De Disir
De Disir – enkelvoud Dis – zijn vrouwelijke beschermgeesten of spirithelpers van een specifieke persoon, groep of plaats. Het zijn de spirits zijn van vrouwelijke voorouders die in de Germaanse wereld de traditionele beschermers waren van de familielijn. Zowel de alfar (spirits van mannelijke familieleden) als de dísir (vrouwelijke spirits) werden geëerd maar het waren toch de disir naar wie men keek als het over het lot van hun afstammelingen ging.
Soms worden de Disir voorgesteld als oorlogszuchtig en soms als beschermend en ondersteunend, net als de Walkuren of Valkyries. Die vrouwelijke spirithelpers van Odin kozen niet alleen de mensen uit die zouden sterven op het slagveld maar gebruikten ook magie om uitverkoren helden te beschermen. De Walkuren worden in sommige geschriften ook wel Herjans dísir genoemd, Odins Disir.
Een specifieke vorm van Disir zijn de fylgjur, vrouwelijke spirithelpers die in hun diervorm bij je blijven tot in de dood en samen met hun beschermeling sterven. Ook de spirits van het land, de Landvættir, worden soms ook wel eens landdisir genoemd als ze vrouwelijk zijn.
De Disir werden samen met Freya en Frigg aanroepen voor hulp bij alles wat met kinderen krijgen te maken had. Freya wordt ook wel de Vanadis, de Dis van de Vanir, genoemd, of de Grote Dis. Ze lijkt de godin van de Disir te zijn. Waarschijnlijk is dit gelinkt aan het feit dat de helft van alle mensen die in de strijd sneuvelden niet naar Odins Walhalla gingen, maar naar het Folkvangr van Freya (Freya koos eerst diegenen uit die in haar domein welkom waren, de rest ging naar Odin). Het is ook gelinkt aan haar band met seiðr, de trance prophecy techniek waarmee met overleden voormoeders wordt gepraat. Het was Freya die de Aesir vertrouwd maakte met de seiðr, iets dat bij de Vanir heel gewoon was.
De Disir hoorden even goed bij de familie of stam als de levende familieleden. In voorchristelijke tijden waren dorpen anders georganiseerd dan nu. In plaats van wildvreemde mensen die bij elkaar wonen, ging het meestal om kleine groepen van mensen met een familieband. De Disir van de stam waren de vrouwelijke voorouders van het stamhoofd. De doden werden niet begraven op een plek ver buiten het dorp, zoals bij ons tegenwoordig nog steeds het geval is, maar in grafheuvels in het dorp, zodat ze nog steeds tussen hun afstammelingen woonden en over hen konden waken.
Speciaal voor de Disir werd in de winter een blot gehouden. De datum van dat feest varieert van land tot land, maar in de moderne Asatru gebeurt dat tijdens het Winternachtenfeest in november. In Noorwegen en Ijsland heette het feest overigens dísablót, letterlijk “offer voor de Disir”, en werd het georganiseerd in het begin van de winter. In Zweden daarentegen vindt de Disting of dísaþing, "bijeenkomst van de Disir”, plaats begin februari. In het noorden van Groot-Brittannië vierden de Angelsaksen rond nieuwjaar modraniht, de “nacht van de Moeders”, een culminatie van de Germaanse én de Keltische Matron-cultus. De Matrons zijn vrouwelijke spirits die zeer gelijkaardig zijn aan de Disir.
Meer info:
http://hrafnar.org/articles/dpaxson/asynjur/matronae/
Soms worden de Disir voorgesteld als oorlogszuchtig en soms als beschermend en ondersteunend, net als de Walkuren of Valkyries. Die vrouwelijke spirithelpers van Odin kozen niet alleen de mensen uit die zouden sterven op het slagveld maar gebruikten ook magie om uitverkoren helden te beschermen. De Walkuren worden in sommige geschriften ook wel Herjans dísir genoemd, Odins Disir.
Een specifieke vorm van Disir zijn de fylgjur, vrouwelijke spirithelpers die in hun diervorm bij je blijven tot in de dood en samen met hun beschermeling sterven. Ook de spirits van het land, de Landvættir, worden soms ook wel eens landdisir genoemd als ze vrouwelijk zijn.
De Disir werden samen met Freya en Frigg aanroepen voor hulp bij alles wat met kinderen krijgen te maken had. Freya wordt ook wel de Vanadis, de Dis van de Vanir, genoemd, of de Grote Dis. Ze lijkt de godin van de Disir te zijn. Waarschijnlijk is dit gelinkt aan het feit dat de helft van alle mensen die in de strijd sneuvelden niet naar Odins Walhalla gingen, maar naar het Folkvangr van Freya (Freya koos eerst diegenen uit die in haar domein welkom waren, de rest ging naar Odin). Het is ook gelinkt aan haar band met seiðr, de trance prophecy techniek waarmee met overleden voormoeders wordt gepraat. Het was Freya die de Aesir vertrouwd maakte met de seiðr, iets dat bij de Vanir heel gewoon was.
De Disir hoorden even goed bij de familie of stam als de levende familieleden. In voorchristelijke tijden waren dorpen anders georganiseerd dan nu. In plaats van wildvreemde mensen die bij elkaar wonen, ging het meestal om kleine groepen van mensen met een familieband. De Disir van de stam waren de vrouwelijke voorouders van het stamhoofd. De doden werden niet begraven op een plek ver buiten het dorp, zoals bij ons tegenwoordig nog steeds het geval is, maar in grafheuvels in het dorp, zodat ze nog steeds tussen hun afstammelingen woonden en over hen konden waken.
Grafheuvels in Solleron, Zweden |
Meer info:
http://hrafnar.org/articles/dpaxson/asynjur/matronae/
Reacties