De spirit van Winter (Covenbijeenkomst)

De winter is een periode waar ik moeite mee heb. Het ligt volgens mij aan de kleur van het licht, of gewoonweg het ontbreken van licht. Vroeg opstaan is al niet mijn ding, laat staan opstaan in het donker!

In dat donker hangt een soort van zwaarte, alsof alles stil staat en aan het wachten is op wat gaat komen, en in zekere zin is dat natuurlijk ook zo. Als je het bekijkt vanuit de cyclus van planten en oogsten, dan is het nu inderdaad wachten tot de zaden kiemen voor de volgende oogst en ondertussen teren op wat nog overschiet van de vorige. 

De winter - en midwinter in het bijzonder - is dus een overgangsperiode, waarin we op de schraag zitten tussen twee oogsten. Het is de periode waarin we zelf ook stil zitten, de tijd hebben om te mijmeren, terug te blikken naar het afgelopen jaar en daar lessen uit te trekken, en vooruit te kijken naar het volgende, blij dat we lekker warm en comfortabel binnen zitten, beschermd tegen de koude en de schone maar verraderlijke grillen van de winter. 

Om ons te helpen bij die overpeinzingen, kunnen we kaarten leggen in een speciale Winterlegging, waarbij we vier kaarten trekken.


Kaart 1 - Overwinteren: Deze kaart gaat over iets dat best even opzij gelaten wordt, dat best overwintert. Soms zijn er dingen die je even moet loslaten. Denk na wat de eerste kaart kan symboliseren en laat dat rusten tot het vanzelf weer zijn opwachting maakt in je leven en het tijd is om actie te ondernemen.

Kaart 2 - Overpeinzen: Stel je voor dat je in de winter door het raam naar buiten staart, een warme chocomelk in je handen, terwijl je gedachten aan het zwerven zijn. Deze kaart gaat over iets waar je naar moet staren en overpeinzen zonder je gedachten te forceren, net zoals je naar buiten zou staren. Laat je gedachten vrijelijk de loop, je zou wel eens verrast kunnen worden door wat zich aandient.

Kaart 3 - Bescherming: Deze kaart gaat om iets of iemand dat dringend je aandacht nodig heeft, dat je moet koesteren en beschermen zoals je in de winter beschutting zoekt tegen de sneeuw.

Kaart 4 - Loslaten: Niet alles overleeft de winter. Deze kaart staat voor iets in je leven dat je moet loslaten omdat het nu eenmaal gedaan is. Dit is de natuurlijke loop der dingen, de cyclus van dood en wedergeboorte, want alles wat je loslaat maakt weer ruimte voor iets nieuws. Misschien dat je dit later weer oppikt, maar op dit moment kan je er afscheid van nemen en het laten gaan.

Je kan voor deze legging kaarten gebruiken die passen bij de winter, maar je kan er gelijk welke kaarten voor gebruiken. Gebruik ofwel de symboliek van het deck dat je hebt gekozen, of kijk naar de beeldjes op de kaarten en interpreteer die. Je gebruikt in dat geval best kaarten waarvan de beelden niet te druk zijn (en verschillende dingen zouden kunnen betekenen).


Bronnen:

WINTERMEDITATIIE

We trekken deze kaarten tijdens een speciale geleide visualisatie waarin we reizen naar het hart van Winter, waar we vier lessen krijgen van de winterspirits (en de bijhorende kaarten trekken):

  • Winterspirit 1 (overwinteren): je gids doorheen de winter;
  • Winterspirit 2 (overpeinzen): het winterse woud (wolf);
  • Winterspirit 3 (beschermen): disir (voormoeder);
  • Winterspirit 4 (loslaten): de Wintervrouwe (Vrouw Holle).

Tijdens de meditatie gebruiken we een muzikale achtergrond: Chronicles of Narnia | Winter Woods Music & Ambience - Relaxing Music with Sounds of Winter (Ambient Worlds) - https://youtu.be/5RHTt4_XVVU


Ga zitten of liggen en maak het jezelf comfortabel. Sluit je ogen en ontspan je. Adem diep in, en weer uit. Voel hoe je adem in en uit je lichaam vloeit. In en weer uit. Voel de energie als je inademt en ontspan jezelf als je uitademt. Voel waar je lichaam de stoel raakt waar je op zit. Als je ergens spanning of stress voelt, breng je aandacht dan naar die plek en adem bewust uit om alle spanningen te laten wegvloeien tot je volledig ontspannen bent. 

