Arcadia Völuspa
Nadat we op PaGE2012 kennis hadden gemaakt met Vincent Ongkiwodjojo, die er op voorspraak van headliner Freya Aswynn een voordacht had gegeven over de Noordse runen en achteraf onder de indruk was geweest van het trance prophecy ritueel waarin de godin Freya zich manifesteerde via Elenor, was de idee gegroeid om samen een Seidr ritueel te reconstrueren zoals beschreven in de Edda.
De Edda is een verzameling van Germaanse gedichten en vehalen die werden opgetekend in de Middeleeuwen, maar die waarschijnlijk van veel vroeger dateren. Het eerste en bekendste gedicht of verhaal uit de Edda is de Völuspá. Völuspá betekent letterlijk “profetie van de Völva”. In dit gedicht richt de Völva of zieneres zich tot Odin, die haar vraagt hoe het zal vergaan met zijn schepping. De Völva gaat in tance en gaat terug naar een ver verleden. Ze beschrijft de geschiedens van onze weeld, vanaf het ontstaan van de orde in het heelal, over de komst van de Nornen, de schepping van de mensen en de dwegen, de gift van het metaal aan de mens tot de dreigende ondergang van de wereld (Ragnarok) en van de goden zelf. Waarna een nieuwe groene wereld oprijst uit de oerzee (en alles opnieuw kan beginnen :-)).
Het woord Völva (of Veleta bij de Galliers) betekent letterlijk “spinrok dragend” of “draagster van een staf”. Völvas waren priesteressen die zowel de kunsten van seiðr en spá als die van galdr machtig waren. Het waren zieneressen die in trance liederen zongen (galdr), bezweringen uitspraken (seiðr) en het lot voorspelden (spá).
Er waren wel mannelijke heksen maar de meeste Völvas waren toch vrouwen. Ten tijde van de vikingen werd de praktijk van seiðr en spá immers als ergi - niet mannelijk - beschouwd. De Völvas werden nochthans zeker niet als ongevaarlijk beschouwd! De godin Freya werd gezien als de godin die het meest begaafd was in magie. Freya was niet enkel godin van de liefde en de vruchtbaarheid, ze was ook een oorlogsgodin die er niet voor terugschrok om angst, bloed en dood te zaaien als het moest. Wat Freya in de godenwereld deed, probeerden de Völvas in de mensenwereld te doen. Het wapen van de Völva was echter niet de speer, de bijl of het zwaard. Zij regelde de strijd met andere wapens, zoals het spinrok.
En zo komen we tot Seiðr, de magische techniek om zegeningen of vervloekingen uit te spreken door middel van galdr, het reciteren van hymnen of bezwerende tovergezangen (runen zingen!). Het woord Seiðr zou letterlijk “draad gesponnen met een spinrok” betekenen, wat een verklaring zou zijn voor het metalen spinrok waarmee de Völva haar gezag uitoefende. Een spinrok bezat voor de protogermaanse voorouders van de Kelten (of Galliers) en de Germanen magische kracht. De Nornen weefden immers de draden van het lot ... Völvas bezaten de kennis om magie te beoefenen, wat in de ogen van onze voorouders niets anders was dan het uitzenden van spirituele draden om het weefsel van het lot te veranderen. De wolstok of het spinrok in de hand van de Völva werd dus een symbolische toverstaf, versierd met koper en met edelstenen op de knop.
Spá gaat dan weer over het kunnen zien in het verleden en de toekomst en het voorspellen van het lot. Dat hangt uiteraard samen met het kunnen manipuleren van het weefsel van de tijd en het lot.
Hun macht was zelfs dusdanig groot, dat zelfs Odin, de vader van de goden, in de Völuspá bij een (goddelijke) Völva te rade kwam om te laten voorspellen hoe het zou vergaan met zijn wereldse schepping en de goden zelf! In zijn De Bello Gallico vertelt Julius Caesar dat het de Matronae waren die met behulp van divinatie het moment van de strijd kozen. In Romeinse verslagen vinden we ook verwijzingen terug naar de priesteressen van de Cimbri, oudere dames in het wit die gevangen genomen vijanden offerden om in hun bloed de komende gebeurtenissen te voorspellen ...
