Zomerregenwende (Litha)
Drijfnat. Doorweekt tot op het bot. Zo kwamen we terug van
onze Litha-zomerwandeling. We hadden afgesproken om een gezamenlijke
Litha-viering te doen in de Hobokense Polder, met een zomerwandeling gevolgd
door een riueel op de grasweide. Prima idee vond ik dat, want niet alleen is
dat achter mijn hoek, het is ook een super stukje natuur! Het enige nadeel is
dat het een waterig gebied is en dat het er stikt van de muggen van zodra de
zon zich laat zien. Wat nu absoluut niet het geval was, jammer genoeg ...
De Hobokense Polder |
De Hobokense Polder is het laatste stukje natuur aan de
zuidkant van Antwerpen. Je kan er fietsen langsheen de Schelde en wandelen tussen
de Galloway-runderen en de Konik-paarden. Natuurpunt zorgt voor het beheer ervan
en dat resulteert in een prachtig stukje natuur op vijf minuutjes rijden van
het stadscentrum. Het gebied dankt zijn naam aan het vroegere
poldergebied dat zich hier langs de oever van de Schelde uitstrekte:
laaggelegen land dat geregeld overstroomd raakte en door kleine boertjes werd
gecultiveerd. Vanaf de jaren zestig werden de dijken echter opgehoogd zodat het
gebied niet meer echt kon overstromen. Sindsdien is de gecultiveerde polder definitief
verdwenen en is er een nieuw natuurlandschap voor in de plaats gekomen.
Zo nat als de vennetjes in de Hobokense Polder zijn, zo nat
werden wij terwijl we doorheen de paadjes banjerden. Niemand van ons was echt
voorzien op dit weer en voor we het wisten, waren onze schoene doorweekt. Op
zompige “splasj splasj”-voeten baanden we ons giechelend een weg doorheen de
modderplassen en de smalle boswegeltjes vol brandnetels. Het klinkt
verschrikkelijk maar eigenlijk had het wel iets. Toen we op de grasweide
aankwamen, stonden we tot aan onze enkels in het water. Zo leek het toch. We
beslisten om toch maar niet te gaan zitten. :-)
We beslisten om het ritueel in te korten en de cake&wine
bij ons thuis te doen. Dan konden onze kleren meteen in de droogkast! We
trokken rechtstaand onze cirkel, sloten onze ogen en riepen de elementen aan. Het
viel me op hoe snel die er waren: meestal nemen ze even hun tijd alvorens zich
kenbaar te maken, maar nu stonden ze er meteen. En elke keer als één van de
elementenwachters opdook hoorde ik een enorme bons, als een grote houten poort
die met een luide klap dichtviel. Bizar, want ik dacht dat het juist ging om
het openen van poorten ...
Ik was me heel erg bewust van mijn omgevijng: het ruisende
regenen in het gras, de geur van de grasweide, het aarzelende gefluit wan de
vogels die scholen in de bomen, het gevoel van de handen van de vrouwen links
en rechts van me, en van de druppels ddie door mijn haar over mijn gezicht naar
beneden rolden... Ik zag mezelf staan op de graswei, in de plenzende regen, en
plots was de regen weg. Ik stond daar nog steeds, maar de zon scheen felgeel en
het gras stond hoog en fier en wuifde in de bries. Aan de rand van de weide zag
ik een klein meisje bloemen plukken. Ze had een blauw zomerjurkje aan en een
wit T-shirtje. Ze stond gebukt, de handen uitgestrekt om nog een bloem te
plukken en haar lange zwarte haar viel over haar gezicht. Het was perfect. Toen
keek het meisje op en zag me. Ik zag hoe ze bevroor van de schrik. Er weerklonk
opnieuw een luide klap en ik stond weer in de regen. Er was inderdaad een poort
dichtgeslagen ... Het meisje dat ik had gezien was helemaal geen gewoon meisje:
het smalle gezichtje, de grote oren en de scheef opstaande smalle pikzwarte
ogen hadden niks menselijks! Misschien was ik onbedoeld ergens anders terechtgekomen
en daar terug uitgegooid ...
