Liever één mus in de tuin ...

Mussen zijn zo gewoon dat we de kleine bruine vogeltjes haast als vanzelfsprekend beschouwen. Nochthans blijkt uit tellingen dat hun aantal de laatste 40 jaar met 30% is afgenomen. Vogelbescherming Vlaanderen vraagt iedereen om dit weekend mee huismussen te tellen, om te weten te komen hoeveel huismussen er nog zijn in Vlaanderen.


Huismussen – hun “sjieke” naam is Passer domesticus - komen overal voor, zowel op het platteland als in de stad.Waar mensen zijn, zijn doorgaans ook mussen. Iedereen die al eens een terrasje heeft gedaan, zal dat kunnen beamen. Ze maken graag hun nest onder de dakpannen of in gaten in muren. De vogeltjes zijn honkvast. Ze blijven altijd op dezelfde plek. Net zoals de gemiddelde Vlaming. :-)

Toch zijn struiken en bomen essentieel voor huismussen. Ze dienen als schuilplaatsen, voedselbronnen en nestgelegenheid. Een paar jaar geleden kon je via Natuurpunt heggepanten kopen, o.a. om het voor de huismus gemakkelijker te maken. Heggen, klimopmuren en bomen trekken insecten aan, en dat vinden mussen uiteraard interessant.

Vogelbescherming Vlaanderen telt ondertussen al 14 jaar elk jaar de mussen. Uit die tellingen blijkt dat mussen nog altijd overal zitten, maar dat het aantal koppeltjes sterk teruggelopen is. De mussenkolonies worden dus ook beduidend kleiner. Huismussen zijn sociaal. Ze leven samen in grote groepen of kolonies die vroeger enkele tientallen koppeltjes konden omvatten. Tegenwoordig zijn groepen van meer dan twintig koppeltjes echter uitzonderlijk. Als je er aan denkt om nestkasten voor mussen te hangen, dan hang je er dus best verschillende naast mekaar, of maak je er een grote met verschillende compartimenten waar verschillende koppeltjes in kunnen nestelen.

Wie regelmatig buitenkomt, heeft die terugval zeker ook al opgemerkt. Vroeger zag je overal mussen, nu is dat veel minder evident (behalve in de Zoo van Antwerpen, waar de mussen graag op de terrassen zitten te wachten tot er iets van een tafel valt :-)). Huismussen zijn nu zelfs beschermd!

Er zijn verschillende redenen waarom we de vogeltjes minder en minder tegenkomen. De belangrijkste oorzaak is echter dat we onze steden te  proper hebben gemaakt: we isoleren onze daken en muren beter zodat er minder nestelplaatsen zijn, we geven onkruid geen kans meer en verwilderde hoekjes zijn haast niet meer te vinden, alleen netjes getrimde parken, zodat er ook geen schuilplaatsen (tegen katten) en geen insecten meer zijn voor onze kleine vriendjes. En dus verdwijnen ze. Net zoals de kanarievogels in de steenkoolmijnen, zou je kunnen stellen dat de huismus – of liever: de afwezigheid van de huismus – een alarm is over de staat van de wilde natuur in onze leefomgeving. En daar is het blijkbaar niet zo goed mee gesteld.

Meer info: www.mussenwerkgroep.be

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De heksenrunen

De numerologie van je heksennaam