Uit historische en mythologische beschrijvingen blijkt dat Völvas sociaal zeer hoog gewaardeerd werden. Archeologische opgravingen bevestigen dat het inderdaad om vooraanstaande vrouwen met hoog aanzien ging, oudere vrouwen die die de sterke familiebanden die in de vikinggemeenschap bestonden hadden verbroken en van plaats tot plaats het hele land door trokken om hun kunde tegen vergoeding aan te bieden. In tijden van crisis werd steevast beroep op hen gedaan. Hun gezag was enorm en ze rekenden hun diensten ruimschoots aan.
Daarnaast waren er ook veel aristocratische Vikingvrouwen die Freya wilden dienen en haar in onze wereld vertegenwoordigden. Ze trouwden met krijgsheren die Odin als rolmodel hadden en vestigden zich in ruime hallen die de wereldse voorstelling van het Walhalla vormden. In die hallen werden schitterende feesten gehouden met geritualiseerde maaltijden. Maar de taak van de vrouw des huizes beperkte zich niet tot het laten opdienen van feestmalen voor de bezoekers. Ze werd ook verondersteld deel te nemen in oorlogszaken door haar kunde met de magische weefstok als haar echtgenoot uit vechten was, net zoals de rondtrekkende Völva deed (al had die wel veel meer aanzien als communicator met de wereld van de spirits).
--
SEIDR RITUEEL (VINCENT ONGKIWODJOJO)
Ceëren van de juiste setting
De juiste setting of sfeer creëren is in deze ceremonie belangrijk, omdat we heel weinig informatie hebben over de eigenlijke werking van de seidr-trance. We kennen vooral de uiterlijkheden uit de mythen en sagas. Daarom is het goed om hier bewust mee te werken om een link met het verleden te creëren en door middel van de uiterlijkheden het innerlijke werk van de rite terug te vinden. De juiste setting roept het archetype op van een seidr-ritueel. Daarmee ontstaat een soort continuïteit vanuit de vroege Vikingperiode naar het heden waarin wij deze beoefening nieuw leven willen inblazen door een reconstructie ervan te maken.
De juiste setting bestaat uit de plaats, de persoon, en de begeleiding. De plaats waar de Völva gaat zitten is altijd op een verhoog, waarop al dan niet een troon of stoel staat. Mij lijkt het belangrijk om de metafysische verhevenheid van de Völva te veruiterlijken door haar op een verhoog te zetten, of de troon op een podium of verhoog te zetten. De pelzen of dierenhuiden komen her en der in de sagas voor wanneer er sprake is van seidr. Dit heeft wellicht met het gebruik van krachtdieren te maken. De aanwezigheid en nabijheid van pelzen roept die primitieve kracht in de Völva op om tussen de werelden te kunnen reizen.
Op de stoel van de Völva worden voor het ritueel runen geschreven, omdat ook dit vermeld wordt in mythen en sagas. Welke runen heb ik gebruikt? Die van de Negen Werelden, die van de goden, mensen en dieren. Het paard om te reizen. En dan in het bijzonder Raido, Eihwaz en Laguz voor het bevorderen van het reizen naar de andere wereld.
Afbakenen van de heilige ruimte en aantrekken van de spirits
We bakenen een gewijde plaats af zoals we dat gebruikelijk zouden doen.
De ruimte wordt gezuiverd met bijvoet. Bijvoet is in West-Europa wat salie is voor de Noord-Amerikanen. Bijvoet zuivert niet alleen, het dient ook om de spirits aan te trekken, die we nodig hebben om te gaan communiceren met de Völva.
Hamamelis:
Bijvoet, oudste aller kruiden
Jij roept de goden en de geesten
tot een vergadering bijeen
Je roept ze vanuit het noorden
vanuit het oosten en vanuit het zuiden
vanuit het westen en over het volk
uit alle werelden roep jij ze
in alle werelden maak jij ze wakker
Oproepen van de Völva
De priesteres zet zich in de stoel met pelzen en runen. De hoofdattributen van de Völva zijn de staf en de kap. Voorlopig komen we tot de conclusie dat de staf een symbool van status en macht is. De kap wordt gebruikt om de trance te vergemakkelijken, door de kap helemaal over het hoofd te trekken.
