Het Kabbalistisch Kruis (LBRP 2)
Het Kabbalistisch Kruis waarmee het LBRP begint en dat ook op het einde van het LBRP nog eens wordt herhaald, dient om een astraal kruis te maken in het lichaam van de magier of heks. De punten van het kruis komen overeen met de zefirots op de Kabbalistische levensboom, zoals bijvoorbeeld Malkuth (de schlepping, de grond onder onze voeten) en Keter (de bron). Terwijl je het kruis opbouwt, vibreer je Hebreeuwse woorden uit de laatste lijnen van het Onze Vader (Want van U is het Koninkrijk enz. … maar dan in het Hebreeuws).
Die laatste woorden van het Onze Vader vinden we terug in het Evangelie van Matteüs. Bizar weetje: in de oudste copieën van het Nieuwe Testament staan ze echter niet. De woorden werden later toegevoegd, alsof de schrijver ervan – een kabbalist? – ze bewust heeft toegevoegd omdat hij goed wist waar ze voor staan.
De Nederlandse vertaling “Van U” verwijst naar het Goddelijke – naar God. Voor de meesten onder ons is er de wereldse, fysieke wereld en daarnaast het “huis van God” met zijn kerken, synagogen, kathedralen, moskeeën, enz. … Met het Kabbalistisch Kruis bevestig je dat de fysieke wereld overal rondom ons, ook de precieze plek waar je op dit moment op staat, verbonden is en zelfs een deel is van het Goddelijke. Die “andere” wereld kan je niet zien, voelen of aanraken. Het is een niet-fysieke, spirituele of astrale wereld die over onze fysieke wereld heen ligt. Elke plek kan dan ook een spirituele plek worden omdat dat in de natuur van onze wereld ligt. Je hoeft nergens special naartoe te gaan, je moet het alleen herkennen.
Het doel van die laatste woorden van het Onze Vader bestaat er dus uit om je open te stellen voor die “grotere” realiteit: er is meer dan enkel onze fysieke wereld. Voor de meesten onder ons is die grotere werkelijkheid een nogal abstract gegeven, maar de kabbalisten hebben hem uitgetekend in de Levensboom.
De onderste cirkel is Malkuth (spreek uit: Malkoet), net als het tweede woord van het Kabbalistisch Kruis. Het woord in de middelste cirkel links is Geburah, net als het derde woord in de rite (de “ve” betekent “en” of “en de”). Gedulah is een synoniem voor het Hebreeuwse woord Chesed. Wat we willen zeggen als we deze woorden uitspreken is zoveel als het grotere spirituele universum zit niet alleen rond ons maar ook in ons. Denk aan “So above, so below, so without, wo within.”
Je zou denken dat de rite de woorden aan de verkeerde kant van ons lichaam zet. We chanten bijvoorbeeld Geburah terwijl we onze rechterschouder aanraken. Je moet je voorstellen dat je met je rug naar de Levensboom staat. Meer nog: je bént de Levensboom. Op een spiritueel, innerlijk niveau verbind je jezelf met zowel de fysieke, wereldse wereld en de spirituele, niet-fysieke wereld.
Ook het “Amen” waarmee we de rite afsluiten heeft een diepere betekenis. Het woord zou “Het weze zo” betekenen, maar er zit meer achter. De Kabbalah maakt graag gebruik van letter- en cijfercodes om informatie enkel begrijpelijk te maken voor hen die hebben geleerd hoe ze de codes moeten kraken. Eén van die methoden is het gebruiken van het zogenaamde notarikon of acroniemen. Dat zijn nieuw gecreëerde magische woorden die worden gemaakt met de eerste letters van een zin. Denk bijvoorbeeld aan het woord NASA, dat een (werelds) acroniem is voor National Aeronautics and Space Administration. Ook het woord “Amen” is een acroniem van een zinnetje waarmee Joodse gelovigen antwoorden op de rabbi: Al Melech Ne’ehman. Dat betekent “God [Al] is een trouwe/loyale [ne'ehman] koning [melech].” Maar trouw of loyaal aan wat? Daarmee wordt een extra betekenis aan het woord gegeven, verder dan wereld of spiritueel, maar magisch. Het verwijst naar het verbond tussen God en de mensen. Het betekent dat er bepaalde spirituele wetten gelden in het universum en als je die wetten volgt, dan gaat God ermee akkoord om de regels te volgen (ook al kan God doen wat hij wil): als jij X doet, dan zal God Y doen, niet omdat hij dat moèt doen maar omdat hij zijn woord heeft gegeven dat hij dat zal doen. Als je deze rite dus uitvoert binnen het kader van het LBRP, dan meng je je eigen magische kunnen met de autoriteit en de kracht van het Goddelijke met als doel de ruimte rondom je te zuiveren en heilig te maken.