Elenor leidde ons vervolgens in een meditatie naar ons “Lichtwezen”,
om kennis te maken en eventueel vragen te stellen. We hebben ooit in een
meditatie een bezoek gebracht aan ons “stralende
zelf”, ons volledige potentieel. Het Lichtwezen dat we nu zouden opzoeken is nog
iets anders. In tegenstelling tot ons stralende zelf is dit een hoger wezen,
niet iets dat in onszelf zit. Maar voor het zo ver was, lieten we onszelf eerst
vol stromen met licht, uit een zon die een armlengte boven ons hoofd hing. Uit
de zon kwam een straal die als een soort van scanner helemaal langsheen ons
lichaam ging. Ik zag de streep lichtblauw van boven naar beneden glijden en
weer naar omhoog, alsof ik gescand werd op oneffenheden :-). Daarna gingen we naar onze
axis mundi om onze echte reis te beginnen.
Mijn axis mundi is een toren met een wenteltrap. In de toren
zijn verschillende in- en uitgangen. Eén daarvan bevindt zich in mijn eigen
tuin. In de grijze tuinmuur zit in mijn hoofd een klein deurtje, en achter dat
deurtje zit de trap. In het echt is die muur mooi effen lichtgrijs gestuct en
is er van een deurtje geen sprake. Onze intentie – op zoek gaan naar ons
lichtwezen – zou met ons meevliegen. De vorige keren als ik dat zag, ging het
steeds om een klein felrood vogeltje. Deze keer was het beestje zo schiterend
en blinkend, dat het licht op zijn verendek weerkaatste en je je ogen moest
dichtknijpen tegen de schittering. Het leek wel of hij alle kleuren van de
regenboog had. Wat een schitterend beestje! Letterlijk en figuurlijk! Op mijn
schouder zat een kwetterende eekhoorn. En zo stapte ik, samen met de eekhoorn
en het kleurrijke vogeltje het deurtje door en de wenteltrap op, door de tijd
en door de ruimte, op zoek naar mijn Lichtwezen.
Meestal als ik naar beneden ga, dan draait de wenteltrap
naar links. Ik ben ook al naar boven gelopen en dan draait de trap naar rechts.
Deze keer draaide de trap naar rechts, naar boven, maar had ik – M.C.
Escher-gewijs – het gevoel dat ik naar beneden liep. Dat gaf een verwarrend
gevoel, alsof ik zowel naar boven als naar beneden aan het lopen was. Heel raar.
Volgens Elenor is dat omdat het Lichtwezen zich op ons niveau bevindt, noch
boven, noch beneden, maar niet in onze wereld.
Beneden – of was het boven? – aangekomen zag ik haar meteen,
het Lichtwezen. Ze straalde zo intens veel licht uit, dat ik moeite had om haar
te onderscheiden. Ik moest mijn ogen dichtknijpen. Het was alsof ik recht in de
zon aan het kijken was en echt prettig kon ik het niet noemen. He enige dat ik
van haar kon zien, was de schittering van een gouden kroon, zo’n typische hoge
gesloten kroon met een appel en een kruis erboven op, zoals Napoleon, Louis XIV
en de Britse Queen plachten te dragen. Uit de schittering zag ik ook het
uiteinde van een gouden scepter steken. Ze zat op een troon of alleszins op een
verhoog. Ik moet toegeven dat ik onder de indruk was en ik voelde hoe ik
onbewust op mijn knieën viel. Ik moest onwillekeurig denken aan die nogal
imperiaal uitziende beeldjes die je wel eens ziet van Onze Lieve Vrouw, met net
zo’n kroon en meestal een manteltje van gouddraad of een andere luxueus
aandoende stof. Het Lichtwezen zat daar op haar troon en ik voelde hoe ze naar me keek.