In tegenstelling tot de “klassieke” trance prophecy die we bij Arcadia meestal gebruiken, is het bij deze andere vorm van trance prophecy niet de bedoeling dat we naar de onderwereld reizen om daar contact te maken met één entiteit en die in ons lichaam uit te nodigen om via ons lichaam te spreken.
De Völva kijkt met haar geestesoog naar onze eigen wereld, naar de spirits die we in onze wereld hebben opgeroepen. Dat zijn àlle spirits die bereid zijn om te communiceren: geesten van vooroudes, spirits van het land, elementalen, goden en godinnen, spiritgidsen, totemdieren, enz. ... Zij laat de spirits antwoorden op de vragen die wij stellen en is als het ware de “live” vertaler-tolk tussen onze wereld en de onzichtbare wereld.
De hoofdintentie achter deze ceremonie is in principe om een continuum te creëren tussen het verleden waarin deze sessies een realiteit waren en het heden, waarin wij dit proberen te reconstrueren. In die zin is het een vorm van voorouderlijk werk. Wie in trance gaat tijdens dit ritueel maakt contact met het verleden en de Völva's uit het verleden.
Door middel van een invocatie wordt het archetype van de Völva opgeroepen. Het gaat dan niet om één specifieke Völva, maar dé Völva. Het is niet helemaal duidelijk op welke manier je dat het beste doet. Beschouw je de Völva dan als een entiteit die je lichaam gebuikt, zoals bij de klassieke trance prophecy? Of vereenzelvig je jezelf met de lijn van Völva’s die je zijn voorgegaan en ga je in die hoedanigheid in trance om contact te leggen met de geesten en goden? Ook deze invocatie is er specifiek op gericht om het beeld uit de vroege Vikingperiode op te roepen, zodat er een concrete brug wordt geslagen tussen wat wij vandaag doen en wat zij toen deden.
De begeleiding van de priesteres gebeurt door middel van drum en chant. Gezien de noordse traditie hebben we voor dit ritueel gekozen voor runenzang, maar in principe kan elke techniek om enegie op te roepen hiervoor worden gebruikt. Hier geldt ook, hoe groter de groep hoe krachtiger de chant en hoe makkelijker de reis. De runen die we gekozen hebben voor de runenzang zijn Eihwaz (taxus = de boom van de onderwereld, uitdaging), Tiwaz (Tir, waarheid) en Kenaz (fakkel, inzicht).
Vincent (of de begeleider van de priesteres die de Völva oproept):
Völva, zieneres, tovenares, drager van de staf,
Weleda heet jij, Ganna heet jij, en Alb-Runa.
Je draagt een donkerblauwe mantel die tot aan je enkels met edelstenen is bezet.
Om je hals draag je een snoer van glazen kralen en elk van de kralen is met runen beschreven.
Je zwarte kap van schapenleer is met hermelijn omzoomd.
In je handen houd jij je magische staf met een ijzeren knop die met koper is versierd. De staf is het embleem van je roeping waarmee je de poorten naar de andere wereld opent.
De goden herkennen het wapen, en de edelstenen die de knop sieren.
Om je middel draag je een gordel van zacht gevlochten haar. Aan de gordel hangt jouw grote leren buidel met al je kennis en geheimen. De buidel bewaart jouw kruiden en jouw amuletten en alles dat voor je wijsheid nodig is.
Aan je voeten heb je schoenen van kalfsleer met lange, taaie veters met uiteinden van tin. Aan je handen draag je handschoenen van kattenleer met warme, witte vacht vanbinnen.
Völva, tovenares, zieneres, drager van de staf.
Vele namen heb jij: jij bent Heidr, en Thorbjorg, en Thordis, en Heimlaug, en Thuridr, en Groa, en Huldr, en Menglad, en Vana-Freyja, en .
Völva, tovenares, zieneres, drager van de staf.
Neem plaats op het houten schip dat gedragen wordt door vier speren beschreven met runen.
Zet je op de zetel die uitkijkt over de Negen Werelden.
Zet je op het kussen gevuld met hanendons.
