deze tuinen organisch, ogenschijnlijk verwilderd en zacht met hun slingerende paadjes en een zee aan gras en bloemen. Ze zijn een verademing. Het contrast met Versailles kan haast niet groter zijn. Ik kan me echt wel voorstellen waarom de koningin liever hier zat dan in Versailles zelf.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De heksenrunen

De numerologie van je heksennaam