High Tea

Het was weer tijd voor hun jaarlijkse theekransje, en ze wisten allemaal dat er behalve thee ook kaas en brood zou zijn, en de beste boter.

Drie zussen kwamen ongeveer tegelijkertijd aan in de kamer die ze hiervoor mochten gebruiken (van iemand die later ook zou langskomen). Het was een vreemde kamer, met een akoestiek die alles weerkaatste en waar gebeden klonken alsof ze duizend keer waren versterkt. Het zou later op de dag heel luid worden in de kamer, wisten ze, maar na zoveel jaar waren ze dat ondertussen al gewend.

De kamer had een laaiend vuur in het midden, en Sulis had ervoor gezorgd dat er van het vuur geen asse kwam – dat was wel zo gemakkelijk en je moest je ook geen zorgen maken over het opkuisen achteraf, dachten ze alledrie toen ze voor het eerst hoorden over die handige innovatie van hun vriendin.

Brigit de Dichteres stond bij het vuur en vond dat het zeker helder genoeg was om een gedicht neer te kunnen schrijven in deze kamer waar anders geen licht voorhanden was ... maar waarom zou ze een gedicht neerschrijven als het al perfect in haar hoofd zat?

Brigit de Smid keek naar het vuur en dacht dat, zelfs als het vuur werd opgestookt tot het tien keer zo heet was als nu, het nooit heet genoeg zou zijn om een stuk erts te smelten zodat ze er een handig gebruiksvoorwerp van zou kunnen maken.

Brigit de Genezeres daarentegen vond het vuur veel te warm was en veel te schroeiend voor de delicatere dingen die elke dag opnieuw in haar agenda stonden, zoals tincturen maken en extracten van kruiden om alle kwalen te genezen.

Ze maakten het zich alle drie comfortabel met de thee, brood, kaas en boter die ze allemaal hadden meegebracht en wachtten op hun andere vrienden, toen ze de eerste gebeden hoorden.

“Oh, Brigit, alstublieft, breng ons rechtvaardigheid in onze gebroken wereld!”

“Het is toch erg als dat het eerste gebed is!” zei Brigit de Smid.

“Dat is het zeker,” antwoordde Brigit de Dichteres.

Terwijl ze zo praatten, kwam Bricta binnen, die deze keer alleen was gekomen, en een beetje later ook Brigindu. De drie Ierse vrouwen waren altijd blij om hun Gallische nichten te mogen verwelkomen bij deze gelegenheid.

“Willen jullie een tas thee? Ah, natuurlijk willen jullie dat, jawel, jawel, ...” zei Brigit de Genezeres tegen haar Gallische vriendinnen.

“Dankjewel!” antwoordden Bricta en Brigindu, die zich na hun lange reis een beetje dorstig voelden.

“Oh, Grote Brigit, gij die gekend zijt onder vele namen en vele vormen ...”

“Toch niet echt goed gekend dan, eh?” viel Bricta in. De andere vrouwen lachten.

“Hoe gaat het met de kinderen?” vroeg Bringindu aan Brigit de Dichteres.

“Oh, je weet hoe het gaat. Rúadhán groeide als onkruid, tenminste, tot hij dood ging. Ik hoop dat hij ooit beter wordt.”

“Dat hopen we allemaal!” antwoordde zijn tante Brigit de Smid, “Je zou denken dat hij mijn zoon was, zo graag was hij bezig in de smidse!”

“En de anderen?” drong Brigundu aan.

“Brian is begonnne met het kweken van honden, maar jammer genoeg heeft hij momenteel alleen Luchar en Lucharba in zijn kennel zitten. Ze leken zich heel snel te herstellen na de laatste keer dat ze werden gedood,” zei Brigit de Dichteres bijna tactloos.

Net op dat moment kwamen een moeder en dochter binnen: Bríg Briugu, de vrouw van Blai Briugu, en Bríg Brethach, de vrouw van Sencha mac Ailella.

“Noemen jullie dit high tea?” vroeg Bríg Briugu sarcastisch. “Jullie hebben niet eens de mooiste ketel op het vuur getzet!”

“We kunnen het ons niet allemaal permitteren om voor iedereen die misschien langskomt goed te doen, Bríg!” beet Brigit de Genezeres terug.

“OK, je hebt een punt. Ik heb trouwens Iers theebrood met rozijnen meegebracht dat jullie wel zullen lusten!” zei Bríg Briugu. Alle vrouwen verdrongen zich rond haar en keken vol verrukking naar het brood.


Toen kwam Brigantia de kamer binnen.

“Hoe is het met je? Hoe gaat het met Bregans?” vroeg Brigit de Dichteres.

“Ik weet niet, ik heb hem al in geen eeuwen  gezien,” antwoordde Brigantia.

“En met Brittannië?” ging Brigit de Genezeres verder.