Wees gegroet!
Völva 1: Elenor
Elenor zag geen grote groep spirits maar reisde zelf naar beneden zag een wit sneeuwlandschap voor zich, het archetypische landschap van het hoge noorden. In dat landschap stond één oudere vrouw. Elenor zei achteraf dat ze het gevoel had dat dit een Norn was, wat dan weer pefect aansluit bij de hele idee van de Völva en haar spinrok/staf.
Elenor liet de vrouw in zich komen en door zich praten. Eigenlijk gebruikte ze de techniek die we bij Arcadia ook gebruiken voor trance prophecy, waarbij het lichaam van de priesteres als het ware de brug is tussen onze wereld en de onderwereld.
Elenor had me gevraagd om tijdens de trance extra energie door te sturen, zoals tijdens de klassieke trance prophecy. Ik had me voor de stoel van de Völva op de grond gezet en liet energie van boven en beneden in haar stromen.
De vrouw in Elenor zei dat ze “de oude wijze vrouw” was en ze had een boodschap voor elkeen van ons. Ze nam mijn beide handen vast, glimlache en noemde me “de rots in de branding”.
Het bleef echter bij redelijk vage boodschappen. We hadden op voorhand afgesproken om aan de spirits te vragen wat de toekomst in petto heeft met “ons dorp”, ttz. Acadia zoals het zich ondertussen heeft ontwikkeld, net zoals de vikingen in de winter aan de Völva plachten te vragen hoe het met hun dorp zou vergaan de komende periode.
Völva 2: Eirinn
Nadat Elenor teug tot zichzelf was en we waarschijnlijk allemaal zo’n beetje aarzelend vonden dat er absoluut geen enkel verschil was geweest met een klassieke trance prophecy sessie, besloten we het een tweede keer te proberen en wel met Eirinn onde de kapmantel.
We chantten opnieuw de drie runen en Eirinn had inderdaad heel snel contact. Ze vertelde dat ze een heleboel spirits zag, entiteiten die ze kende (zoals de geest van haar overleden grootvader) maar ook entiteiten die ze nog nooit had gezien. Daarna was het duidelijk dat Eirinn verdween en iemand anders naar boven kwam.
“Wie roept mij?” vroeg ze op gebiedende toon, de ijzeren staf als een scepter in haar hand. Dat vroeg ze verschillende keren. Volgens Vincent Ongkiwodjojo zien we ditzelfde motief in de mythologische verslagen van zulke sessies. Wanneer Odin naar de onderwereld gaat om iets over de toekomst van zijn zoon te vragen, maakt hij een dode Völva wakker. Wanneer die uit het graf rijst, vraagt ze “wie roept mij?”. Vincent vermoedt dat deze opening een realiteit moet geweest zijn voor de Viking tovenaar of Völva, en ook voor de tovenaars en tovenaressen uit de Oud Germaanse periode. Dit verhaal van Odin vinden we in "Baldrs Draumar", één van de verhalen uit de Edda. Hetzelfde motief komt trouwens ook voor in "Hyndluljod", waar Freyje een reuzin wakker maakt en informatie openbaart die op geen enkele andere manier kan verworven worden. Die reuzin zegt ook “wie maakt mij wakker?”.
Eirinn beschreef een wereld die duister was, vol mist. Dat sloot volgens Vincent verbazend goed aan bij de Noorse mythologie en de symboliek van de Nornen. Mist is een verwijzing naar Niflheim, een duister oord dat toegang geeft naar de onderwereld, Hel of Helheim. Ze had het herhaaldelijk over leven en dood, over het feit dat ‘zij’ er zijn aan het begin van het leven, tijdens het leven en wanneer het leven overgaat naar de dood. Dit is de functie van de geboorte-Nornen. Op een bepaald moment sprak ze over “weefsels en spinsels”. Dit beschrijft heel treffend het werk van de Nornen, die het lot ‘weven’ en ‘spinnen’ in de mythologie.