Zie de donkere ruimte achter je ogen. Kijk naar dat donker. Voel hoe het binnen in je is, overal rondom je. Het omarmt je en houdt je veilig in het donker. Je kan doorheen die diepe donkere ruimte bewegen, en terwijl je in- en uitademt, voel je je lichter worden in het donker. Terwijl je in- en uitademt word je lichter en kan je er gemakkelijk in drijven. Je drijft in het donker en je ademt in en uit, in en uit, rustig en stil in het donker. Het donker is overal rondom je, verder dan je kan zien, maar je vindt je weg doorheen deze ruimte. Je bent veilig hier. Je kan naar boven en naar beneden bewegen, naar links en naar rechts, helemaal zoals je zelf wil, drijvend in het donker.

Voor je zie je een lichtpuntje, heel klein en ver weg. Als je in de richting van het licht beweegt, zie je dat het groter wordt. Je wordt je bewust van een pad doorheen het donker met aan het einde van dat pad een deuropening en je gaat op weg op het pad. Je ziet nu aarde onder je en je gaat naar de deur toe. 

Er is licht achter de deur en je stapt doorheen de deuropening in het licht. Je volgt het pad door de deur naar buiten in de frisse lucht en naar beneden, naar beneden. Je loopt op het winters pad en het leidt je naar beneden. 

Kijk naar wat je links en rechts van het pad ziet als je het volgt, steeds verder naar beneden. Kijk naar de manier waarop de aarde onder je verandert terwijl je je weg naar beneden volgt, hoe je er zelf uit ziet als je op dit pad naar beneden wandelt, naar een rivier. Het is het uur van de schemering, het violette uur. De hemel is helder en alles is paars en blauw, sterren verschijnen aan de hemel. De sneeuw glinstert op de takken van de bomen en de rand van de rivier hebben zich glanzende ijspegels gevormd. 

Stop een ogenblik en kijk rondom je. Hoe ziet de rivier beneden je eruit? Stroomt ze snel, is ze bevroren of is het maar een piepklein beekje? Is er een waterval? Is het een diepe, wilde rivier vol rotsen of eerder kalm? Is er een brug om aan de overkant te raken, of zijn er misschien stapstenen?

Loop verder op het winters pad, naar de rivier en de oversteekplaats toe. Je kan het knerpen van de sneeuw onder je voeten horen. De lucht is fris en scherp. De bomen hebben een licht, glinsterend laagje. Als je naar de rivier toeloopt, zie je dat er een poortje van ijs verschijnt aan de oever. Het is zo glad dat je er je spiegelbeeld in kan zien. Hoe zie je eruit in de spiegeling? Welke kleren draag je? Welke uitdrukking heb je op je gezicht? Ben je jonger of ouder dan je nu bent? Ben je iemand anders?

Duw het poortje open. Achter het poortje word je begroet door een spirit van Winter. Het is misschien een vogel of een ander dier, een mythisch wezen of een elementaal. Dit is jouw gids voor de rest van deze reis, die je zal beschermen en veilig houden. Nadat je de spirit hebt begroet, stap je doorheen het poortje. Voordat je samen met de spirit verder wandelt over het winterse pad, houdt hij je even tegen. De spirit plukt een kaart uit de witte winterse lucht en geeft die aan jou. 

(trek een eerste kaart)

Nadat je de spirit hebt bedankt, wandel je samen verder op het winterse pad, met aan weerskanten van het pad duizenden sterren en bomen bestrooid met zilveren glinsters. Je wandelt verder en de witte schoonheid van de winterse wouden verstilt je. De scherpe, koude lucht met de heerlijke geur van ceder en den verfrist je. Het licht van de sterren voelt zacht aan je ogen. Het knerpende pad onder je voeten is gemakkelijk te volgen. Er is geen geluid behalve je voetstappen op het pad en het geritsel van het woud als de dieren hun nesten en holletjes opzoeken.

Het pad leidt je naar de top van een lage, berijmde heuvel. Als je boven bent, adem dan diep in en voel hoe de koude, pure lucht je longen vult en je geest verder verstilt. Steek je armen omhoog naar de hemel, kijk naar de besneeuwde, stille wouden overal om je heen en vraag “Winter, toon mij wat ik moet zien.”