Samengevat: de rite van het Kabbalistisch Kruis verbindt de fysieke en niet-fysieke spirituele wereld - door jezelf en je energieën te blenden met het spirituele – en maakt connectie met het Goddelijke en de energie van het Goddelijke om van de plek waar je op staat een heilige ruimte te maken.
Op het einde van het LBRP wordt het Kabbalistisch Kruis meestal nog eens herhaald als een extra bevestiging. Daarna ben je klaar voor je magisch werk: een formele invocatie, evocatie, meditatie, een kaartlegging of gelijk wat je wil gaan doen.
- Sta recht in het midden van de ruimte waarin je magisch werk gaat doen. Adem diep in en uit, in en uit, en nog eens in en uit … Onstpan jezelf. Sluit je ogen en visualiseer dat je helemaal gevuld bent met stralend licht. Je voelt hoe je groter wordt terwijl je toch met je wortels diep in de aarde zit. Je wordt groter dan de ruimte waarin je staat, groter en groter, tot je beneden je de aarde ziet en boven je een bol van stralend licht. Laat jezelf volledig ontspannen, tot je het gevoel hebt dat je drijft in een zee van vrede en stilte. Voel hoe onder je voeten wortels diep in de grond glijden, als de wortels van een boom, zodat je stevig op je benen staat.
- Breng de vingers van je rechterhand langzaam van boven je hoofd langs je lichaam naar beneden. Visualiseer stralend wit licht dat uit de bol boven je hoofd langs de bovenkant van je hoofd je lichaam binnen komt en naar beneden stroomt. Terwijl je dat doet, raak je met je vingers je voorhoofd aan en vibreer je “Ateh” (Van U). Raak dan met je vingers je borst aan en vibreer “Malkuth” (Het Koninkrijk). Beweeg je vingers mee met de sroom van licht tot je hand naar de grond wijst.
- Raak je rechterschouder aan en visualiseer hoe het witte licht dat door je lichaam naar beneden stroomt naar rechts aftakt in je borststreek en uit je lichaam stroomt, langsheen je vingers. Vibreer “ve-Geburah” (en de Kracht).
- Trek met je vingers een lijn naar je linkerschouder en raak die aan terwijl je visualiseert hoe het witte licht links uit je lichaam stroomt zover je kan zien. Vibreer “ve-Gedulah” (en de Heerlijkheid).
- Breng je handen samen ter hoogte van je borst. Je kan je armen ook voor je borst kruisen – eventueel met gebalde vuisten - en zo de zogenaamde “houding van de God” aannemen. Visualiseer in je borst, ter hoogte van je handen of gekruiste polsen, een stralend gouden licht. Vibreer “le-Olahm, Amen” (in Eeuwigheid, Amen).
Die laatste woorden van het Onze Vader vinden we terug in het Evangelie van Matteüs. Bizar weetje: in de oudste copieën van het Nieuwe Testament staan ze echter niet. De woorden werden later toegevoegd, alsof de schrijver ervan – een kabbalist? – ze bewust heeft toegevoegd omdat hij goed wist waar ze voor staan.
