Het feest van Asherah

Why are you silent, Mother? How can I
Become a goddess when the patterns here
Are those of gods? I struggle, and I try
To mold my womanself to something near
Their goodness. I need you, who gave me birth
In your own image, to reveal your ways:
A rich example of thy daughters’ worth;
Pillar of Womanhood to guide our days;
Fire of power and grace to guide my night
When I am lost.
My brothers question me,
And wonder why I seek this added light.
No one can answer all my pain but Thee,
Ordain me to my womanhood, and share
The light that Queens and Priestesses must bear.

Gedicht: "Another prayer" uit: Exponent II
door Lisa Bolin Hawkins.





Het Loofhuttenfeest
Elk najaar, telkens op een andere dag tussen eind september en eind oktober, vieren de Joden Soekot of het Loofhuttenfeest. Met dat zeven dagen durende feest herdenken ze de tocht die hun voorouders veertig dagen lang maakten door de woestijn nadat ze uit Egypte waren vertrokken. Toen de tempel van Jeruzalem er nog stond, kwamen de Joden van heinde en verre naar hier om het feest te vieren en God dankoffers te brengen voor de laatste oogst.

Typisch aan het Loofhuttenfeest is dat het gebod zegt dat je tijdens het feest in een loofhut moet wonen. Meestal wordt er gewoon gegeten in een hut in de tuin, daarmee is het gebod al vervuld :-), al zijn er ook mensen die een nachtje of meer in hun tuin gaan kamperen. Het hutje in kwestie moet wel een dak van takken en gebladerte van bomen en ander plantaardig materiaal hebben. Het dak mag niet van ander materiaal zijn. Een tentje mag dus niet ... De loofhut wordt versierd met vruchten en groenten. Doet dat al een belletje rinkelen?

Maar het is nog niet gedaan. Tijdens het zeven dagen durende feest wordt een soort van staf gemaakt van wat “de vier soorten” of arba'a miniem  wordt genoemd. Eigenlijk zijn het vier soorten bomen of struiken: drie takken mirte (hadassiem), twee takken beekwilg (aravot), een palmtak (loelav) en een grote citrusvrucht zoals een citroen of een appelsien (etrog).  Alle takken worden samengebonden, de citroen blijft los maar wordt er tegenaan gehouden. En dan is het tijd om te gaan sjokkelen met de loelav. Zo noemt men het zwaaien van de staf en het wordt elke dag van Soekot gedaan. Dat klinkt nogal bedenkelijk, maar dat is het niet. Tijdens het zingen van bepaalde psalmen wordt er naar alle richtingen gezwaaid:  eerst naar het oosten, dan naar het zuiden, naar het westen, naar het noorden en vervolgens naar boven (naar hemel) en naar beneden (naar de aarde). Nu zou het belletje al wat harder moeten rinkelen ... :-)

Uiteraard wordt aan de symboliek van de loofhut en het zwaaien met takken een uitleg gegeven die overeenkomt met de patriarchale godsdienst die het Jodendom nu is maar eigenlijk zijn het overblijfselen van een veel oudere religie waarin het vrouwelijke zeker zo belangrijk was.

Asherah of de verdwenen godin
De bruiloft in Kanaän is één van de gekendste verhalen uit de bijbel. Het is daar dat Jezus water in wijn veranderde. De Bijbel (die wel pas dateert van ongeveer 600 v.Chr.) identificeert Kanaän met Libanon (en dan voornamelijk de kuststad Sidon) maar laat het "Land van Kanaän" verder naar het zuiden doorlopen over Gaza naar de "Beek van Egypte" en in het oosten naar de Jordaanvallei, inclusief het huidige Israël en de Palestijnse gebieden.  Volgens Genesis 28:1 is het een gebied dat ten westen ligt van de rivier Jordaan en dat ongeveer overeenkomt met het huidige  Israël en Palestina plus aangrenzend kustland en delen van Libanon en Syrië. Vóór die tijd was het Oude Kanaän nog veel groter, maar omdat het geen politieke eenheid of staatsvorm had maar bestond uit een aantal goed georganiseerde maar volledig onafhankelijke steden die geen van alleen het overwicht had, is het moeilijk om de grenzen precies vast te leggen.

De Kanaänieten hadden een rijke cultuur en een even rijk pantheon. In dat pantheon werden drie grote godinnen vereerd: Asherah, Astarte en Anath. De rol van Asherah was die van de grote moedergodin. In mythologische teksten uit de stadstaat Ugarit, die dateren uit de late bronstijd, wordt ze de “creator van de goden” genoemd en haar echtgenoot El wordt “de creator” (de ontwerper) genoemd. El is de grote patriarch van Ugarit. Hij wordt vader genoemd, net zoals Asherah moeder wordt genoemd. Asherah was de Koningin van de Aarde en de Zee, El de Koning van de Hemel. Door hun huwelijk werd Asherah ook Koningin van de Hemel en El de Heerser over de Aarde. Hun zeventig kinderen vormen het Kanaänitische pantheon. In de mythologie wordt ze ook in verband gebracht met leeuwen (wat wijst op macht, slangen (verwijzend naar onsterfelijkheid of genezing) en heilige bomen (die staan voor vruchtbaarheid). Asherah wordt “de Vrouwe van de Slang” genoemd en heilige bomen zijn haar symbolen.