Achter je hoor je geschuifel. Als je je omdraait, zie je op het pad een wolf zitten. Hij zit doodstil en kijkt je met zijn gele ogen doordringend aan. Dan staat hij recht en komt traag naar je toe gelopen. Je bent niet bang. De wolf hapt voorzichtig een kaart uit de lucht en geeft die aan jou. 

(trek een tweede kaart)

Dan draait hij zich om en met een paar snelle sprongen is hij verdwenen tussen de bomen.

Je loopt verder over het winterse pad, de heuvel weer af, het dichte winterse woud in. Na tijdje vang je tussen de donkere boomstammen een lichtje op in de verte. Het lijkt heel klein en zwak. Bij elke bocht in het pad verdwijnt het lichtje om daarna bij een volgende bocht weer te verschijnen. Het wordt groter en helderder terwijl je het pad verder loopt. 

Na nog een paar bochten zie je dat het licht komt van een vuur, een klein vuurtje in een steencirkel op een open plek tussen de bomen. Als je dichterbij komt, zie je dat er iemand naast het vuurtje staat, iemand in een lange, donkere mantel. Het is donker hier in het winterse woud, maar toch ben je niet bang als je de open plek naast het pad in stapt. De figuur in de donkere mantel draait zich naar je toe en je ziet dat het een vrouw is die heel erg op je lijkt. Ze kijkt naar je met een ernstige maar vriendelijke uitdrukking op haar gezicht en doet je teken om naar het vuur te komen.

Je wandelt naar het vuur en gaat naast haar staan om je koude handen te warmen aan het vuur en in de vlammen te staren. Je zegt niets en zij ook niet. Na een tijdje steekt ze haar hand uit en raakt je schouder aan.

“Je hebt niets te vrezen van de duisternis,” zegt ze, “want de duisternis is onze moeder en de moeder van het licht. Wees niet bang voor het duister want het licht kan pas worden herboren uit complete duisternis.”

Dan leunt ze een beetje voorover naar het vuur en plukt een kaart uit de kringelende rook van het vuur en geeft die aan jou.

(trek een derde kaart)

Ze geeft je een knuffel en doet dan vriendelijk teken dat je weer verder kan gaan op je reis. Ze kijkt je na als je de open plek verlaat en groet je met opgeheven hand als je verder wandelt op het winterse pad tussen de bomen met hun glinsterende sneeuwlaagje.

Als je verder wandelt, kom je aan een piepklein huisje. Het is gemaakt van hout, met sierlijke luiken. Een oude vrouw kijkt uit het raam. Het lijkt alsof ze op je stond te wachten. Als ze je ziet, doet ze teken dat je dichterbij moet komen. Ze verdwijnt aan het venster en je loopt naar de deur. De oude vrouw doet de deur voor je open en draait zich dan weer om om naar binnen te gaan. Je volgt haar het huisje in. Het houten interieur wordt verlicht door het vuur in de open haard. De schaduwen dansen overal om je heen. Het vrouwtje zet een kop hete en sterk ruikende thee voor je op de tafel en doet teken dat je moet gaan zitten. Je neemt een slok en kijkt op, in ogen die de meest trotse ziel kunnen doorzien, maar ook de meest vermoeide geest kunnen troosten. De thee warmt je op als vuur maar brandt ook als ijs, en versterkt je ziel tot hij helemaal verfrist is. 

Het vrouwtje komt naast je zitten. Ze steekt een zachte lederen hand uit en grijpt je hand zo stevig vast dat je hem niet kan losrukken. Ze volgt met haar scherpe nagel de lijnen in je hand. Dan plukt ze een kaart uit de lucht, drukt die in je hand en plooit je vingers er omheen. 

(trek een vierde kaart)

Ze kijkt je met staalharde ogen aan, zachte rimpeltjes aan de randen. Ze knikt naar de kaart in je hand en zegt bloedserieus: “Zorg dat je niet te veel stenen in je zakken steekt.”

Dan sta je weer buiten in het bos, op het winterse pad. Boven je zie je het licht van duizenden sterren die de sneeuw in de boomtoppen doet glinsteren. De lucht ruikt naar vuur en kruiden. Het huisje is spoorloos verdwenen, maar in je hand heb je de vier kaarten die je hebt gekregen.

