Dag Doudou!
2015 is het jaar van Mons. De Henegouwse hoodstad is dit jaar immers ook Culturele Hoofdstad van Europa. Ik heb meegewerkt aan het openingsevenement en nu ook aan het feest waarmee de stad haar metamorfose naar kunststad wil vieren. Dat weekend is opnieuw een publiekstrekker want niet minder dan vijf musea openen tegelijk hun deuren. Eentje daarvan is het Musée du Doudou, waar ik zondag geduldig ga aanschuiven tijdens de uurtjes dat ik anders toch met mijn vingers zou zitten draaien.
Doudou is de naam die de Montois liefhebbend geven aan de draak die elk jaar tijdens de Ducasse door Sint-Joris wordt gedood. De Ducasse van Mons moet een geweldig spektakel zijn. Het duurt niet minder dan drie dagen en de straten zien zwart van het volk. Zo ongeveer elke Montois doet er aan mee. Het volksfeest is sinds 2005 trouwens door de UNESCO erkend als immaterieel cultureel werelderfgoed.
Het feest bestaat uit twee delen, het “Jeu de Sainte Waudru” (met de nadruk op het spirituele) en eindigt met het “Jeu de Saint-Georges” (waarbij vooral veel drank vloeit :-)). Het feest begint inderdaad in de Collégiale Sainte-Waudru, met het neerhalen van het reliekschrijn van de heilige Sint-Waltrudis (of Sint-Waldetrude, zoals het op de bordjes met uitleg in de Collégiale staat). Dat schrijn hangt hoog boven het koor en wordt speciaal voor de Ducasse naar beneden gehaald het weekend voor Pinksteren . Het schrijn blijft één nacht voor het altaar staan, bewaakt door de Hallebaardiers van Mons en wordt dan plechtig overgedragen aan de burgemeester van de stad. Dat vind ik wel schoon, hoe het spirituele en het wereldse elkaar hier ontmoeten voor het goed van de stad.
Daarna begint het reliek van Sainte Waudru aan haar tocht door de stad, op een prachtige koets die de rest van het jaar ook in de Collégiale staat. De koets wordt begeleid door Sint-Joris. Waar Sainte-Waudru de verpersoonlijking is van het spirituele luik van de Ducasse, is Sint-Joris die van het wereldse luik. Nadat Sint-Waltrudis weer netjes is thuisgebracht, gaat het richting Grand’Place waar Sint-Joris vecht met de draak en uiteraard wint.
In het museum wordt aan de hand van filmpjes, foto’s en getuigenissen getoond waar de Ducasse om draait, want voor eenieder die niet van Mons komt, is dat een groot een mysterie. De vraag wordt ook gesteld of het hele feest van de Doudou geen heidense oorsprong heeft, maar dat blijkt niet het geval. Nochthans is dat voor wie kijkt met heksenogen moeilijk te geloven.
De Doudou is een draak van riet en papier maché met een lange staart die eindigt met een paardenharen pluim. Terwijl de draak in tegenwijzerszin ronddraait, rijdt Sint-Joris met de klok mee rond de draak. Hij wordt geholpen door de Chinchins, mannen met een paard rond hun middel. De draak wordt geholpen door de Duivels. De draak staat uiteraard voor het kwade, Sint-Joris voor het goede. Het is de eeuwige strijd tussen goed en kwaad. Waar het interessant wordt is als we kijken naar de draak zelf. Die wordt gedragen door de Witte Mannen en zijn staart door de Wilde Mannen.
De Witte Mannen zijn volledig in het wit gekleed, met een zwarte ceintuur en rode linten aan hun armen en benen. Het zijn ook zij die de koets met het reliekschrijn van Sainte-Waudru de Collégiale in- en uitrijden. Plezant om weten is dat Sint-Joris in de Collégiale een rood-wit lint rond zijn pols gebonden krijgt alvorens te vertrekken voor zijn gevecht met de draak. Rood en wit, het zijn de kleuren van de stad Mons, maar ook van de oude godin ... :-) Is het lintje een extra bescherming door Sainte-Waudru of door nog een hogere goddelijke macht?
De Wilde Mannen of “Hommes de Feuilles” zijn helemaal gekleed in klimop. Ze zien er uit als Groene Mannen en zo worden ze soms zelfs genoemd. Zij dragen de staart van de draak en halen een laatste keer uit alvorens de draak sterft. Wie een paardenhaar van de staart kan bemachtigen en het draagt zal een jaar geluk hebben, zegt de overlevering. Na het gevecht met de draak kan het publiek haast niet wachten om de arena in te snellen om de laatste stukken paardenhaar te bemachtigen.