Die link met bomen uit de Kanaänitische mythologie komt ook terug in de Israelische traditie. Eén van de Kanaänitische koosnamen voor Asherah is “elat”, dat “godin” betekent. Dat woord is etymologisch identiek aan het Hebreeuwse woord “ela” voor de Pistacia palaestina of in het Engels terebinth, een typische boom uit de streek. En ook de Hebreeuwse woorden “elon” en “allon” zijn familie. Zelfs de bijbel legt het verband tussen Asherah en heilige bomen. Genesis 2:4b-3:24 heeft het over Eva,”de moeder van all wat leeft” op een manier die veel overeenkomsten vertoont met de Kanaänitische moedergodin. Als we er van uit gaan dat het verhaal gebaseerd is op een oudere religie, dan mogen we er ook van uit gaan dat de boom van het leven en de boom van wijsheid in het verhaal over Eden verwijzen naar typische Asherah symbolen.

In de bijbel wordt ook verwezen naar de asherah (enkelvoud) of asherim (meervoud), de cultobjecten die met de godin Asherah in verband worden gebracht. In de bijbel wordt hier meer dan dertig keer naar verwezen (niet altijd in positieve zin /_°, integendeel, maar het bevestigt wel het bestaan van de godin!). De asherim worden beschreven als een soort van paal of gestyleerde boom, zoiets als de meiboom bij ons. Net als een boom kunnen ze worden geplant of rechtgezet, en als ze worden verwoest heeft men het in de bijbel over het omhakken, neerhalen of ontwortelen. Ze kunnen blijkbaar ook worden verbrand of gebroken. In de Griekse en de Latijnse vertaling van de bijbel worden de asherim of asherah vertaald als “woud” of “bos”.

Nog volgens de bijbel plantten de Israelieten die heilige palen of gestyleerde bomen zo goed als  heel hun geschiedenis en zo’n beetje overal. De bijbel legt een verband tussen de heilige palen en hoge plekken, waarvan wordt aangenomen dat het een soort van openlucht tempels waren, en heeft het over “op elke hoge heuvel en onder elke groene boom”. Zo stond er volgens de bijbel een asherah paal naast het altaar van de Kanaänitische stormgod Baal. Uiteraard ging het de schrijvers van het heilige boek erom aan te tonen dat het aanbidden van Asherah niet hoorde en zelfs verboden was, zeker voor volgelingen van YHWH.

Ook al was het verboden om asherah palen naast het altaar van YHWH te zetten, toch vonden de meeste mensen dat Asherah perfect paste in het verhaal van YHWH. YHWH en de Kanaänitishe god El werden met elkaar vereenzelvigd en dus was het doodnormaal dat Asherah niet alleen El’s vrouw was maar ook die van YHWH (met Anath als tweede vrouw, jawel). Ook haar symbolen kregen dus wel degelijk een plaats binnen het geloof in YHWH. Zo stond naast het altaar van YHWH in Bethel, één van de twee grote tempels in het noordelijk koninkrijk van Israel, een heilige paal van Asherah en iedereen vond dat normaal. En ook in andere tempels van YHWH stonden asherah palen, zelfs met een volledig mannelijk priesterschap.

Dat komt omdat YHWH en Asherah werden vereerd als een goddelijk koppel. In de meeste religies is dat zo en dat was in de regio die nu Israel is niet anders. Er zijn zelfs archeologische vondsten die staven dat naast YHWH “zijn Ashera” stond, zijnde ofwel zijn vrouw Asherah ofwel de heilige paal die symbool stond voor de godin. Zelfs in de tempel van YHWH in Jeruzalem was dat helemaal geen issue. Het is pas later dat de symbolen van de godin werden geïntegreerd in de godsdienst rond YHWH, die uiteindelijk het Jodendom en het Christendom werden zoals wij dat kennen.

De archeologische vondsten rond de cultus van Asherah in Israel doen toch vragen rijzen over de monotheistische idee die centraal staat in het Jodendom en het Christendom. Dat monotheisme is in de geschiedenis van het heilig land eigenlijk redelijk nieuw. Daarvoor waren er een heleboel goden en godinnen, samen met YHWH of soms in plaats van YHWH. Het is pas later dat de eigenschappen van die verschillende goden en godinnen werden gebundeld als verschillende deelaspecten van één enkele god, YHWH. Er wordt in de bijbel zelfs verwezen naar God als de moeder (Deut 32:18; Num 11:12–13; Isa 45:9–10, 49:15; 66:13), wat wijst op de assimilatie van de moederlijke aspecten van Asherah in YHWH.

