De 10de Clanmoeder – Zij die het Web weeft (Clanmoedersworkshop 10)
Weaves The Web (Barbara Wright) |
Al dromend weef ik het Web, zwevend tussen twee werelden.
Me u als mijn muze, Moeder, creëer ik mijn stoffelijke dromen.
Ik laat respectvol de kunstenaar in me mijn leven vormen.
De klei van ervaring vormde een Heilige Medicijnkom in mij, waarin vreugdevol de levensessentie voor mij wordt bewaard in ’t diepst van mijn ziel.
Uw scheppingsgeheimen, Moeder, hebben mij geleerd de ketenen die mij beperkten in mijn expressie te verbreken.
U leerde me hoe ik moet baren, hoe ik de beelden in mij nieuw leven in kan blazen, hoe ik hen als zilveren pijlen de vrijheid kan schenken en het Scheppingsvuur opnieuw kan ontsteken.
Zij die het Web weeft is de Moeder van Creativiteit, de Muze, de Kunstenaar, de Schepster. Zij die Dromen manifesteert, die Visioenen tot realiteit maakt. De Beschermster van de Levenskracht, die Vrouwen Leert om het Leven te Schenken aan hun Dromen. De Houdster van het Overlevingsinstint en de Moeder van Schepping en Destructie.
Zij leerrt ons:
- Hoe we ons verlangen kunnen gebruiken om onze dromen te creëren en tastbare vorm te geven.
- Hoe we levenskracht kunnen aanboren, en de energie kunnen gebruiken om dat wat we nodig hebben te bouwen, te veranderen of te manifesteren.
- Hoe we onze visioenen zichtbaar kunnen maken en ze leven in kunnen blazen door onze daden en door onze artistieke talenten.
- Hoe we uit oude dingen nieuwe kunnen creëren en hoe we de beperkingen die onze creativiteit in de weg staan kunnen opruimen.
- Hoe we kunnen werken met de waarheid.
Zij die het web weeft, de Spinnenvrouw, is de scheppende en vernietigende vrouw. Waar het bij een vorige reis ging over het vinden van het pad dat je moet lopen, gaat het nu over hoe je je pad loopt en je dromen tot werkelijkheid creëert. Hoe breng je de schoonheid in je ziel, de liefde die in je heerst naar buiten in de stoffelijke wereld. Hoe kan je in deze wereld scheppend en creërend zijn.
De 10de clanmoeder is het scheppende principe in alle dingen, de bewaakster van de levensbron. Ze laat ons ons potentieel verwezenlijken.
Om scheppend te zijn, moet je tegelijk vernietigend zijn. Je beperkingen moet je overwinnen, kapot maken, om aan de schoonheid te beginnen. Ze toont ons hoe we elke keer opnieuw moeten beginnen.
Willem Vermandere wist het mooi te verwoorden: "mijn handen weten het al maar mijn geest nog niet" (Hij werd deze week 75 en kreeg van zijn vrienden een verrassingsfeestje cadeau in zijn favoriete kroeg). In je levenskracht kom je door creatief te zijn. Je kan pas leven en zijn als je goesting hebt om te scheppen, om met iets nieuws te beginnen.
Imbolc is daarvoor een heel goede periode: onder de aarde zit vanalles te broeien, klaar om iets nieuws te gaan doen. Je weet nog niet wat er gaat uitkomen maar je weet dat het klaar zit. De intentie is er, het wordt gereed gemaakt, maar we zullen pas later zien wat er uit komt.
Je lichaam is moe maar toch heb je het gevoel dat je geest vol is van iets.
Reizen naar de tiende Clanmoeder:
- Ga naar je heilige ruimte en nodig de clanmoeder daar uit.
- Vraag haar om de kanalen tussen je ziel en je daadkracht te openen.
- Vraag haar of je terug mag reizen in je ziel, waar de kiem zit; dat ze je toont wat de essentie is die onder je vel zit om tot uiting te komen (dit jaar);
- Nodig de elementen uit in je heilige ruimte en vraag dat ze je tonen hoe je dat tot werkelijkheid moet brengen want het is met hun kracht dat je dat moet doen.
In mijn hoofd krioelt het van de mensen. Ik vraag hen om te vertrekken door de deur tussen mijn ogen. De hele ruimte staat vol meubels. Die vliegen allemaal op een hoop en verdwijnen door de deur, in een grote V als een vlucht ganzen. Het gaat heel snel en ik moet denken aan hoe een vel papier opgefrommeld wordt tot een kleine prop, zo ziet het er uit.
De zon boven mijn hoofd is niet zuiver geel. Er vliegen allemaal zwarte vlekjes uit, alsof die een eigen leven leiden, alsof het kleine zwarte diertjes zijn die samen wegvliegen. Het licht van de zon vult me helemaal.