De Völva had een boodschap voor "de draagster van het leer", van zij die niet spreekt, zij die de kracht tussen haar benen voelt als zij ten strijde trekt, de draagster van het ijzer. Ik kon alleen maar besluiten dat het om Brigandhu ging, in haar aspect van krijgster te paard, voor mij. Toevallig had ik het leren armbandje dat ik meestal draag nu niet aan :-). De boodschap was dat zij tevreden was dat ik het zwaard had opgenomen.
Nu ik er over nadenk heeft de omwenteling binnen Arcadia mijzelf ook de kans gegeven om dingen uit te proberen en zelf door te geven, iets waar vroeger geen plaats voor was en waarvoor ik dus eigenlijk ook de moeite niet deed ...
De Edda is een verzameling van Germaanse gedichten en vehalen die werden opgetekend in de Middeleeuwen, maar die waarschijnlijk van veel vroeger dateren. Het eerste en bekendste gedicht of verhaal uit de Edda is de Völuspá. Völuspá betekent letterlijk “profetie van de Völva”. In dit gedicht richt de Völva of zieneres zich tot Odin, die haar vraagt hoe het zal vergaan met zijn schepping. De Völva gaat in tance en gaat terug naar een ver verleden. Ze beschrijft de geschiedens van onze weeld, vanaf het ontstaan van de orde in het heelal, over de komst van de Nornen, de schepping van de mensen en de dwegen, de gift van het metaal aan de mens tot de dreigende ondergang van de wereld (Ragnarok) en van de goden zelf. Waarna een nieuwe groene wereld oprijst uit de oerzee (en alles opnieuw kan beginnen :-)).
De Völva’s Gróa en
Heiðr.
Gravure van Gunnar
Forssell (1859-1903) naar een origineel van Carl Larsson (1853-1919), oorspronkelijk gepubliceerd als
illustratie in Fredrik Sander’s Zweedse vertaling van de Edda uit 1893.
|
Er waren wel mannelijke heksen maar de meeste Völvas waren toch vrouwen. Ten tijde van de vikingen werd de praktijk van seiðr en spá immers als ergi - niet mannelijk - beschouwd. De Völvas werden nochthans zeker niet als ongevaarlijk beschouwd! De godin Freya werd gezien als de godin die het meest begaafd was in magie. Freya was niet enkel godin van de liefde en de vruchtbaarheid, ze was ook een oorlogsgodin die er niet voor terugschrok om angst, bloed en dood te zaaien als het moest. Wat Freya in de godenwereld deed, probeerden de Völvas in de mensenwereld te doen. Het wapen van de Völva was echter niet de speer, de bijl of het zwaard. Zij regelde de strijd met andere wapens, zoals het spinrok.
En zo komen we tot Seiðr, de magische techniek om zegeningen of vervloekingen uit te spreken door middel van galdr, het reciteren van hymnen of bezwerende tovergezangen (runen zingen!). Het woord Seiðr zou letterlijk “draad gesponnen met een spinrok” betekenen, wat een verklaring zou zijn voor het metalen spinrok waarmee de Völva haar gezag uitoefende. Een spinrok bezat voor de protogermaanse voorouders van de Kelten (of Galliers) en de Germanen magische kracht. De Nornen weefden immers de draden van het lot ... Völvas bezaten de kennis om magie te beoefenen, wat in de ogen van onze voorouders niets anders was dan het uitzenden van spirituele draden om het weefsel van het lot te veranderen. De wolstok of het spinrok in de hand van de Völva werd dus een symbolische toverstaf, versierd met koper en met edelstenen op de knop.
Spá gaat dan weer over het kunnen zien in het verleden en de toekomst en het voorspellen van het lot. Dat hangt uiteraard samen met het kunnen manipuleren van het weefsel van de tijd en het lot.
Hun macht was zelfs dusdanig groot, dat zelfs Odin, de vader van de goden, in de Völuspá bij een (goddelijke) Völva te rade kwam om te laten voorspellen hoe het zou vergaan met zijn wereldse schepping en de goden zelf! In zijn De Bello Gallico vertelt Julius Caesar dat het de Matronae waren die met behulp van divinatie het moment van de strijd kozen. In Romeinse verslagen vinden we ook verwijzingen terug naar de priesteressen van de Cimbri, oudere dames in het wit die gevangen genomen vijanden offerden om in hun bloed de komende gebeurtenissen te voorspellen ...