“Weet je, ik heb haar ook al eeuwen niet gezien, maar ... Newcastle is OK, al zijn de dingen in Schotland wel een beetje raar op dit moment, weet je.”

“Oh, wel, da’s OK dan. Wil je een tas thee?” antwoordde Brigit de Smid.

“Ja, graag!” straalde Brigantia.

“Oh, Brigit, gekend in vele landen ...”

“Maar vooral in Ierland, anders klopt de postcode niet,” grijnsde Brigantia. De andere vrouwen lachten.

Nog twee vrouwen kwamen binnen. Ze droegen sluiers over hun hoofd.

“Brigid van Kildare en Darlugdach! Dat is veel te lang geleden!” riep Bricta toen ze hen zag. Alle vrouwen kwamzen naar hen toe om hen te begroeten.

“Bedankt dat we de ouwe plek mochten gebruiken, dames,” zei Bríg Briugu tegen de twee Heiligen.

“Maar natuurlijk! Ik vind het helemaal niet erg dat jullie hem gebruiken nu jullie geen eigen plaatsen meer hebben,” antwoordde de oudste van de twee Heiligen.

Brigindu nam Darlugdach eventjes apart. “Ik durf het bijna niet vragen, maar ik ben nog altijd in de war: hoe komt het dat uw vrouw Brigid van Kildare is, maar dat uw vader Lug is, als in de god Lug?”

“Hmmm, misschien is het maar beter om zo’n vragen niet te stellen,” zei  Darlugdach op fluistertoon terwijl ze Brigindu’s handen in de hare nam.

Oh Brigit, godin van het vuur ...

“Ah, ik veronderstel dat ik dat ben, al ben ik helemaal geen godin en ik neem er zelfs een beetje aanstoot aan om zo genoemd te worden,” antwoordde Sint-Brigid van Kildare.

“Als je het mij vraagt, zou ze het beter doen als ze gewoon toegaf!” zei Bríg Brethach aan Brigit de Genezeres. Ze keken elkaar aan en barstten in lachen uit.

Buiten klonk het luide kletteren van de wielen van een kar en een groepje honden kwam binnengestormd. Ze blaften en sprongen tegen de benen van de vrouwen in de kamer. Ze wisten allemaal dat dit maar één ding kon betekenen:  Bríg Ambue was eindelijk aangekomen. Ze kwam binnen met een schild en speer in haar armen en achter haar kwam haar echtgenoot, Celtchar mac Uthechair.

Darlugdach keek naar de krijger en was gechoqueerd. Ze keek naar Sint-Brigid die gewoon haar schouders ophaalde.

“Wil je daar nu eindelijk eens mee stoppen!” zei Bríg Ambue toen ze de blik zag die de twee heiligen wisselden. “Hij zal het vuur echt niet ontheiligen, hij komt er zelfs niet in de buurt.” Daarna wendde ze zich ook naar de andere vrouwen. “Nu, kom maar eens hier, dames, ik heb iets voor jullie allemaal!”

Eigenlijk was het niet Bríg Ambue die iets had, maar haar echtgenoot: een enorm vat met verse melk.

“Wow, is dat niet perfect voor in onze thee?” riep Brigit de Dichteres uit.

“Ik stel een toast voor,” zei Bríg Ambue, “voor alle Brids die hier vandaag niet bij ons zijn. Dat hele gedoe met de Schotse onafhankelijkheid is sommigen onder hen niet goed bevallen, en ze willen ons niet zien op dit moment.”

“Op de Brids!” zeiden ze allemaal terwijl ze hun tas thee omhoog hieven in een toast en een paar stukken rozijnenbrood in het vuur gooiden.

Ze genoten van hun thee en rozijnenbrood, wisselden recepten uit, praatten over hun families, en hoorden ondertussen al de gebeden die binnenkwamen. De vrouwen waren geamuseerd door het gebrek aan onderscheid dat de mensen tussen hen maakten: ze werden constant door elkaar gehaald.

Toen hun jaarlijkse bijeenkomst op zijn einde liep, namen ze de laatste melk – zo goed als alle melk eigenlijk, want het vat dat Bríg Ambue  had meegebraht was echt enorm – en goten die over het vuur in het midden van de kamer, om de zegening  van het vuur te verspreiden over iedereen die luidop aan hen had gebeden die dag, zonder onderscheid en gelijk of ze nu genoeg offers hadden gebracht of niet. Als mensen geen onderscheid tussen hen maakten in hun gebeden, hadden ze beslist, dan deden de godinnen en heiligen dat ook niet in hun zegeningen.


Het oorspronkelijke verhaal vind je hier:
https://aediculaantinoi.wordpress.com/2015/02/01/imbolc-2015/

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De heksenrunen

De numerologie van je heksennaam