Zag ik een bloesem die naar haar tak terugkeerde
Wij hebben - binnenkort - een tuintje van zo'n vijf op tien meter, genoeg om met vrienden caipirinhas te drinken op het terras en met mijn handen in de grond te wroeten. Dat wroeten durf ik weleens van naderbij te gaan bekijken in andermans tuin, maar dan liefst één die een maatje groter is.
Mijn schoonouders doen dat ook graag en nodigden me uit om met de kinderen mee te gaan naar het Arboretum van Kalmthout. Daar had blijkbaar de ene of de andere excentrieke boom het in zijn hoofd had gehaald om te gaan bloeien, terwijl zijn soortgenoten dat niet of slechts om de twintig jaar of zo doen.
Het Arboretum stond al op mijn verlanglijstje sinds ik de reuzenrabarbers op televisie had gezien: ik dacht eigenlijk dat het een bomenverzameling was, maar daarmee scheen je het Arboretum onrecht aan te doen. Het leek veel meer dan dat en dat wou ik best wel eens met mijn eigen ogen zien.
Wat een geweldige plek! Op een boogscheut van Antwerpen ligt deze prachtige tuin vol kleur, een gigantische groene long, een oase van rust. De tuin is onderverdeeld in verschillende zones: de Rode Tuin, de Blauwe Tuin, de Witte Tuin, de Vlindertuin, enz. ... waar je naar hartelust in kan verdwalen.
Eerst gingen we uiteraard wel op zoek naar die speciale boom, de Emmenopterys henryi, die in 1907 in China werd ontdekt door een zekere Ernest Wilson. Omdertussen is hij in heel China beschermd, zo zeldzaam is hij geworden. In Europa zijn er slechts zes gevallen bekend van dergelijke boom in bloem, en daarvan zijn er twee in Kamthout! 't Zal onze goede kleigrond zijn, zeker? Via een stellingconstructie van Travhydro klommen we letterlijk de boom in want hij bloeit boven in zijn kruin. Het was alleszins de moeite waard want de bloemen zijn prachtig!
Ken je die korte haiku gedichtjes die de Japanners zo graag schrijven over de kersenbloesems? Zoals deze van Moritake (1472-1549):
Zag ik een bloesem die naar haar tak terugkeerde?
Ach, 't was een vlinder.
Op de ene of de andere manier passen die ook wonderwel bij de tere witte bloemetjes die zo overvloedig in de kruin van deze boom heen en weer wiegden in het zomerbriesje. Lieflijk is een ouderwets woord, maar het past wonderwel bij deze boom.
Nadat we weer naar beneden waren geklommen struinden we van de ene tuin vol bloemenpracht in de andere. Overal was er kleur en de geur was overheerlijk fris. Die bloemengeurtjes van Ajax zijn er niks bij.
Vooral de vlindertuin kon de kleintjes bekoren. In de stad zie je ampers nog vlinders en hier zaten ze met tientallen tegelijk binnen handbereik. Letterlijk overal zag je bijen en vlinders van de ene naar de andere bloemkroon hoppen. Ik had nog nooit zoveel distelvlinders bij elkaar gezien (al schijnen die de meest voorkomende vlinder te zijn tegenwoordig in Vlaanderens tuinen).
Met een hoofd zweverig van de geur van gras en bloemen en een licht hart reden we terug naar de stad. Ik liep meteen naar onze kleine "terrain vague" vanachter: er komt geheid een vlinderstruik.
---
Meer info over Emmenopterys henryi vind je bijna niet op het internet. Hierbij dus gewoon de info die ik heb overgeschreven van de infopanelen in Arboretum Kalmthout:
Deze zeldzame Chinese boom bloeit slechts zeer sporadisch maar groeit, in afwachting van deze bijzondere gebeurtenis, al in vele collecties en verzamelaarstuinen. De soort komt uit de vochtige bossen van de gematigde zone van Centraal en Zuidwest China.
Emmenopterys henryi groeit meestal op een hoogte tussen 600 en 1.300 meter, maar er zijn enkele uitzonderingen. In hoofdzaak komen de groeiomstandigheden erg goed overeen met deze van de zakdoekjes- of vaantjesboom: een gemiddelde temperatuur van 18°C tot 22°C, een jaarlijkse regenval van 1.500 tot 2.000 mm en een luchtvochtigheid van 70 tot 80%.
