Overgang
Met veel gusto hebben Kaat en Dries deze namiddag bloem en eieren gegooid over hun vriendjes bij de scouts die “overgingen” van de kapoenen naar de welpen, of van de welpen naar de jogivers. De overgang wordt bij de 25ste Sint-Joris met veel overgave gevierd. Ook de mama’s en papa’s mogen komen meedoen. Het gaat er allemaal nogal gemoedelijk aan toe. In tegenstelling tot wat je zou denken, zijn de kinderen helemaal nie bang voor de overgang. Ze vinden het juist geweldig dat ze met hun kleren aan op hun buik door de modder mogen kruipen. De groten hadden bovendien een geweldige contraptie in elkaar gesjord, waar menig oud-scout zoals ikzelf met veel ontzag naar keek.
Heel dit weekend leek wel in het teken te staan van overgang. Zondag de overgang bij de scouts, zaterdag bij Arcadia. Twee van de meisjes van Amma Devi hadden hun toewijding gevraagd en dat werd uiteraard met een gepast ritueel gevierd. Zo’n overgangsritueel (in de antropologie ook wel een “rite de passage” genoemd, naar het standaardwerk “Les Rites de Passage” dat de Franse etnoloog en folklorist Arnold Van Gennep (1873-1957) publiceerde in 1909) markeert de verandering van iemands status in de groep. Denk maar aan de schachtendopen aan de universiteit of een doopfeest tout court, maar inderdaad ook de Overgang bij de scouts en de toewijding of inwijding in een heksencoven.
Ik vind het bijzonder interessant dat dergelijke rituelen overal voorkomen. Ze zijn van alle tijden en ze komen ook in alle culturen voor, totaal onafhankelijk van religie al zijn de meeste overgangsrituelen die wij als westerse mensen automatisch herkennen meestal de klassieke katholieke rituelen: doop, communie, huwelijk, enz. ... Dat is echter niet relgieus bepaald maar cultureel. In Israel gaat het bijvoorbeeld om de besnijdenis. Niet religieuze overgangsrituelen zijn echter even alomtegenwoordig, al hechten we er vaak minder belang aan. Bovendien zijn deze rituelen ook nog eens heel herkenbaar. Ze zijn zo’n beetje overal en altijd hetzelfde qua opbouw:
Het key woord is uiteraard transformatie. Die wordt vertaald in symboliek die bijna overal terugkomt: dood en wedergeboorte. Door middel van de rituele “dood” kan je je bevrijden van wie je voordien was, van je oude rol in de gemeenschap. Na de rituele wedergeboorte word je behandeld als een kind dat alles nog moet leren, om tenslotte in je nieuwe status de volwassenheid te bereiken. Dikwijls zitten er een aantal proeven in verwerkt: de overgang wordt niet beschouwd als iets dat vanzelf gaat, je moet er iets voor doen. Eens je bent bevestigd in je nieuwe status, wordt dit getoond met uiterlijk vertoon. Nieuw ingewijde heksen worden bijvoorbeeld helemaal op het einde van het inwijdingsritueel gekleed in hun ritueel gewaad. Nu maken ze echt deel uit van de coven.
Volgens mij zijn die ritelen zo alomtegenwoordig omdat ze appeleren aan iets dat in alle mensen zit: door ze te ondergaan bevestigen we ons verlangen om bij een gemeenschap te horen en als waardering daarvoor accepteert die gemeenschap ons als gelijke onder gelijken. Dat is wat cultuur juist is: een samengaan van individuën in een groter geheel dat als een soepel en organisch wezen werkt, zonder dat het individu daarom aan eigenheid hoeft in te boeten.
Heel dit weekend leek wel in het teken te staan van overgang. Zondag de overgang bij de scouts, zaterdag bij Arcadia. Twee van de meisjes van Amma Devi hadden hun toewijding gevraagd en dat werd uiteraard met een gepast ritueel gevierd. Zo’n overgangsritueel (in de antropologie ook wel een “rite de passage” genoemd, naar het standaardwerk “Les Rites de Passage” dat de Franse etnoloog en folklorist Arnold Van Gennep (1873-1957) publiceerde in 1909) markeert de verandering van iemands status in de groep. Denk maar aan de schachtendopen aan de universiteit of een doopfeest tout court, maar inderdaad ook de Overgang bij de scouts en de toewijding of inwijding in een heksencoven.
Ik vind het bijzonder interessant dat dergelijke rituelen overal voorkomen. Ze zijn van alle tijden en ze komen ook in alle culturen voor, totaal onafhankelijk van religie al zijn de meeste overgangsrituelen die wij als westerse mensen automatisch herkennen meestal de klassieke katholieke rituelen: doop, communie, huwelijk, enz. ... Dat is echter niet relgieus bepaald maar cultureel. In Israel gaat het bijvoorbeeld om de besnijdenis. Niet religieuze overgangsrituelen zijn echter even alomtegenwoordig, al hechten we er vaak minder belang aan. Bovendien zijn deze rituelen ook nog eens heel herkenbaar. Ze zijn zo’n beetje overal en altijd hetzelfde qua opbouw:
- In een eerste faze wordt de persoon in kwestie symbolisch afgescheiden van de plek in de maatschappij die hij tot nu toe bekleedde.
- In een tweede faze wordt de persoon ontdaan van alle uiterlijk vertoon van zijn oude rol of status. Hij zit nu tussen twee statussen in. Je hoort er nog niet helemaal bij maar je bent toch ook geen buitenstaander. Je kan dit vergelijken met een soort van rituele dood, of een verblijf in de duisternis van de baarmoeder in afwachting van een (her)geboorte.
- In de derde faze wordt de persoon herboren. Hij overschrijdt de drempel naar zijn nieuwe status of rol en wordt als dusdanig opgenomen in zijn gemeenschap.
Het key woord is uiteraard transformatie. Die wordt vertaald in symboliek die bijna overal terugkomt: dood en wedergeboorte. Door middel van de rituele “dood” kan je je bevrijden van wie je voordien was, van je oude rol in de gemeenschap. Na de rituele wedergeboorte word je behandeld als een kind dat alles nog moet leren, om tenslotte in je nieuwe status de volwassenheid te bereiken. Dikwijls zitten er een aantal proeven in verwerkt: de overgang wordt niet beschouwd als iets dat vanzelf gaat, je moet er iets voor doen. Eens je bent bevestigd in je nieuwe status, wordt dit getoond met uiterlijk vertoon. Nieuw ingewijde heksen worden bijvoorbeeld helemaal op het einde van het inwijdingsritueel gekleed in hun ritueel gewaad. Nu maken ze echt deel uit van de coven.
Volgens mij zijn die ritelen zo alomtegenwoordig omdat ze appeleren aan iets dat in alle mensen zit: door ze te ondergaan bevestigen we ons verlangen om bij een gemeenschap te horen en als waardering daarvoor accepteert die gemeenschap ons als gelijke onder gelijken. Dat is wat cultuur juist is: een samengaan van individuën in een groter geheel dat als een soepel en organisch wezen werkt, zonder dat het individu daarom aan eigenheid hoeft in te boeten.
Reacties