Daarna roepen we de krachten van de windrichtingen op en nemen die op in onszelf.
In het Noorden zie ik vijf figuren, van verschillende leeftijden. Ze hebben kortgeknipt, zilveren haar. Het doet me denken aan het kapsel van de Romeinse senatoren. Hun haar is ook niet grijs maar echt zilver.
In het Oosten staan mannen in een donkerblauw uniform met veel glimmende gele gouden biezen. Ze staan stram in het gelid, als soldaten, en kijken recht voor zich uit. Ze wachten duidelijk op iets of iemand en ik verwacht een paard met een elementenkoning of zoiets. Dan verschijnen in het midden drie heren met baarden. Ze dragen grijze jassen en rare zwarte hoeden met een brede rand. Ze kijken minzaam.
Het Zuiden is helemaal raar. In plaats van achter me verschijnen links van mij, in het Westen, mannen met goude harnassen in dezelfde stijl als het harnas van de gouden vuurprins die ik wel eens zie in het Zuiden. In hun midden komt een reuzengrote indiaan naar voor. Hij is wel drie meter hoog of zo, met een prachtige gouden hoofdtooi die glanst in de vlammen die weerkaatsen in het goud van de harnassen.
Voor het Westen zie ik een totempaal met vleugels die bewegen in de wind. Hij is donkerblauw. Achter de paal zie ik een dreigende donkerblauwe lucht met bewegende wolken boven de zee. Dan komen er wezens uit de zee gekropen. Het zijn zeevogels, hoe raar dat ook is. Ik zie ook een soort van dolfijnmannen. Ik heb heel sterk het gevoel dat het Westen niet het westen is ...
Alle wezens van alle windrichtingen staan in een soort van afwachtende houding in een vierkant rond een groot, zwart gat in het midden. Dat zwart gat ligt voor mij.
Martine zegt ons dat we nu het allerhoogste moeten uitnodigen om ook die kracht op te nemen. Ik zie een reuzenvrouw. Ze is meters hoog, met blote voeten en een lange jurk. Ze is zo groot dat ik enkel de onderkant van haar lichaam kan zien.
Als we de kracht in ons moeten opnemen, zie ik hoe de ogen van de wezens rondom mij licht beginnen te geven. Ik zie blauw licht oplichten, geel, enz. ... Ze stralen licht uit. Ik besef dat ze energie sturen. De indiaan duwt met zijn handen een onzichtbare kracht vooruit. De godin – want dat moet de reuzenvrouw wel zijn – vangt alle energie op en stuurt die naar mij.
Martine zegt ons dat we nu in ons hoofd de doorgang moeten nemen naar onze heilige ruimte. Achteraan in de ruimte zie ik grote houten deuren. Als ik die open duw, kom ik in een grote bibliotheek. Dat is niet mijn heilige ruimte. Ik heb een verkeerde weg genomen, maar ik vind geen andere doorgang. Er is deze keer geen luik in de vloer.
Ik keer terug naar de windrichtingen, die nog altijd rond het gat in de grond staan. Instinctief ga ik naar dat gat: het geeft inderdaad toegang tot mijn heilige ruimte. Daar ziet alles er zoals altijd uit. Ik zie niks bijzonders. Rondom het waterbassin staan vuurtjes en kaarsen, maar voor de rest ziet alles er gewoon uit.
De Clanmoeder is een oude vrouw. Ze is blank en heeft wit haar. Ze ziet er uit als een archetypisch omaatje. Ze heeft een vriendelijk gezicht en lachrimpeltjes rond haar ogen.
Vraag haar om je kanalen te openen, zegt Martine. Snip snip. Het vrouwtje knipt in de lucht met een klein schaartje en er verschijnt een zilveren draadje, dat ze uit de lucht plukt en achteloos weggooit.
Ga met de Clanmoeder naar je ziel of naar de kiem, zegt Martine. Ik sta op een rare, kale plek. De aarde is omgewoeld en daarin staat een enorme stam. Ik zie geen takken of bladeren, alleen die kale stam. Ik zie ook twee figuren die achter de stam wegduiken als ze zien dat ik hen heb opgemerkt.
Vraag om je de kiem te tonen, zegt Martine. Voor me staat een meisje. Het is één van de twee figuren die daarnet nog wegdoken achter de stam. Ze geeft me een appel. In gedachten rol ik met mijn ogen, daar gaan we weer! :-) Ik realiseer me plots dat dit de Nornen zijn. Ik zag er maar twee, maar de Clanmoeder met haar zilveren schaartje is de derde! Ik neem de appel aan.