Ik vraag me af of we hier niet eigenlijk een gevecht van de nieuwe religie tegen de oude religie zien, waarbij het zelfs niet eens zo zeker is wie er eigenlijk heeft gewonnen :-). Het gaat haast om een ritueel offeren van de draak, elk jaar opnieuw, om er weer een jaar tegen te kunnen ...
Doudou is de naam die de Montois liefhebbend geven aan de draak die elk jaar tijdens de Ducasse door Sint-Joris wordt gedood. De Ducasse van Mons moet een geweldig spektakel zijn. Het duurt niet minder dan drie dagen en de straten zien zwart van het volk. Zo ongeveer elke Montois doet er aan mee. Het volksfeest is sinds 2005 trouwens door de UNESCO erkend als immaterieel cultureel werelderfgoed.
Het feest bestaat uit twee delen, het “Jeu de Sainte Waudru” (met de nadruk op het spirituele) en eindigt met het “Jeu de Saint-Georges” (waarbij vooral veel drank vloeit :-)). Het feest begint inderdaad in de Collégiale Sainte-Waudru, met het neerhalen van het reliekschrijn van de heilige Sint-Waltrudis (of Sint-Waldetrude, zoals het op de bordjes met uitleg in de Collégiale staat). Dat schrijn hangt hoog boven het koor en wordt speciaal voor de Ducasse naar beneden gehaald het weekend voor Pinksteren . Het schrijn blijft één nacht voor het altaar staan, bewaakt door de Hallebaardiers van Mons en wordt dan plechtig overgedragen aan de burgemeester van de stad. Dat vind ik wel schoon, hoe het spirituele en het wereldse elkaar hier ontmoeten voor het goed van de stad.
Daarna begint het reliek van Sainte Waudru aan haar tocht door de stad, op een prachtige koets die de rest van het jaar ook in de Collégiale staat. De koets wordt begeleid door Sint-Joris. Waar Sainte-Waudru de verpersoonlijking is van het spirituele luik van de Ducasse, is Sint-Joris die van het wereldse luik. Nadat Sint-Waltrudis weer netjes is thuisgebracht, gaat het richting Grand’Place waar Sint-Joris vecht met de draak en uiteraard wint.
In het museum wordt aan de hand van filmpjes, foto’s en getuigenissen getoond waar de Ducasse om draait, want voor eenieder die niet van Mons komt, is dat een groot een mysterie. De vraag wordt ook gesteld of het hele feest van de Doudou geen heidense oorsprong heeft, maar dat blijkt niet het geval. Nochthans is dat voor wie kijkt met heksenogen moeilijk te geloven.
De Doudou is een draak van riet en papier maché met een lange staart die eindigt met een paardenharen pluim. Terwijl de draak in tegenwijzerszin ronddraait, rijdt Sint-Joris met de klok mee rond de draak. Hij wordt geholpen door de Chinchins, mannen met een paard rond hun middel. De draak wordt geholpen door de Duivels. De draak staat uiteraard voor het kwade, Sint-Joris voor het goede. Het is de eeuwige strijd tussen goed en kwaad. Waar het interessant wordt is als we kijken naar de draak zelf. Die wordt gedragen door de Witte Mannen en zijn staart door de Wilde Mannen.
De Witte Mannen zijn volledig in het wit gekleed, met een zwarte ceintuur en rode linten aan hun armen en benen. Het zijn ook zij die de koets met het reliekschrijn van Sainte-Waudru de Collégiale in- en uitrijden. Plezant om weten is dat Sint-Joris in de Collégiale een rood-wit lint rond zijn pols gebonden krijgt alvorens te vertrekken voor zijn gevecht met de draak. Rood en wit, het zijn de kleuren van de stad Mons, maar ook van de oude godin ... :-) Is het lintje een extra bescherming door Sainte-Waudru of door nog een hogere goddelijke macht?
De Wilde Mannen of “Hommes de Feuilles” zijn helemaal gekleed in klimop. Ze zien er uit als Groene Mannen en zo worden ze soms zelfs genoemd. Zij dragen de staart van de draak en halen een laatste keer uit alvorens de draak sterft. Wie een paardenhaar van de staart kan bemachtigen en het draagt zal een jaar geluk hebben, zegt de overlevering. Na het gevecht met de draak kan het publiek haast niet wachten om de arena in te snellen om de laatste stukken paardenhaar te bemachtigen.
Ik vraag me af of we hier niet eigenlijk een gevecht van de nieuwe religie tegen de oude religie zien, waarbij het zelfs niet eens zo zeker is wie er eigenlijk heeft gewonnen :-). Het gaat haast om een ritueel offeren van de draak, elk jaar opnieuw, om er weer een jaar tegen te kunnen ...
Reacties