Emmenopterys henryi is een boomsoort waarvan de zaailingen en de jonge planten tot ongeveer 10 jaar oud goed groeien in donkere omstandigheden en de schaduw van omringende planten goed verdragen. De oudere exemplaren hebben echter wel behoefte aan voldoende zonlicht.
Emmenopterys henryi is thans zeldzaam en bedreigd in China, voornamelijk door het kappen van grote stukken bosrijk gebied ten voordele van de landbouw. De beperkte kiemingsgraad van de zaden bemoeilijkt bovendien de kans op herkolonisatie van nieuwe stukken. In heel China heeft Emmenopterys henryi een beschermde status.
Emmenopterys henryi werd beschreven door Ernest Wilson in Plantae Wilsonianae als "one of the most strikingly beautiful trees of Chinese forests". Wilson ontdekte het eerste exemplaar in Yichang op een hoogte van 1.200 meter. Zaad van deze boom stuurde hij in 1907 naar het Arnold Arboretum in de Verenigde Staten, maar helaas zijn er geen planten uit voortgekomen, of althans geen gedocumenteerde. Later bezorgde Wilson ook zaden aan de bekende Veitch Nursery in Groot-Brittannië. De meeste oudere Europese bomen zijn hoogstwaarschijnlijk bij deze kwekerij betrokken.
De naam Emmenopterys is samengesteld uit twee Griekse woorden: emmeno wat behouden wil zeggen en pteron wat vleugel betekent. Deze "vleugel" verwijst naar de vorm van de uitgegroeide kelk bij sommige bloemen. De soortnaam henrii is een eerbetoon aan de Ierse dokter Augustine Henry die eveneens naar China trok op plantenjacht.
Het eerste exemplaar dat in Europa bloeide was dat in Villa Taranto aan het Lagio Maggiore in Noord-Italië. In de zomer van 1971 bloeide er een 24 jaar oud en 15 m hoog exemplaar. In Groot-Brittannië heeft tot nu toe enkel het exemplaar in Wakehurst Place (Kew Gardens) gebloeid. Dit was in 1987 met slechts twee bloempluimen op de 75 jaar oude plant. In hetzelfde jaar bloeide de plant in het Arboretum Kalmthout voor de eerste keer. Bijna 20 jaar later (2006) was het opnieuw zover. In datzelfde jaar bloeide een jonge plant in arboretum De Dreijen (Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Nederland). Deze plant is een stek van het Kalmthoutse exemplaar en bloeide voor het eerst met enkele individuele bloempluimen. In 2009 toont Emmenopterys henryi in Arboretum Kalmthout opnieuw haar bloemenpracht, dit keer nog overvloediger, maar steeds met de bloempluimen helemaal bovenin de boom.
Het is niet duidelijk wanneer een Emmenopterys zal bloeien. In elk geval lijken een lange warme lente en zomer erg bevorderlijk. Het ontbreken hiervan in het maritieme gedeelte van Europa is volgens vele botanici de oorzaak dat deze boom zelden bloeit in onze regio. De opeenvolging van een vochtige zomer en een koude maar droge winter zou eveneens de bloei bevorderen. De regelmatige bloei van deze soort in botanische tuinen in het zuidoosten van de Verenigde Staten, centraal en Noord-Californië en de mediterrane gebieden in Zuid-Europa lijken dit te bevestigen. Aan de andere kant dwingen extreem koude winters de plant tot een struikachtige groeiwijze waarbij de scheuten elk jaar opnieuw tot de grond afvriezen. In zulke omstandigheden is bloei in ieder geval uitgesloten.
Deze zes waarnemingen zijn hoogstwaarschijnlijk niet de enige. Ze zijn wel het meest bekend en gedocumenteerd. In ieder geval blijft het een zeldzaamheid om een Emmenopterys henryi in deze regio van Europa in bloei te zien. Niettegenstaande het lange wachten is Emmenopterys henryi een schitterende en gezonde boom voor elke tuin.
Emmenopterys henryi behoort tot de familie van de Rubiaceae. Het is een familie van bloeiende planten waartoe onder andere de koffieplant behoort. Een inheemse vertegenwoordiger is het lievevrouwebedstro, Gallium Odoratum. De meeste soorten groeien echter in de tropen en de subtropen. Op dit ogenblik worden ongeveer 600 genera en meer dan 10.000 soorten tot deze familie gerekend. Voor het geslacht van Emmenopterys is er maar één soort: Emmenopterys henryi. In het zuidoosten van de USA groeit Pinckneya Pubens (fever tree), die vaak wordt beschouwd als de tegenhanger van Emmenopterys henryi in de nieuwe wereld. Deze soort heeft gelijkaardige uitgegroeide maar roze gekleurde kelkbladeren. Pinckneya is net zo decoratief in bloei en al even zeldzaam in collecties en kwekerijen.