Vraag aan de elementen om je te laten zien hoe je de kiem moet laten groeien, zegt Martine. Ik zie hen weer allemaal staan, de wezens rond het gat. Er gebeurt hetzelfde als daarnet, alleen zijn de gekleurde stralen energie die uit hun ogen komen nu op de appel gericht. De appel begint te groeien. Hij wordt rood, en alsmaar groter en groter. De reuze godin neemt hem over. Voor haar is hij niet te groot :-).
Dan zie ik Brigandhu die schijnbaar achteloos een appeltje aan het snijden is. Ik weet dat de appel mijn appel is. Ze geeft een part aan mij. Ik neem het aan.
We keren terug naar onze heilige ruimte. Daar is Brigandhu ook, nog steeds appel aan het eten.
Nu is het de bedoeling dat we geschenken uitwisselen, de Clanmoeder en ik. De Clanmoeder geeft me een zilveren draad die ze aan het steeltje van een appel bindt.
Als mijn handen open gaan, ligt daarin een spiraal in alle kleuren van de regenboog, zo’n ding om van de trap te laten lopen dat we vroeger wel eens als prijsje kozen op de kermis :-).
Dan is het tijd om terug naar boven te gaan. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Het lijkt wel of ik de weg niet meer terug vind. Als ik mijn ogen weer open, weet ik niet goed hoe ik terug ben gekomen ...
Grootmoederskaartje
“Het is de aard van de vrouw om mooi te zijn en schoonheid te minnen.”
De Grootmoeders
---
Zij die het web weeft : de tiende clanmoeder
Onzichtbare draden zetten mij vast tussen Hemel en Aarde.
Al dromend weef ik het Web, zwevend tussen twee werelden.
Met U als Muze, Moeder, creëer ik mijn stoffelijke dromen.
Ik laat respectvol de kunstenaar in me mijn leven vormen.
De klei van ervaring vormde een Heilige Medicijnkom in mij, waarin vreugdevol de levensessentie voor mij wordt bewaard in ’t diepst van mijn ziel.
Uw scheppingsgeheimen, Moeder, hebben mij geleerd de ketenen die mij beperkten in mijn expressie te verbreken.
U leerde me hoe ik moet baren, hoe ik de beelden in mij nieuw leven in kan blazen, hoe ik hen als zilveren pijlen de vrijheid kan schenken en het Scheppingsvuur, opnieuw kan ontsteken.
Inleiding wie is deze tiende clanmoeder
- Zij is de het scheppende principe in alle dingen.
- Zij leert ons onze handen te gebruiken om tastbare schoonheid en waarheid te creëren. Door onze handen te gebruiken tonen we onze bereidheid om Al Onze Verwanten van dienst te zijn.
- Zij is ook de bewaakster van de Levensbron. In die hoedanigheid laat ze ons gezondheid creëren, dromen manifesteren, talenten ontwikkelen en gebruiken, spiritueel potentieel verwezenlijken.
- Zij is de Moeder van de Schepping en de Vernietiging. Zij doet ons inzien dat we beperkingen moeten overwinnen en opnieuw moeten beginnen. Als ons fysiek, emotioneel, mentaal of spiritueel overleven op het spel staat, toont Zij die het Web weeft ons hoe we aansluiting vinden bij de Levenskracht en hoe we stagnatie overwinnen.
- Zij toont ons hoe we de krachten van de vier elementen, Lucht, Water, Aarde en Vuur kunnen gebruiken. Dan leert zij ons hoe we deze krachten kunnen vermengen met de Creatieve geest die ons door het Grote Mysterie gegeven is. Deze creatieve vonk wordt de Eeuwige Vlam van Liefde genoemd en leeft in onze Spirituele Essentie of Orenda.
Wijsheden van deze Clanmoeder
- Als het verlangen om te scheppen bestaat, zijn we in staat om te zijn. Dan geven we door zelfexpressie vorm aan onze Spirituele Essentie of Orenda.
- Een droom verwezenlijken vloeit altijd voort uit het verlangen om te scheppen, de beslissing om te scheppen en actie te ondernemen door de levensstroom te gebruiken bij het verwezenlijken van de droom in de tastbare wereld.
Meditatie naar de Clanmoeder
- De oneindige 8 rond u zetten
- Je reist naar jouw Heilige Ruimte en nodigt de Clanmoeder uit.
- Je vraagt haar bij jouw de kanalen te openen om dieper in jouw creërende kracht te komen om jouw diepste dromen en intenties, verborgen verlangens te materialiseren.
- Je vraagt haar jou te begeleiden in het ontdekken van deze verborgen verlangens
- Je kiest welke droom je wil manifesteren
- Je vraagt je clanmoeder om je te tonen hoe via de samenwerking van de elementen en de creatieve vonk dit verlangen naar de stoffelijke wereld kan worden gebracht.
- Tenslotte vraag je de clanmoeder om je opnieuw naar je Heilige Ruimte te brengen.
Reacties