De Shekinah
En zo zijn we aanbeland bij de Shekinah. Het woord Shekinah komt van het werkwoord "shakan" en wordt etymologisch gelinkt aan het semitische woord dat "wonen" of "huizen" betekent. Christelijke theologen linken het woord aan het Griekse woord "Parousia" dat "aanwezigheid" of "aankomst" betekent (en dat in het Nieuwe Testament gebruikt wordt voor de aanwezigheid van God).

De idee was dat wij mensen God niet in zijn volle glorie konden zien, maar enkel de emanatie van God, de zogenaamde Shekinah. Shekinah is een vrouwelijk woord en volgens sommige theologen slaat het woord dus op de vrouwelijke kenmerken van de aanwezigheid van God. Het woord komt zelf niet in het Oude Testament voor, maar het werkwoord en andere afgeleiden wel.

Waar de oppergodin Asherah vroeger als tussenpersoon optrad voor haar echtgenoot God, evolueerde zij naar de Shekinah. Maar eigenlijk was er niets veranderd. Dat zien we nog heel goed in de aanbidding van Maria in het Christendom.  Maria Theotokos, zoals ze werd genoemd, droeg de aanwezigheid van God letterlijk in zich. Ze is gekend als de Koningin van de Hemel (tiens tiens) maar ze is ook een beetje de afgevaardigde van God en bezorgt Hem onze gebeden en bemiddelt bij Hem. Maria is veel meer aanwezig dan Jezus (neem maar eens een kijkje in de religieuze kunst van de afgelopen duizend jaar) en God zelf is zo goed als helemaal afwezig. Maria is de moderne versie van Ashera, de Koningin van de Hemel.

Als we bezig zijn met Hebreeuwse spiritualiteit, dan komen we al snel uit bij de Kabbalah. Volgens de Kabbalah is er maar één God, maar die heeft zowel vrouwelijke als mannelijke aspecten. Het is dus niet God de Vader, maar God de Moeder-Vader, één in het diepste van hun wezen, één in hun emanatie naar ons toe, één in hun continue creatie van alles wat is over de grenzen van alle zichtbare en onzichtbare werelden heen. Het is een waarlijk "heilig huwelijk" tussen de God-Moeder en de God-Vader in het diepste wezen van het zijn.

De davidsster wordt dan ook gezien als het symbool van het mannelijke en het vrouwelijke goddelijke verenigd in een constante daad van “creatie”. Het is dus eigenlijk het ultieme sekssymbool :-)


Geen enkele andere traditie  ziet de vereniging van mannelijke en vrouwelijke energie in de Ene die tegelijkertijd allebei is. God heeft dus twee kanten of gezichten: een mannelijk gezicht - de God van de Joden en de Christenen - maar ook een vrouwelijke kant. Die eenheid zien we ook terug in de Levensboom in de Kabbalah. De Levensboom bestaat uit drie peilers of zuilen: de zuil van Kracht (mannelijke energie, rechts in de levensboom, met Chokmah, God de vader, Sol of de Zon bovenaan), de zuil van Vorm (vrouwelijke energie, links in de levensboom, met Binah, God de Moeder, Luna of de Maan bovenaan) en in het midden de zuil van Evenwicht die tussen beide energieën bemiddelt en uiteindelijk voor de vereniging van Mannelijk en Vrouwelijk, Sol en Luna, zorgt. Volgens de Kabbalisten is de Shekinah die middelste zuil die de beide polen verenigt.

Zonder de Shekinah is er enkel het En Sof, het ultieme goddelijke dat we niet kunnen bevatten. Dankzij de Shekinah kan de wereld gecreëerd worden. Voor de kabbalisten is de Shekinah eigenlijk de ziel van de mens. Ze noemen de Shekinah “Zij die een deel van zichzelf opoffert zodat de mens in deze wereld geboren kan worden”. Zij offert zihzelf op, stukje bij beetje, opdat wij geboren kunnen worden. Het is de ultieme daad van elke moeder. In elk van ons zit dus een stukje van de Shekinah of van de emanatie van God, onze ziel, de goddelijke vonk zo je wil.

Ook interessant om te weten is dat de Shekinah in verband wordt gebracht met de transformerende geest van God, die de bron zou zijn van alle vormen van orakelen. Ook trance prophecy zou dus niet mogelijk zijn zonder de Shekinah of zonder de kracht van Asherah.

Bronnen:



Reacties

Populaire posts van deze blog

De heksenrunen

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De numerologie van je heksennaam