Emmenopterys henryi is een bladverliezende boom die in de natuur 24 tot 30 meter hoog kan worden. In ons kllimaat mogen we al heel tevreden zijn met 10 tot 12 meter. De grijze schors is eerst afschilferend maar wordt steeds ruwer bij het ouder worden. In de lente verschijnen de bladeren met een rood-bronskleurige gloed. Op de bloei na is het één van de meest decoratieve aspecten van de plant. Na enkele weken krijgen de tegenovergestelde bladeren een leerachtig en glanzend uitzicht. Ze zijn breed ovaal van vorm en kunnen tot 22 cm lang worden. De bladstelen blijven flink rood aangelopen.
De herkenbare bloemen verschijnen tussen juni en september en staan bij elkaar in een pluim die tot 50 cm groot kan worden. Elke pluim telt 20 tot 40 bloemen die na elkaar bloeien, wat in een ontzettend lange bloeiperiode resulteert, tot 4 à 5 weken lang!
De bloemkroon is wit, ongeveer 2,5 bij 2,5 cm, met vijf ronde opengespreide kroonbladeren die aan de basis met elkaar kokervormig vergroeid zijn. Er zijn vijf afgeronde kelkbladeren waarvan er één soms uitgroeit tot een 5 cm grote gesteelde kelkslip, gelijkend op een vergroot schutblad. Deze witte kelkslippen blijven aan de vruchten zitten en verkleuren roze tijdens het rijpingsproces. Om zelfbestuiving binnen dezelfde bloem te voorkomen zijn de meeldraden en de stamper op verschillende tijdstippen rijp. Het vruchtje is klosvormig en tot 3,8 cm lang, en wordt rijp tussen oktober en november. Binnen elk vruchtje zit een groot aantal gevleugelde zaden die via de wind verspreid worden.
Emmenopterys henryi wordt best via vers zaad vermeerderd. Dez aden kiemen binnen één tot twee weken in een warme en zonnige omgeving. Het is ook mogelijk om zomerstekken te nemen.
Mijn schoonouders doen dat ook graag en nodigden me uit om met de kinderen mee te gaan naar het Arboretum van Kalmthout. Daar had blijkbaar de ene of de andere excentrieke boom het in zijn hoofd had gehaald om te gaan bloeien, terwijl zijn soortgenoten dat niet of slechts om de twintig jaar of zo doen.
Het Arboretum stond al op mijn verlanglijstje sinds ik de reuzenrabarbers op televisie had gezien: ik dacht eigenlijk dat het een bomenverzameling was, maar daarmee scheen je het Arboretum onrecht aan te doen. Het leek veel meer dan dat en dat wou ik best wel eens met mijn eigen ogen zien.
Wat een geweldige plek! Op een boogscheut van Antwerpen ligt deze prachtige tuin vol kleur, een gigantische groene long, een oase van rust. De tuin is onderverdeeld in verschillende zones: de Rode Tuin, de Blauwe Tuin, de Witte Tuin, de Vlindertuin, enz. ... waar je naar hartelust in kan verdwalen.
Eerst gingen we uiteraard wel op zoek naar die speciale boom, de Emmenopterys henryi, die in 1907 in China werd ontdekt door een zekere Ernest Wilson. Omdertussen is hij in heel China beschermd, zo zeldzaam is hij geworden. In Europa zijn er slechts zes gevallen bekend van dergelijke boom in bloem, en daarvan zijn er twee in Kamthout! 't Zal onze goede kleigrond zijn, zeker? Via een stellingconstructie van Travhydro klommen we letterlijk de boom in want hij bloeit boven in zijn kruin. Het was alleszins de moeite waard want de bloemen zijn prachtig!
Ken je die korte haiku gedichtjes die de Japanners zo graag schrijven over de kersenbloesems? Zoals deze van Moritake (1472-1549):
Zag ik een bloesem die naar haar tak terugkeerde?
Ach, 't was een vlinder.