Uit historische en mythologische beschrijvingen blijkt dat Völvas sociaal zeer hoog gewaardeerd werden. Archeologische opgravingen bevestigen dat het inderdaad om vooraanstaande vrouwen met hoog aanzien ging, oudere vrouwen die die de sterke familiebanden die in de vikinggemeenschap bestonden hadden verbroken en van plaats tot plaats het hele land door trokken om hun kunde tegen vergoeding aan te bieden. In tijden van crisis werd steevast beroep op hen gedaan. Hun gezag was enorm en ze rekenden hun diensten ruimschoots aan.
Daarnaast waren er ook veel aristocratische Vikingvrouwen die Freya wilden dienen en haar in onze wereld vertegenwoordigden. Ze trouwden met krijgsheren die Odin als rolmodel hadden en vestigden zich in ruime hallen die de wereldse voorstelling van het Walhalla vormden. In die hallen werden schitterende feesten gehouden met geritualiseerde maaltijden. Maar de taak van de vrouw des huizes beperkte zich niet tot het laten opdienen van feestmalen voor de bezoekers. Ze werd ook verondersteld deel te nemen in oorlogszaken door haar kunde met de magische weefstok als haar echtgenoot uit vechten was, net zoals de rondtrekkende Völva deed (al had die wel veel meer aanzien als communicator met de wereld van de spirits).
--
SEIDR RITUEEL (VINCENT ONGKIWODJOJO)
Ceëren van de juiste setting
De juiste setting of sfeer creëren is in deze ceremonie belangrijk, omdat we heel weinig informatie hebben over de eigenlijke werking van de seidr-trance. We kennen vooral de uiterlijkheden uit de mythen en sagas. Daarom is het goed om hier bewust mee te werken om een link met het verleden te creëren en door middel van de uiterlijkheden het innerlijke werk van de rite terug te vinden. De juiste setting roept het archetype op van een seidr-ritueel. Daarmee ontstaat een soort continuïteit vanuit de vroege Vikingperiode naar het heden waarin wij deze beoefening nieuw leven willen inblazen door een reconstructie ervan te maken.
De juiste setting bestaat uit de plaats, de persoon, en de begeleiding. De plaats waar de Völva gaat zitten is altijd op een verhoog, waarop al dan niet een troon of stoel staat. Mij lijkt het belangrijk om de metafysische verhevenheid van de Völva te veruiterlijken door haar op een verhoog te zetten, of de troon op een podium of verhoog te zetten. De pelzen of dierenhuiden komen her en der in de sagas voor wanneer er sprake is van seidr. Dit heeft wellicht met het gebruik van krachtdieren te maken. De aanwezigheid en nabijheid van pelzen roept die primitieve kracht in de Völva op om tussen de werelden te kunnen reizen.
Op de stoel van de Völva worden voor het ritueel runen geschreven, omdat ook dit vermeld wordt in mythen en sagas. Welke runen heb ik gebruikt? Die van de Negen Werelden, die van de goden, mensen en dieren. Het paard om te reizen. En dan in het bijzonder Raido, Eihwaz en Laguz voor het bevorderen van het reizen naar de andere wereld.
Afbakenen van de heilige ruimte en aantrekken van de spirits
We bakenen een gewijde plaats af zoals we dat gebruikelijk zouden doen.
De ruimte wordt gezuiverd met bijvoet. Bijvoet is in West-Europa wat salie is voor de Noord-Amerikanen. Bijvoet zuivert niet alleen, het dient ook om de spirits aan te trekken, die we nodig hebben om te gaan communiceren met de Völva.
Hamamelis:
Bijvoet, oudste aller kruiden
Jij roept de goden en de geesten
tot een vergadering bijeen
Je roept ze vanuit het noorden
vanuit het oosten en vanuit het zuiden
vanuit het westen en over het volk
uit alle werelden roep jij ze
in alle werelden maak jij ze wakker
Oproepen van de Völva
De priesteres zet zich in de stoel met pelzen en runen. De hoofdattributen van de Völva zijn de staf en de kap. Voorlopig komen we tot de conclusie dat de staf een symbool van status en macht is. De kap wordt gebruikt om de trance te vergemakkelijken, door de kap helemaal over het hoofd te trekken.
