Ongelukkig (droom)
Daar sta ik dan, gepakt en gezakt. Ik sta op een binnenplein ergens ten lande, het is Saga rollenspelweekend en ik ben net toegekomen op de locatie samen met Bart. Overal lopen mensen, ik zie Jasper, dat is een hartelijk weerzien.
Jasper legt me uit wat de bedoeling is. Overal op de binnenplaats zie ik kleine kaartjes liggen met daarop een naam. Blijkbaar is het de bedoeling dat je je naam zoekt en daar je slaapzak uitrolt. Dat zijn de slaapplaatsen, gewoon buiten, zonder afdak of niks. En die tegels zijn ook niet geweldig, dat wordt hard slapen. Op sommige plaatsen ligt al een slaapzak. Eén kant van de binnenplaats is open, daar is geen gebouw, enkel een greppel met gras. Langs die zijde liggen ook kaartjes. Ik vraag me af hoe die mensen dat gaan doen om zo te slapen in die greppelen ik hoop dat mijn kaartje niet net daar ligt ...
Ik laat mijn bagage - mijn slaapzak en twee kartonnen dozen - staan aan een bankje en ga op zoek naar mijn naam. Ik loop alle kaartjes af, maar mijn naam vind ik niet. Ik word nerveus, het spel gaat straks beginnen en ik moet mijzelf toch eerst installeren! Ik wil mijn slaapzak gewoon ergens op een vrije plek leggen, maar dat mag blijkbaar niet. Ik twijfel even, maar besluit dan toch gewoon verder te zoeken.
Dan zit ik in een klaslokaal, ergens op een verdieping. Meisjes en jongens zitten achter computers, druk bezig. Ik vraag of ik de computer mag gebruiken om te zoeken waar ik moet zijn. Eén van de meisjes helpt me. Ik kijk rond, deze mensen hebben absoluut niks te maken met het rollenspel, ze zijn hier om les te volgen. Ik ben het meisje heel dankbaar dat ik haar computer mag gebruiken. Ik zoek en zoek, in een frenzy. Ik voel me geërgerd, nerveus, met een krop in de keel. Ken je dat gevoel als iets helemaal niet gaat zoals je had verwacht en je mee moet gaan tegen je gevoel in, tegen je zin, maar je kan niet anders? Dan voel je je gewoon ongelukkig. Zo voel ik me. Ik heb zin om naar huis te gaan ...
Dan komt een jongen de klas binnen. Hij heeft een Aziatisch gezicht. Hij was naar me op zoek.
Kom mee, zegt hij. Ik ben opgelucht, maar dat duurt niet lang. Maar ik moet mij nog omkleden!, roep ik vertwijfeld. Daar is geen tijd meer voor, zegt hij, de anderen hebben al vertraging... De mensen van de computerklas zijn klaar met hun les, staan recht en beginnen papieren in hun boekentassen te proppen. Ik dank het meisje, draai me om en volg de Aziatische jongen naar beneden.
Wacht, mijn spullen! Buiten zie ik bij het bankje mijn schoenen staan, die had ik blijkbaar uitgedaan :-) Ik zie dat mijn bagage ook nog steeds bij het bankje staat. Ik pak de kartonnen doos en vraag de jongen of hij me eventjes wil helpen, ik kan niet alles tegelijk dragen. Hij maakt geen aanstalten om me te helpen. Ik geef hem mijn slaapzak, die weegt niks en misschien dat hij dat wel wil doen? Hij neemt de slaapzak van me aan, ik pak in elke hand een kartonnen doos en zo goed en zo kwaad als het gaat strompel ik gefrustreerd en ongelukkig achter hem aan. Dit wordt niks.
Jasper legt me uit wat de bedoeling is. Overal op de binnenplaats zie ik kleine kaartjes liggen met daarop een naam. Blijkbaar is het de bedoeling dat je je naam zoekt en daar je slaapzak uitrolt. Dat zijn de slaapplaatsen, gewoon buiten, zonder afdak of niks. En die tegels zijn ook niet geweldig, dat wordt hard slapen. Op sommige plaatsen ligt al een slaapzak. Eén kant van de binnenplaats is open, daar is geen gebouw, enkel een greppel met gras. Langs die zijde liggen ook kaartjes. Ik vraag me af hoe die mensen dat gaan doen om zo te slapen in die greppelen ik hoop dat mijn kaartje niet net daar ligt ...
Ik laat mijn bagage - mijn slaapzak en twee kartonnen dozen - staan aan een bankje en ga op zoek naar mijn naam. Ik loop alle kaartjes af, maar mijn naam vind ik niet. Ik word nerveus, het spel gaat straks beginnen en ik moet mijzelf toch eerst installeren! Ik wil mijn slaapzak gewoon ergens op een vrije plek leggen, maar dat mag blijkbaar niet. Ik twijfel even, maar besluit dan toch gewoon verder te zoeken.
Dan zit ik in een klaslokaal, ergens op een verdieping. Meisjes en jongens zitten achter computers, druk bezig. Ik vraag of ik de computer mag gebruiken om te zoeken waar ik moet zijn. Eén van de meisjes helpt me. Ik kijk rond, deze mensen hebben absoluut niks te maken met het rollenspel, ze zijn hier om les te volgen. Ik ben het meisje heel dankbaar dat ik haar computer mag gebruiken. Ik zoek en zoek, in een frenzy. Ik voel me geërgerd, nerveus, met een krop in de keel. Ken je dat gevoel als iets helemaal niet gaat zoals je had verwacht en je mee moet gaan tegen je gevoel in, tegen je zin, maar je kan niet anders? Dan voel je je gewoon ongelukkig. Zo voel ik me. Ik heb zin om naar huis te gaan ...
Dan komt een jongen de klas binnen. Hij heeft een Aziatisch gezicht. Hij was naar me op zoek.
Kom mee, zegt hij. Ik ben opgelucht, maar dat duurt niet lang. Maar ik moet mij nog omkleden!, roep ik vertwijfeld. Daar is geen tijd meer voor, zegt hij, de anderen hebben al vertraging... De mensen van de computerklas zijn klaar met hun les, staan recht en beginnen papieren in hun boekentassen te proppen. Ik dank het meisje, draai me om en volg de Aziatische jongen naar beneden.
Wacht, mijn spullen! Buiten zie ik bij het bankje mijn schoenen staan, die had ik blijkbaar uitgedaan :-) Ik zie dat mijn bagage ook nog steeds bij het bankje staat. Ik pak de kartonnen doos en vraag de jongen of hij me eventjes wil helpen, ik kan niet alles tegelijk dragen. Hij maakt geen aanstalten om me te helpen. Ik geef hem mijn slaapzak, die weegt niks en misschien dat hij dat wel wil doen? Hij neemt de slaapzak van me aan, ik pak in elke hand een kartonnen doos en zo goed en zo kwaad als het gaat strompel ik gefrustreerd en ongelukkig achter hem aan. Dit wordt niks.
Reacties