Tranceprofetie: over goden en geesten (weekend Ni d'Jenatche)

Goden kunnen zih manifeseren op verschillende manieren:

1. Op een energetische manier, als energie: bijvoorbeeld Maria op een bedevaartplaats, lichtbollen op foto’s (“geesten”?)
2. Op een “akashische”/mythologische manier: de Akashische bibliotheek is ons collectieve onderbewustzijn. De godheid neemt de vorm aan zoals beschreven in de mythologie, zoals opgeslagen in onze collectieve onderbewuste. Dit is cultureel bepaald. Bijvoorbeeld: de Morrigan in harnas met een raaf en een speer.
3. Op een subjectieve manier:
• Intellectueel (volgens het verwachtingspatroon): je ziet wat je verwacht, hoe je erover hebt gelezen bijvoorbeeld.
• Hedendaags (modern cultureel): bijvoorbeeld een telecomingenieur als Hermes, of een zware jongen vol raventatoes op een Harley Davidson als Odin.
• Animistisch: in dierenvorm.

Goden zijn een vorm van geesten. Ze zijn niet noodzakelijk altijd een god geweest. Er zijn verschillende soorten van geesten, met een stricte hierarchie:

1. De laagste vorm van geesten zijn de Qlipotische geesten of grondvoedende entiteiten. Dit heeft niks te maken met goed of slecht, het is gewoon natuurlijk. Je zou het kunnen vergelijken met bacteriën. Die breken rommel af tot compost, maar kunnen je ook ziek maken. Deze entiteiten voeden zich met negatieve energie. Dat is waarvoor ze er zijn, ze zorgen dat die wegraakt. Dat betekent wel dat negatieve energie deze vorm van entiteiten aantrekt. Daarom trekken we cirkels! Omdat ze zo aangetrokken worden door negatieve energie, proberen ze daar ook meer en meer van te hebben. Denk maar aan een Ouija-bord: door boodschapen door te geven, zorgen ze dat de mensen rond het bord bang worden. Dat is negatieve energie! En dus blijven ze dat doen en gaan ze als het ware aan die mensen vastklitten ... Als je een cirkel trekt, kunnen ze er niet bij. En als je niet bang bent, valt er niks te rapen ... Zo’n beetje als de hangjongeren in de Abdijstraat ’s nachts: als je niet bang bent, laten ze je gewoon met rust :-) Er zijn twee soorten van grondvoedende entiteiten: intelligente en niet intelligente. De niet intelligente zijn als bloedzuigers. Ze voeden zich aan je aura. Ze zijn gemakkelijk te verwijderen. De intelligente zijn vervelender. Ze voeen zich via je Schaduw, je angsten, je onderdrukte gevoelens cfr. Het Ouija-bord.
2. Lagere elementale entiteiten: dit volgt de sjamanistische kijk op de wereld. Alles is levend en heeft een geest: stenen, bomen, waterlopen, enz. ... Deze elementale entiteiten zitten op een ander niveau. We zien hen niet in onze wereld (elfen). Dit zijn manifestaties van die stenen, bomen, enz. ... de genius loci, de geesten van het land.
3. Dierengeesten: krachtdieren, totemdieren
4. Hogere elementalen/lagere goden: bijvoorbeeld de “heren” van de windrichtingen/elementen. Zij controleren de lagere elementale entiteiten. Hier horen ook de Sidhe uit de ierse mythologie en de Vanir uit de Noordse mythologie bij. Vergelijk het met de boeren, dames en heren in een kaartspel, die de hogere elementalen zijn, terwijl 0 tot 10 de lagere elementalen zijn.
5. Ontlichaamde entiteiten: de zogenaamde “dooie mensen”, tussen twee incarnaties in. E zijn er bij die dit vrijwillig zijn, geesten die zelf beslissen om te komen of hier te blijven voor de ene of de andere reden. Ze willen nog even niet oversteken. Maar er zijn er ook bij waarbij dit niet vrijwillig is. Zij weten dikwijls niet dat ze dood zijn, ze hebben als het ware de boot gemist en zitten hier vast. Soms zijn ze ook gewoon bang om naar de andere kant te gaan. Het is onze verantwoordelijkheid als heksen om ze naar de andere kant te krijgen, ze zijn géén speelgoed! Je moet ook opletten voor bepaalde van deze ontlichaamden: ze kunnen zich vasthangen aan een persoon en als het ware opnieuw leven door die persoon.
6. Gedachtevormen: sommige gedachtevormen worden bewust gecreëerd, als wachters bijvoorbeeld (zoals wij gedaan hebben met Nette en Finn), maar soms gebeurt dat onbewust, bijvoorbeeld als je je auto een naam geeft. Het zijn als het ware paranormale stofnesten. De “kaboutertjes” bijvoorbeeld zijn zo’n gedachtevormen. Er zijn ook verhalen van “spookkatten” waarbij een gelukkig huis gelinkt wordt aan een kat zodat zonder het te willen een spookkat wordt gecreëerd.

Om het Onkenbare te communiceren, plakken we er gezichten op. Denk maar een de meneer op een wolk op een troon, of kinderen die een zon tekenen als een mannetje met stralen rond. Goden en godinnen zijn culturele gedachtenvormen. Bij een gewone gedachtenvorm komt de energie die erin steekt van ons. Bij goden en godinnen komt die energie van boven ons.

Er zijn drie soorten goden en godinnen:

1. Oergoden: dit zijn de natuurkrachten van de wereld rondom ons, zoals de goden van de zee, Gaia, Isis, vruchtbaarheidsgoden, Moeder Aarde en Vader Hemel.
2. Genius Loci: hogere elementalen, geesten van het land, gelinkt aan bepaalde plekken, zoals bijvoorbeeld de godin Pele (een berg in Hawai), Isis, Nessa (slangengodin van het meer cfr. Nessie :-)) die goden geworden zijn
3. Vooroudergoden: deze waren eerst een gewone mens cfr. de heiligen uit de katholieke kerk, Elvis Presley, Prinses Di, Marilyn Monroe. Avatars (levende goden).

Onze goden heben lang geslapen. Ze zijn gemakkelijk om mee te werken, ze vinden het fijn om met ons mee te werken. Soms zijn ze een beetje anders: bijvoorbeeld Zeus die eruit ziet als Laurence Olivier en Brits spreekt :-). Goden pakken energie waar ze maar kunnen, bijvoorbeeld Cernunnos die Herne wordt in de serie Robin Hood.