Elenors stem vertelde ons dat we een vraag konden stellen of
heling konden vragen, als we dat wilden. Als we niet wisten wat te vragen, dan
konden we vragen wat we praktisch konden doen om meer licht uit te stralen.
Terwijl ik lenors stem de vraag hoorde suggereren, hield het Lichtwezen plots
haar scepter in mijn richting en uit de staf schoot een gouden straal van licht
naar me toe. Ik zat nog steeds op mijn knieën en hield mijn hoofd gebogen, om
mijn ogen af te wenden van het schitterende licht voor me. Toen voelde ik een
hand op mijn schouder en ik voelde hoe het licht uit de hand vloeide en me
helemaal begon te vullen. Dat voelde echt goed. Ik voelde hoe ontspannen ik was
en ik genoot van het warme gevoel van die gouden gloed in en rond mij.
Ik keek naar omhoog en het Lichtwezen zat nog steeds op haar
troon. Was het wel haar hand geweest? Het maakte niet uit. Ik was zowiezo
dankbaar voor het geschenk dat ik had gekregen. Uit de flonkerende vlek voor me
– ik kon nog steeds niet rechtstreeks naar haar kijke zonder mijn ogen pijn te
doen – kwam een gouden lichtflits geschoten. Het was een gouden wezentje, zo
groot als een hand, dat kwiek rond de flonkering kwam vliegen, van links naar
rechts en weer terug, heel nerveus en energiek. De snelle bewegingen van het
wezentje deden me denken aan de draakjes van Daenerys Stormborn uit de
televisiereeks Game of Thrones. Nieuwsgierig kwam het draakje naar me toe
gevlogen en toen zag ik pas dat het helemaal geen draakje was, maar een klein
gouden paardje met vleugeltjes die heen en weer flapperden als een vleermuis.
Het paardje landde op de stenen altaartafel waar ik voor op de grond zat en
keek me nieuwsgierig aan, zijn kopje gebogen, en schudde toen briesend zijn
manen. Ik verwachtte half en half dat het vuur zou gaan spuwen! :-)
Toen leek het alsof ik ergens anders was. Voor me zag ik het achterhoofd van een blonde vrouw met felblonde lange haren. Ik zag de strakke kaaklijn en de met juwelen bezette beker die ze met slanke elegante handen naar haar mond bracht. Ik dacht eerst dat mijn ego tussenbeide kwam en me iets liet zien dat hier niet thuishorde, maar toen besefte ik dat ik, als ik verder keek dan vlak voor me, dat ik dan mezelf kon zien zitten, achter de lage altaartafel, met het gouden paardje dat parmantig heen en weer liep op de tafel, met zijn kop schuddend en zijn vleugels open en dicht klappend. Ik was in de war. Het leek wel alsof ik achter het Lichtwezen stond, maar waar was het licht? En waar was de kroon? Het was pas toen ik een fllits van spitse oren door de blonde haren zag steken dat ik wist dat ik niet meer bij het Lichtwezen was. Iemand had me daar weggehaald. Was dat omdat ik daarstraks dat meisje met de zwarte ogen had gezien?
Voor ik me er verder vragen bij kon stellen, stond ik terug
aan de doorgang naar de wenteltrap. Het paardje vloog druk voor me uit en
terug. Het leek wel alsof het ongeduldig was om mee naar boven – of beneden –
te gaan. Eenmaal terug boven aangekomen, vloog he nieuwsgierig doorheen de
deur, mijn tuin in. Daar bleef het zweven, opgewonden op en neer gaand als een
op hol geslagen grote kolibrie. Toen kalmeerde het diertje en veranderde voor
mijn ogen en tot mij verbazing in een muurschildering. Op de lichtgrijze muur,
naast het deurtje van de axis mundi, stond nu een witgekalkte schildering van
een vliegend paard in volle vlucht, de vleugels en de hals trots omhoog
geheven.
Reacties