Waar is het licht gebleven?!
Vorige week was het nog zomer. Deze morgen leek het wel midden in de nacht toen de wekker ging, zo donker was het. Wat is er gebeurd op die paar dagen?! Mijn liefste moet altijd om mij lachen als ik weer eens begin te dagdromen over een alternatief universum waarin wij in Zweden wonen. Toen we daar een zomer of wat geleden een vakantie doorbrachten, had ik het gevoel er thuis te komen. Wacht maar tot het winter wordt, zei hij. En dan had hij het niet alleen over de temperaturen en de dikke laag sneeuw, maar ook over het gebrek aan licht.
Van begin mei tot eind augustus zijn de dagen in Zweden langer dan in België, maar in de winter is dat omgekeerd. Dan gaat de zon in Stockholm pas op om kwart voor negen om alweer onder te gaan om drie uur in de namiddag. De kou, daar zou ik nog aan wennen. Het gebrek aan licht, daar ben ik nog zo zeker niet van ...
Licht heeft een belangrijke invloed op ons. Ons organisme is helemaal afgesteld op het ritme van de zon. Door het licht dat we met onze ogen waarnemen, weet onze biologische klok hoe lang de dag is en geeft het triggers aan ons lichaam. Afhankelijk van het tijdstip van de dag, verandert echter de kleursamenstelling van het licht. Newton bewees in 1665 dat licht bestaat uit zeven basiskleuren. Die hebben allemaal een specifieke invloed op onze fysiek en op ons gedrag:
’s Morgens en ’s middags overheerst het blauwe licht en ’s avonds het rode. De overgang van licht naar donker in de loop van de dag en nacht beïnvloedt de hoeveelheid cortisol en melatonine die we in ons lichaam aanmaken. Een aantal hormonen waaronder cortisol en melatonine vertoont in een etmaal een min of meer regelmatig stijgend en dalend patroon. Zo’n patroon wordt een circadiaans ritme genoemd, van het Latijnse circa diem, “een dag rond”. Eigenlijk vormen ze samen zo’n beetje onze biologische klok.
Cortisol wordt het stresshormoon genoemd omdat het vrijkomt bij elke vorm van stress, zowel fysiek als psychologisch. De aanmaak van cortisol neemt toe als het licht blauw is. ’s Morgens wordt er dus meer cortisol aangemaakt. Dat is waarom we in de voormiddag alerter zijn en een ons beter kunnen concentreren.
Melatonine is het slaaphormoon. De hoeveelheid melatonine neemt toe als het licht rood is,. Van zodra het begint te schemeren, gaat het melatoninepeil dus naar omhoog. De hoeveelheid licht, de intensiteit van het licht en de kleursamenstelling bepalen dus hoe goed we ons voelen. Ze beïnvloeden ons concentratievermogen, ons humeur en hoe (in-)actief we zijn.
In de winter hebben veel mensen dus last van een winterdipje, omdat ze gewoonweg niet genoeg licht krijgen. Er is inderdaad een duidelijk verband tussen gebrek aan licht en depressie. Tijdens de wintermaanden, als de dagen veel korter zijn, zijn er hopen mensen zoals ik wiens bioritme helemaal van slag raakt door het gebrek aan licht. Opstaan in het donker betekent niet genoeg cortisol en dat betekent minder concentratie. En te vroeg donker betekent teveel melatonine en dat betekent dat je het liefst gewoon je hoofd in je kussen duwt. :-)
Gelukkig gaat het over. Zodra de dagen weer gaan lengen, klaart mijn humeur vanzelf weer op. En begin ik weer te dagdromen over Zweden.
Van begin mei tot eind augustus zijn de dagen in Zweden langer dan in België, maar in de winter is dat omgekeerd. Dan gaat de zon in Stockholm pas op om kwart voor negen om alweer onder te gaan om drie uur in de namiddag. De kou, daar zou ik nog aan wennen. Het gebrek aan licht, daar ben ik nog zo zeker niet van ...
Licht heeft een belangrijke invloed op ons. Ons organisme is helemaal afgesteld op het ritme van de zon. Door het licht dat we met onze ogen waarnemen, weet onze biologische klok hoe lang de dag is en geeft het triggers aan ons lichaam. Afhankelijk van het tijdstip van de dag, verandert echter de kleursamenstelling van het licht. Newton bewees in 1665 dat licht bestaat uit zeven basiskleuren. Die hebben allemaal een specifieke invloed op onze fysiek en op ons gedrag:
- geel licht werkt verfrissend, kalmerend, verlaagt de bloeddruk, zuivert het bloed, verhoogt vrolijkheid en humor;
- groen licht geeft balans en harmonie, verhoogt de communicatie, helpt bij slapeloosheid, geïrriteerdheid en uitputting;
- blauw licht brengt zuurstof aan, verfrist het zenuwstelsel, helpt tegen hoofdpijn, maagklachten en oogontsteking;
- rood licht werkt stimulerend voor lichaam en geest, helpt bij vermoeidheid en depressie;
- oranje licht stimuleert seksualiteit en optimisme, helpt bij nierproblemen, chronische verkoudheid en ademhalingsproblemen;
- paars licht is rustgevend, bevordert de nachtrust, stimuleert de innerlijke balans, is goed voor de groei van de botten, versterkt de verbeelding, helpt bij oog-, neus-, en oorklachten.
’s Morgens en ’s middags overheerst het blauwe licht en ’s avonds het rode. De overgang van licht naar donker in de loop van de dag en nacht beïnvloedt de hoeveelheid cortisol en melatonine die we in ons lichaam aanmaken. Een aantal hormonen waaronder cortisol en melatonine vertoont in een etmaal een min of meer regelmatig stijgend en dalend patroon. Zo’n patroon wordt een circadiaans ritme genoemd, van het Latijnse circa diem, “een dag rond”. Eigenlijk vormen ze samen zo’n beetje onze biologische klok.
Cortisol wordt het stresshormoon genoemd omdat het vrijkomt bij elke vorm van stress, zowel fysiek als psychologisch. De aanmaak van cortisol neemt toe als het licht blauw is. ’s Morgens wordt er dus meer cortisol aangemaakt. Dat is waarom we in de voormiddag alerter zijn en een ons beter kunnen concentreren.
Melatonine is het slaaphormoon. De hoeveelheid melatonine neemt toe als het licht rood is,. Van zodra het begint te schemeren, gaat het melatoninepeil dus naar omhoog. De hoeveelheid licht, de intensiteit van het licht en de kleursamenstelling bepalen dus hoe goed we ons voelen. Ze beïnvloeden ons concentratievermogen, ons humeur en hoe (in-)actief we zijn.
In de winter hebben veel mensen dus last van een winterdipje, omdat ze gewoonweg niet genoeg licht krijgen. Er is inderdaad een duidelijk verband tussen gebrek aan licht en depressie. Tijdens de wintermaanden, als de dagen veel korter zijn, zijn er hopen mensen zoals ik wiens bioritme helemaal van slag raakt door het gebrek aan licht. Opstaan in het donker betekent niet genoeg cortisol en dat betekent minder concentratie. En te vroeg donker betekent teveel melatonine en dat betekent dat je het liefst gewoon je hoofd in je kussen duwt. :-)
Gelukkig gaat het over. Zodra de dagen weer gaan lengen, klaart mijn humeur vanzelf weer op. En begin ik weer te dagdromen over Zweden.
Reacties