De Nederlandse vertaling “Van U” verwijst naar het Goddelijke – naar God. Voor de meesten onder ons is er de wereldse, fysieke wereld en daarnaast het “huis van God” met zijn kerken, synagogen, kathedralen, moskeeën, enz. … Met het Kabbalistisch Kruis bevestig je dat de fysieke wereld overal rondom ons, ook de precieze plek waar je op dit moment op staat, verbonden is en zelfs een deel is van het Goddelijke. Die “andere” wereld kan je niet zien, voelen of aanraken. Het is een niet-fysieke, spirituele of astrale wereld die over onze fysieke wereld heen ligt. Elke plek kan dan ook een spirituele plek worden omdat dat in de natuur van onze wereld ligt. Je hoeft nergens special naartoe te gaan, je moet het alleen herkennen.
Het doel van die laatste woorden van het Onze Vader bestaat er dus uit om je open te stellen voor die “grotere” realiteit: er is meer dan enkel onze fysieke wereld. Voor de meesten onder ons is die grotere werkelijkheid een nogal abstract gegeven, maar de kabbalisten hebben hem uitgetekend in de Levensboom.
De onderste cirkel is Malkuth (spreek uit: Malkoet), net als het tweede woord van het Kabbalistisch Kruis. Het woord in de middelste cirkel links is Geburah, net als het derde woord in de rite (de “ve” betekent “en” of “en de”). Gedulah is een synoniem voor het Hebreeuwse woord Chesed. Wat we willen zeggen als we deze woorden uitspreken is zoveel als het grotere spirituele universum zit niet alleen rond ons maar ook in ons. Denk aan “So above, so below, so without, wo within.”
Je zou denken dat de rite de woorden aan de verkeerde kant van ons lichaam zet. We chanten bijvoorbeeld Geburah terwijl we onze rechterschouder aanraken. Je moet je voorstellen dat je met je rug naar de Levensboom staat. Meer nog: je bént de Levensboom. Op een spiritueel, innerlijk niveau verbind je jezelf met zowel de fysieke, wereldse wereld en de spirituele, niet-fysieke wereld.
Ook het “Amen” waarmee we de rite afsluiten heeft een diepere betekenis. Het woord zou “Het weze zo” betekenen, maar er zit meer achter. De Kabbalah maakt graag gebruik van letter- en cijfercodes om informatie enkel begrijpelijk te maken voor hen die hebben geleerd hoe ze de codes moeten kraken. Eén van die methoden is het gebruiken van het zogenaamde notarikon of acroniemen. Dat zijn nieuw gecreëerde magische woorden die worden gemaakt met de eerste letters van een zin. Denk bijvoorbeeld aan het woord NASA, dat een (werelds) acroniem is voor National Aeronautics and Space Administration. Ook het woord “Amen” is een acroniem van een zinnetje waarmee Joodse gelovigen antwoorden op de rabbi: Al Melech Ne’ehman. Dat betekent “God [Al] is een trouwe/loyale [ne'ehman] koning [melech].” Maar trouw of loyaal aan wat? Daarmee wordt een extra betekenis aan het woord gegeven, verder dan wereld of spiritueel, maar magisch. Het verwijst naar het verbond tussen God en de mensen. Het betekent dat er bepaalde spirituele wetten gelden in het universum en als je die wetten volgt, dan gaat God ermee akkoord om de regels te volgen (ook al kan God doen wat hij wil): als jij X doet, dan zal God Y doen, niet omdat hij dat moèt doen maar omdat hij zijn woord heeft gegeven dat hij dat zal doen. Als je deze rite dus uitvoert binnen het kader van het LBRP, dan meng je je eigen magische kunnen met de autoriteit en de kracht van het Goddelijke met als doel de ruimte rondom je te zuiveren en heilig te maken.
Samengevat: de rite van het Kabbalistisch Kruis verbindt de fysieke en niet-fysieke spirituele wereld - door jezelf en je energieën te blenden met het spirituele – en maakt connectie met het Goddelijke en de energie van het Goddelijke om van de plek waar je op staat een heilige ruimte te maken.
Op het einde van het LBRP wordt het Kabbalistisch Kruis meestal nog eens herhaald als een extra bevestiging. Daarna ben je klaar voor je magisch werk: een formele invocatie, evocatie, meditatie, een kaartlegging of gelijk wat je wil gaan doen.
Reacties