In tegenstelling tot de “klassieke” trance prophecy die we bij Arcadia meestal gebruiken, is het bij deze andere vorm van trance prophecy niet de bedoeling dat we naar de onderwereld reizen om daar contact te maken met één entiteit en die in ons lichaam uit te nodigen om via ons lichaam te spreken.
De Völva kijkt met haar geestesoog naar onze eigen wereld, naar de spirits die we in onze wereld hebben opgeroepen. Dat zijn àlle spirits die bereid zijn om te communiceren: geesten van vooroudes, spirits van het land, elementalen, goden en godinnen, spiritgidsen, totemdieren, enz. ... Zij laat de spirits antwoorden op de vragen die wij stellen en is als het ware de “live” vertaler-tolk tussen onze wereld en de onzichtbare wereld.
De hoofdintentie achter deze ceremonie is in principe om een continuum te creëren tussen het verleden waarin deze sessies een realiteit waren en het heden, waarin wij dit proberen te reconstrueren. In die zin is het een vorm van voorouderlijk werk. Wie in trance gaat tijdens dit ritueel maakt contact met het verleden en de Völva's uit het verleden.
Door middel van een invocatie wordt het archetype van de Völva opgeroepen. Het gaat dan niet om één specifieke Völva, maar dé Völva. Het is niet helemaal duidelijk op welke manier je dat het beste doet. Beschouw je de Völva dan als een entiteit die je lichaam gebuikt, zoals bij de klassieke trance prophecy? Of vereenzelvig je jezelf met de lijn van Völva’s die je zijn voorgegaan en ga je in die hoedanigheid in trance om contact te leggen met de geesten en goden? Ook deze invocatie is er specifiek op gericht om het beeld uit de vroege Vikingperiode op te roepen, zodat er een concrete brug wordt geslagen tussen wat wij vandaag doen en wat zij toen deden.
De begeleiding van de priesteres gebeurt door middel van drum en chant. Gezien de noordse traditie hebben we voor dit ritueel gekozen voor runenzang, maar in principe kan elke techniek om enegie op te roepen hiervoor worden gebruikt. Hier geldt ook, hoe groter de groep hoe krachtiger de chant en hoe makkelijker de reis. De runen die we gekozen hebben voor de runenzang zijn Eihwaz (taxus = de boom van de onderwereld, uitdaging), Tiwaz (Tir, waarheid) en Kenaz (fakkel, inzicht).
Vincent (of de begeleider van de priesteres die de Völva oproept):
Völva, zieneres, tovenares, drager van de staf,
Weleda heet jij, Ganna heet jij, en Alb-Runa.
Je draagt een donkerblauwe mantel die tot aan je enkels met edelstenen is bezet.
Om je hals draag je een snoer van glazen kralen en elk van de kralen is met runen beschreven.
Je zwarte kap van schapenleer is met hermelijn omzoomd.
In je handen houd jij je magische staf met een ijzeren knop die met koper is versierd. De staf is het embleem van je roeping waarmee je de poorten naar de andere wereld opent.
De goden herkennen het wapen, en de edelstenen die de knop sieren.
Om je middel draag je een gordel van zacht gevlochten haar. Aan de gordel hangt jouw grote leren buidel met al je kennis en geheimen. De buidel bewaart jouw kruiden en jouw amuletten en alles dat voor je wijsheid nodig is.
Aan je voeten heb je schoenen van kalfsleer met lange, taaie veters met uiteinden van tin. Aan je handen draag je handschoenen van kattenleer met warme, witte vacht vanbinnen.
Völva, tovenares, zieneres, drager van de staf.
Vele namen heb jij: jij bent Heidr, en Thorbjorg, en Thordis, en Heimlaug, en Thuridr, en Groa, en Huldr, en Menglad, en Vana-Freyja, en
Völva, tovenares, zieneres, drager van de staf.
Neem plaats op het houten schip dat gedragen wordt door vier speren beschreven met runen.
Zet je op de zetel die uitkijkt over de Negen Werelden.