Je keert je om en wandelt terug over het pad, terug van waar je bent gekomen. Je loopt verder over het pad, het dichte winterse woud in. Na tijdje vang je tussen de donkere boomstammen een lichtje op in de verte. Bij elke bocht in het pad verdwijnt het lichtje om daarna bij een volgende bocht weer te verschijnen. Na een paar bochten zie je het vuurtje in de steencirkel op een open plek tussen de bomen. De vrouw in de lange mantel zie je niet.

Het pad leidt je naar de top van de lage, berijmde heuvel. Als je boven bent, adem dan diep in en voel hoe de koude, pure lucht je longen vult en je geest verder verstilt. Kijk naar de besneeuwde, stille wouden overal om je heen en dank de Winter voor de schoonheid die je van haar krijgt.

Dan wandel je verder op het pad, de heuvel af, met aan weerskanten van het pad duizenden sterren en bomen bestrooid met zilveren glinsters. Je wandelt verder en de witte schoonheid van de winterse wouden verstilt je. De scherpe, koude lucht met de heerlijke geur van ceder en den verfrist je. Het licht van de sterren voelt zacht aan je ogen. Het knerpende pad onder je voeten is gemakkelijk te volgen. Er is geen geluid behalve je voetstappen op het pad en het geritsel van het woud als de dieren hun nesten en holletjes opzoeken.

Loop verder op het winters pad, naar de rivier en de oversteekplaats toe. Je kan het knerpen van de sneeuw onder je voeten horen. De lucht is fris en scherp. De bomen hebben een licht, glinsterend laagje. Als je naar de rivier toeloopt, zie je dat er een poortje van ijs verschijnt aan de oever. Het is zo glad dat je er je spiegelbeeld in kan zien. 

Voor het poortje neem je afscheid van de spirit van Winter die jouw gids is geweest tijdens deze reis. Dank de spirit voor zijn of haar goede zorgen. Duw dan het poortje open en stap er doorheen.

Je steekt de rivier over, de grens, en voor je zie je het pad dat je terug naar boven brengt, weg van hier, weg van de rivier, en je volgt het naar boven. Het is het uur van de schemering, het violette uur. De hemel is helder en alles is paars en blauw, sterren verschijnen aan de hemel. De sneeuw glinstert op de takken van de bomen en de rand van de rivier hebben zich glanzende ijspegels gevormd. 

Kijk naar wat je links en rechts van het pad ziet als je het volgt, steeds verder naar boven. Kijk naar de manier waarop de aarde onder je verandert terwijl je je weg naar boven volgt, naar de aarde van het eerste pad dat je vond en dat je terug zal brengen naar het donker. Terug naar de deur waar je doorheen bent gekomen.

 Als je bij de deur aankomt, stap je door de deuropening, van het licht in het donker.

Je voelt de ruimte je omarmen, veilig en comfortabel als je dieper het donker in beweegt, alsof het donker je terug in zich verwelkomt. Je ademt diep in. Je kent dit gevoel van veiligheid, je voelt hoe het overal rondom je is. En terwijl je in- en uitademt, voel je je lichter worden in het donker. Terwijl je in- en uitademt word je lichter en kan je er gemakkelijk in drijven. Je drijft in het donker en je ademt in en uit, in en uit, rustig en stil in het donker. Het donker is overal rondom je, verder dan je kan zien, maar je vindt je weg doorheen deze ruimte. Je bent veilig hier. Je kan naar boven en naar beneden bewegen, naar links en naar rechts, helemaal zoals je zelf wil, drijvend in het donker. 

Kijk naar het donker. Voel hoe het overal rondom je is, binnenin je is. Dit ben jij. Dit is de donkere ruimte achter je ogen. Je oogleden zijn gesloten en je kan je longen voelen werken in je borstkas terwijl je ademhaalt. Je voelt je armen en je benen. Rek jezelf eens goed uit en voel hoe je hier in deze wereld zit of ligt, veilig in je fysieke lichaam. 

Beweeg je vingers en je tenen. Sta recht als je wil en beweeg je lijf. Drink wat water en schrijf dan alles wat je hebt gezien, gehoord, gevoeld neer. Niet nadenken, niet interpreteren, gewoon opschrijven wat je je herinnert. 


Bronnen:



Reacties

Populaire posts van deze blog

De heksenrunen

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De numerologie van je heksennaam