Bloed doet leven

Vorige week lag er een kaartje in de bus, van het Rode Kruis, met de vraag om alsjeblieft nog eens bloed te komen geven. Het was al lang geleden en dus ging ik deze ochtend naar het Donorcentrum aan het UZA in Edegem om mijn goede daad van de dag te stellen.

Toen ik onlangs opzoekingswerk deed naar het vervaardigen van wierook en andere mengsels voor magisch werk, las ik in een boek van Scott Cunningham dat er recepten zijn die vragen om een soort van bezegeling met bloed, maar dat dat nooit echt nodig is omdat geen enkele godheid bloedoffers verlangt. Er wordt heel wat geofferd tijdens riuelen: dans, muziek, kaarsen, bloemen, voedsel, enz. ... en dan hebben we het nog niet over de tijd die je opoffert voor rituelen en magisch werk. Het is zelfs bijna noodzakelijk als je wil dat ze succes hebben. Maar bloedoffers zijn helemaal niet nodig. In de Charge of the Goddess staat het zelfs expliciet: “She doesn’t need anything from us except our existence.  She asks for nothing, and gives all in return.” Dat is nochthans niet altijd zo geweest. Het offeren van bloed – de essentie van het leven zelf – aan de goden was een wijdverspreid gebruik.

Toen we een paar weken geleden in Ribe waren en een bezoek brachten aan het Viking Center daar, vertelde één van de vrouwen daar over Odin die zichzelf ophing aan de levensboom en zo de runen verwierf. Ze was nieuwsgierig en wilde weten hoe het kwam dat ik daar al zoveel over wist. Toen ik haar vertelde dat ik pagan was, verwees ze me naar haar altaar achter het grote vikinghuis. Daar hing een paardenoffer, duidelijk om aan de bezoekers te laten zien hoe het er vroeger aan toe ging. Maar de dode geit die aan een staak hing, was duidelijk nog maar net geofferd ... Een “blot” ritueel uit de noordse traditie had oorspronkelijk niks met mede te maken maar was een ritueel bloedoffer voor de goden, meestal met een dierenoffer maar soms ook een menselijk offer ... De Galliers hadden de gewoonte om bloedoffers te brengen aan hun oorlogsgoden voordat ze deelnamen aan een gevecht, en dat waren niet altijd dierenoffers. Zelfs in het christendom offert Jezus zijn bloed, al gebeurde dat tijdens de chritelijke rituelen altijd al slechts symbolisch. “Drink deze wijn om mij te gedenken, mijn bloed dat voor u vergoten werd.”

“Midvinterblot” (Carl Larson, 1915) waarinde Zweedse koning Domalde zich opoffert om een hongersnood af te wenden

De goden hebben dus altijd bloedoffers gekregen. De wereld is gelukkig veranderd, de goden misschien ook, zoals ze wel vaker geëvolueerd zijn in de geschiedenis. Maar het bloedoffer was zo wijd verspreid, dat zelfs nu nog bloed wordt gebruikt bij rituelen voor bepaalde goden. De kracht van het bloedoffer is immers niet veranderd. Bloed is een zeer krachtig offer. Het is heilig. Een offer – hoe klein ook – van je eigen bloed is een heel persoonlijk en intiem offer als je het vrijwillig en in liefde geeft. Want daar draait het om bij een vrijwillig bloedoffer, al is het maar één enkele druppel: je geeft als het ware je leven aan de goden... 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De heksenrunen

De numerologie van je heksennaam