Op de ene of de andere manier passen die ook wonderwel bij de tere witte bloemetjes die zo overvloedig in de kruin van deze boom heen en weer wiegden in het zomerbriesje. Lieflijk is een ouderwets woord, maar het past wonderwel bij deze boom.
Nadat we weer naar beneden waren geklommen struinden we van de ene tuin vol bloemenpracht in de andere. Overal was er kleur en de geur was overheerlijk fris. Die bloemengeurtjes van Ajax zijn er niks bij.
Vooral de vlindertuin kon de kleintjes bekoren. In de stad zie je ampers nog vlinders en hier zaten ze met tientallen tegelijk binnen handbereik. Letterlijk overal zag je bijen en vlinders van de ene naar de andere bloemkroon hoppen. Ik had nog nooit zoveel distelvlinders bij elkaar gezien (al schijnen die de meest voorkomende vlinder te zijn tegenwoordig in Vlaanderens tuinen).
Met een hoofd zweverig van de geur van gras en bloemen en een licht hart reden we terug naar de stad. Ik liep meteen naar onze kleine "terrain vague" vanachter: er komt geheid een vlinderstruik.
---
Meer info over Emmenopterys henryi vind je bijna niet op het internet. Hierbij dus gewoon de info die ik heb overgeschreven van de infopanelen in Arboretum Kalmthout:
Deze zeldzame Chinese boom bloeit slechts zeer sporadisch maar groeit, in afwachting van deze bijzondere gebeurtenis, al in vele collecties en verzamelaarstuinen. De soort komt uit de vochtige bossen van de gematigde zone van Centraal en Zuidwest China.
Emmenopterys henryi groeit meestal op een hoogte tussen 600 en 1.300 meter, maar er zijn enkele uitzonderingen. In hoofdzaak komen de groeiomstandigheden erg goed overeen met deze van de zakdoekjes- of vaantjesboom: een gemiddelde temperatuur van 18°C tot 22°C, een jaarlijkse regenval van 1.500 tot 2.000 mm en een luchtvochtigheid van 70 tot 80%.
Emmenopterys henryi is een boomsoort waarvan de zaailingen en de jonge planten tot ongeveer 10 jaar oud goed groeien in donkere omstandigheden en de schaduw van omringende planten goed verdragen. De oudere exemplaren hebben echter wel behoefte aan voldoende zonlicht.
Emmenopterys henryi is thans zeldzaam en bedreigd in China, voornamelijk door het kappen van grote stukken bosrijk gebied ten voordele van de landbouw. De beperkte kiemingsgraad van de zaden bemoeilijkt bovendien de kans op herkolonisatie van nieuwe stukken. In heel China heeft Emmenopterys henryi een beschermde status.
Emmenopterys henryi werd beschreven door Ernest Wilson in Plantae Wilsonianae als "one of the most strikingly beautiful trees of Chinese forests". Wilson ontdekte het eerste exemplaar in Yichang op een hoogte van 1.200 meter. Zaad van deze boom stuurde hij in 1907 naar het Arnold Arboretum in de Verenigde Staten, maar helaas zijn er geen planten uit voortgekomen, of althans geen gedocumenteerde. Later bezorgde Wilson ook zaden aan de bekende Veitch Nursery in Groot-Brittannië. De meeste oudere Europese bomen zijn hoogstwaarschijnlijk bij deze kwekerij betrokken.
De naam Emmenopterys is samengesteld uit twee Griekse woorden: emmeno wat behouden wil zeggen en pteron wat vleugel betekent. Deze "vleugel" verwijst naar de vorm van de uitgegroeide kelk bij sommige bloemen. De soortnaam henrii is een eerbetoon aan de Ierse dokter Augustine Henry die eveneens naar China trok op plantenjacht.
Het eerste exemplaar dat in Europa bloeide was dat in Villa Taranto aan het Lagio Maggiore in Noord-Italië. In de zomer van 1971 bloeide er een 24 jaar oud en 15 m hoog exemplaar. In Groot-Brittannië heeft tot nu toe enkel het exemplaar in Wakehurst Place (Kew Gardens) gebloeid. Dit was in 1987 met slechts twee bloempluimen op de 75 jaar oude plant. In hetzelfde jaar bloeide de plant in het Arboretum Kalmthout voor de eerste keer. Bijna 20 jaar later (2006) was het opnieuw zover. In datzelfde jaar bloeide een jonge plant in arboretum De Dreijen (Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Nederland). Deze plant is een stek van het Kalmthoutse exemplaar en bloeide voor het eerst met enkele individuele bloempluimen. In 2009 toont Emmenopterys henryi in Arboretum Kalmthout opnieuw haar bloemenpracht, dit keer nog overvloediger, maar steeds met de bloempluimen helemaal bovenin de boom.
