Het wilde denken

Ik lees in de krant dat Claude Lévi-Strauss afgelopen zaterdag is overleden, de vermaarde Franse filosoof en antropoloog en één van de grootste Franse denkers van de afgelopen eeuw tout court. Hij was honderd en ging blijkbaar op 31 oktober, Samhain, net het moment waarop de grenzen tussen onze wereld en de andere wereld vervaagden. Dat had hij als antropoloog waarschijnlij zelf wel leuk gevonden!

Hij schreef een schitterend boek, Tristes tropiques (of Het trieste der tropen) dat verscheen in 1955, als verslag van zijn reizen door het Braziliaanse binnenland in de jaren dertig. Daar zag hij o.a. hoe binnen de Indiaanse cultuur elk individu zijn specifieke functie had en dat je dat ook kon aflezen uit de patronen van de tatouages die hij droeg. Dat werd de basis voor het Structuralisme, waar Lévi-Strauss de grondlegger van was.

Volgens Lévi-Strauss geeft niet het individu de wereld zijn betekenis. Het individu krijgt pas betekenis als deel van een netwerk dat hem overstijgt. Betekenis krijgt de wereld pas dankzij een structuur, die de wereld verdeelt in onderling tegengestelde elementen. Als een cultuur een tekst zou zijn, dan zou het individu niet meer zijn dan een lettertje binnen de tekst, dat netjes op de hem toegeschreven plaats staat.

De werkelijkheid is als het ware al geformatteerd, daar heeft de individuele mens niets meer aan te zeggen. Die 'structuren' beheersen het denken van de mens en brengen regels voort, waarvan de mens zich evenmin bewust is als van de regels van de taal waarvan hij zich bedient. In dat opzicht zijn alle culturen voor hem evenwaardig. Het onderscheid tussen primitieve versus beschaafde culturen bestaat dan ook niet volgens hem. Je kan er niet aan doen in welke cultuur je wordt geboren, je groeit er in op en leert gaandeweg leven binnen de structuur die die cultuur is.

Wat ik zo fascinerend vind is dat hij door zijn contact met de indiaanse volksstammen in Brazilië tot de constatatie kwam dat de verschillende wereldbeelden, mythologieën, religies, enz. ... op één schapje thuishoren. Hij noemde dat het "wilde denken": magie, mythen, enz. ... Die staan volgens hem niet lijnrecht tegenover onze westerse "wetenschappelijke" manier denken, ze hebben een vergelijkbare rol in respectievelijk de Indiaanse en andere culturen en onze westerse cultuur. Dat lijkt eigenlijk nogal logisch, maar zijn opvatting deed indertijd veel stof opwaaien! We zaten toen nog midden in de koloniale periode ... Ondertussen is er gelukkig al veel veranderd en is dat "wilde denken" zelfs opnieuw deel gaan uitmaken van onze eigen cultuur. Al is het volgens mij nooit helemaal weg geweest, alleen verdoken.

Er werd hem ooit gevraagd waarom hij alle mythologieën probeerde uit te leggen op één na: die van onszelf. De vraag klonk nogal kritisch: "Zou dat niet komen doordat de joods-christelijke cultuur ontsnapt aan uw analyse omdat zij, in tegenstelling tot het 'wilde denken', zich voortdurend is blijven vernieuwen door zich opnieuw te interpreteren?". Lévi-Strauss antwoordde daarop dat we niet de etnologen van onze eigen stam kunnen zijn. Onszelf begrijpen kunnen we alleen maar van buitenaf, omdat we anders niet neutraal kunnen zijn. Dat is waar.

Toch had de vraagsteller een punt: het is belangrijk om steeds in je eigen boezem te kijken en jezelf steeds in vraag te blijven stellen. Dat is de enige manier om te evolueren én daardoor te blijven overleven. Anders eindig je zowiezo ooit als een interessante voetnoot in de geschiedenis. Misschien moeten sommige hardcore heksen dat ook eens beseffen ...

Reacties

Populaire posts van deze blog

De heksenrunen

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De numerologie van je heksennaam