Coven cuisine: vergeten mispels
Het voordeel van in een multiculturele buurt te wonen is dat je niet ver moet reizen om op ontdekkingstocht te gaan. Het volstaat een toertje te doen langsheen de vele fruit- en groentekramen in de buurt om vanzelf in een exotisch avontuur te belanden. In de zomer spatten de kleuren uit de vitrines, met overal knalgeel en warm oranje en dieprood dat je speekselklieren in overdrive doet gaan.
Deze keer was het de stapel knalgele vruchten die mijn aandacht trok. Ze waren iets groter dan een abrikoos, met een dik gebutst straatvechtersvel en een kroontje. Ik had geen idee wat voor iets me daar lag toe te lonken. Ze leken een beetje op de cactusvijgen die de vriendelijke verkoper me al eens had laten proeven en die de kinderen een revelatie vonden. De man pelde het vel weg als een banaan en stak me een vrucht toe om te proeven: ietwat zurig maar lekker fris, perfect voor de zomer.
De dingen waren mispels uit Spanje, zo bleek. Van mispels had ik alleen nog maar gehoord in de verhalen van mijn moeder. Die vertelde dat je ze moest laten rotten en dat ze dan het lekkerst waren. Vroeger waren ze vanzelfsprekend, nu weet niemand nog wat een mispel precies is.
Mispels horen thuis in de familie van de rozen. Ze zitten bomvol vitamine C en waren in vroeger dagen, toen er van appelsienen en citroenen in onze contreien nog geen sprake was, een van de klassieke fruitsoorten naast appels en peren (ook familie van de rozen). Die mispels zien er wel nog wat anders uit dan de mispels die bij de fruitboer liggen. Onze mispels zijn bruin. Ze zijn pas rijp in oktober. De vruchten zijn dan niet te eten, zo wrang smaken ze. Het is pas als het ’s nachts begint te vriezen (of nadat je ze in de diepvries hebt gelegd) dat ze beginnen fermenteren en zacht en bruin worden. Je moet ze dus plukken na de eerste nachtvorst en ze dan nog twee of drie weken bewaren op een donkere plek. Dan pas worden ze zoet en zelfs een beetje weeïg. Je moet ze dus inderdaad een tijdje laten “rotten” :-)
De variant die nu in de Marrokaanse winkel ligt is een aziatische variant die de weg vond naar de warme streken in Europa, zoals Italië en Spanje. Die goudgele “Spaanse mispels” zijn rijp aan het einde van de lente. Prima dus als friszurig tussendoortje voor een hete junidag.
Mispellikeur – versie lente/zomer
Nodig voor 1 fles mispellikeur:
Mispellikeur – versie herfst/winter
Nodig voor 1 fles mispellikeur:
Deze keer was het de stapel knalgele vruchten die mijn aandacht trok. Ze waren iets groter dan een abrikoos, met een dik gebutst straatvechtersvel en een kroontje. Ik had geen idee wat voor iets me daar lag toe te lonken. Ze leken een beetje op de cactusvijgen die de vriendelijke verkoper me al eens had laten proeven en die de kinderen een revelatie vonden. De man pelde het vel weg als een banaan en stak me een vrucht toe om te proeven: ietwat zurig maar lekker fris, perfect voor de zomer.
De dingen waren mispels uit Spanje, zo bleek. Van mispels had ik alleen nog maar gehoord in de verhalen van mijn moeder. Die vertelde dat je ze moest laten rotten en dat ze dan het lekkerst waren. Vroeger waren ze vanzelfsprekend, nu weet niemand nog wat een mispel precies is.
Mispels horen thuis in de familie van de rozen. Ze zitten bomvol vitamine C en waren in vroeger dagen, toen er van appelsienen en citroenen in onze contreien nog geen sprake was, een van de klassieke fruitsoorten naast appels en peren (ook familie van de rozen). Die mispels zien er wel nog wat anders uit dan de mispels die bij de fruitboer liggen. Onze mispels zijn bruin. Ze zijn pas rijp in oktober. De vruchten zijn dan niet te eten, zo wrang smaken ze. Het is pas als het ’s nachts begint te vriezen (of nadat je ze in de diepvries hebt gelegd) dat ze beginnen fermenteren en zacht en bruin worden. Je moet ze dus plukken na de eerste nachtvorst en ze dan nog twee of drie weken bewaren op een donkere plek. Dan pas worden ze zoet en zelfs een beetje weeïg. Je moet ze dus inderdaad een tijdje laten “rotten” :-)
De variant die nu in de Marrokaanse winkel ligt is een aziatische variant die de weg vond naar de warme streken in Europa, zoals Italië en Spanje. Die goudgele “Spaanse mispels” zijn rijp aan het einde van de lente. Prima dus als friszurig tussendoortje voor een hete junidag.
Mispellikeur – versie lente/zomer
Nodig voor 1 fles mispellikeur:
- 300g Spaanse mispels
- 300g suiker
- 1l wodka (minstens 38°) of gin
- 1 citroen
- Spoel de mispels en de citroen goed proper.
- Snij de citroen in parten. Doe ze samen met de mispels en de suiker in een glazen pot met deksel. Overgiet met de wodka zodat de vruchten helemaal onder staan.
- Sluit de pot goed af. Zet hem drie maanden weg op een koele donkere plaats. Schud hem af en toe eens door elkaar.
- Giet na drie maanden alles door een zeef en doe de mispellikeur in een mooie fles..
Mispellikeur – versie herfst/winter
Nodig voor 1 fles mispellikeur:
- 300g "gewone" mispels
- 300g suiker
- 1l wodka (minstens 38°) of jenever
- 10 kruidnagels
- 1 kaneelstok
- Spoel de mispels goed proper.
- Doe ze samen met de kruidnagels, de kaneelstok en de suiker in een glazen pot met deksel. Overgiet met de wodka zodat de vruchten helemaal onder staan.
- Sluit de pot goed af. Zet hem drie maanden weg op een koele donkere plaats. Schud hem af en toe eens door elkaar.
- Giet na drie maanden alles door een zeef en doe de mispellikeur in een mooie fles. Laat de likeur nog een tijdje staan voor je hem serveert..
Reacties