Het is niet duidelijk wanneer een Emmenopterys zal bloeien. In elk geval lijken een lange warme lente en zomer erg bevorderlijk. Het ontbreken hiervan in het maritieme gedeelte van Europa is volgens vele botanici de oorzaak dat deze boom zelden bloeit in onze regio. De opeenvolging van een vochtige zomer en een koude maar droge winter zou eveneens de bloei bevorderen. De regelmatige bloei van deze soort in botanische tuinen in het zuidoosten van de Verenigde Staten, centraal en Noord-Californië en de mediterrane gebieden in Zuid-Europa lijken dit te bevestigen. Aan de andere kant dwingen extreem koude winters de plant tot een struikachtige groeiwijze waarbij de scheuten elk jaar opnieuw tot de grond afvriezen. In zulke omstandigheden is bloei in ieder geval uitgesloten.
Deze zes waarnemingen zijn hoogstwaarschijnlijk niet de enige. Ze zijn wel het meest bekend en gedocumenteerd. In ieder geval blijft het een zeldzaamheid om een Emmenopterys henryi in deze regio van Europa in bloei te zien. Niettegenstaande het lange wachten is Emmenopterys henryi een schitterende en gezonde boom voor elke tuin.
Emmenopterys henryi behoort tot de familie van de Rubiaceae. Het is een familie van bloeiende planten waartoe onder andere de koffieplant behoort. Een inheemse vertegenwoordiger is het lievevrouwebedstro, Gallium Odoratum. De meeste soorten groeien echter in de tropen en de subtropen. Op dit ogenblik worden ongeveer 600 genera en meer dan 10.000 soorten tot deze familie gerekend. Voor het geslacht van Emmenopterys is er maar één soort: Emmenopterys henryi. In het zuidoosten van de USA groeit Pinckneya Pubens (fever tree), die vaak wordt beschouwd als de tegenhanger van Emmenopterys henryi in de nieuwe wereld. Deze soort heeft gelijkaardige uitgegroeide maar roze gekleurde kelkbladeren. Pinckneya is net zo decoratief in bloei en al even zeldzaam in collecties en kwekerijen.
Emmenopterys henryi is een bladverliezende boom die in de natuur 24 tot 30 meter hoog kan worden. In ons kllimaat mogen we al heel tevreden zijn met 10 tot 12 meter. De grijze schors is eerst afschilferend maar wordt steeds ruwer bij het ouder worden. In de lente verschijnen de bladeren met een rood-bronskleurige gloed. Op de bloei na is het één van de meest decoratieve aspecten van de plant. Na enkele weken krijgen de tegenovergestelde bladeren een leerachtig en glanzend uitzicht. Ze zijn breed ovaal van vorm en kunnen tot 22 cm lang worden. De bladstelen blijven flink rood aangelopen.
De herkenbare bloemen verschijnen tussen juni en september en staan bij elkaar in een pluim die tot 50 cm groot kan worden. Elke pluim telt 20 tot 40 bloemen die na elkaar bloeien, wat in een ontzettend lange bloeiperiode resulteert, tot 4 à 5 weken lang!
De bloemkroon is wit, ongeveer 2,5 bij 2,5 cm, met vijf ronde opengespreide kroonbladeren die aan de basis met elkaar kokervormig vergroeid zijn. Er zijn vijf afgeronde kelkbladeren waarvan er één soms uitgroeit tot een 5 cm grote gesteelde kelkslip, gelijkend op een vergroot schutblad. Deze witte kelkslippen blijven aan de vruchten zitten en verkleuren roze tijdens het rijpingsproces. Om zelfbestuiving binnen dezelfde bloem te voorkomen zijn de meeldraden en de stamper op verschillende tijdstippen rijp. Het vruchtje is klosvormig en tot 3,8 cm lang, en wordt rijp tussen oktober en november. Binnen elk vruchtje zit een groot aantal gevleugelde zaden die via de wind verspreid worden.
Emmenopterys henryi wordt best via vers zaad vermeerderd. Dez aden kiemen binnen één tot twee weken in een warme en zonnige omgeving. Het is ook mogelijk om zomerstekken te nemen.
Reacties