Zet je op het kussen gevuld met hanendons.
Wees gegroet!
Völva 1: Elenor
Elenor zag geen grote groep spirits maar reisde zelf naar beneden zag een wit sneeuwlandschap voor zich, het archetypische landschap van het hoge noorden. In dat landschap stond één oudere vrouw. Elenor zei achteraf dat ze het gevoel had dat dit een Norn was, wat dan weer pefect aansluit bij de hele idee van de Völva en haar spinrok/staf.
Elenor liet de vrouw in zich komen en door zich praten. Eigenlijk gebruikte ze de techniek die we bij Arcadia ook gebruiken voor trance prophecy, waarbij het lichaam van de priesteres als het ware de brug is tussen onze wereld en de onderwereld.
Elenor had me gevraagd om tijdens de trance extra energie door te sturen, zoals tijdens de klassieke trance prophecy. Ik had me voor de stoel van de Völva op de grond gezet en liet energie van boven en beneden in haar stromen.
De vrouw in Elenor zei dat ze “de oude wijze vrouw” was en ze had een boodschap voor elkeen van ons. Ze nam mijn beide handen vast, glimlache en noemde me “de rots in de branding”.
Het bleef echter bij redelijk vage boodschappen. We hadden op voorhand afgesproken om aan de spirits te vragen wat de toekomst in petto heeft met “ons dorp”, ttz. Acadia zoals het zich ondertussen heeft ontwikkeld, net zoals de vikingen in de winter aan de Völva plachten te vragen hoe het met hun dorp zou vergaan de komende periode.
Völva 2: Eirinn
Nadat Elenor teug tot zichzelf was en we waarschijnlijk allemaal zo’n beetje aarzelend vonden dat er absoluut geen enkel verschil was geweest met een klassieke trance prophecy sessie, besloten we het een tweede keer te proberen en wel met Eirinn onde de kapmantel.
We chantten opnieuw de drie runen en Eirinn had inderdaad heel snel contact. Ze vertelde dat ze een heleboel spirits zag, entiteiten die ze kende (zoals de geest van haar overleden grootvader) maar ook entiteiten die ze nog nooit had gezien. Daarna was het duidelijk dat Eirinn verdween en iemand anders naar boven kwam.
“Wie roept mij?” vroeg ze op gebiedende toon, de ijzeren staf als een scepter in haar hand. Dat vroeg ze verschillende keren. Volgens Vincent Ongkiwodjojo zien we ditzelfde motief in de mythologische verslagen van zulke sessies. Wanneer Odin naar de onderwereld gaat om iets over de toekomst van zijn zoon te vragen, maakt hij een dode Völva wakker. Wanneer die uit het graf rijst, vraagt ze “wie roept mij?”. Vincent vermoedt dat deze opening een realiteit moet geweest zijn voor de Viking tovenaar of Völva, en ook voor de tovenaars en tovenaressen uit de Oud Germaanse periode. Dit verhaal van Odin vinden we in "Baldrs Draumar", één van de verhalen uit de Edda. Hetzelfde motief komt trouwens ook voor in "Hyndluljod", waar Freyje een reuzin wakker maakt en informatie openbaart die op geen enkele andere manier kan verworven worden. Die reuzin zegt ook “wie maakt mij wakker?”.
Eirinn beschreef een wereld die duister was, vol mist. Dat sloot volgens Vincent verbazend goed aan bij de Noorse mythologie en de symboliek van de Nornen. Mist is een verwijzing naar Niflheim, een duister oord dat toegang geeft naar de onderwereld, Hel of Helheim. Ze had het herhaaldelijk over leven en dood, over het feit dat ‘zij’ er zijn aan het begin van het leven, tijdens het leven en wanneer het leven overgaat naar de dood. Dit is de functie van de geboorte-Nornen. Op een bepaald moment sprak ze over “weefsels en spinsels”. Dit beschrijft heel treffend het werk van de Nornen, die het lot ‘weven’ en ‘spinnen’ in de mythologie.
De Völva had een boodschap voor "de draagster van het leer", van zij die niet spreekt, zij die de kracht tussen haar benen voelt als zij ten strijde trekt, de draagster van het ijzer. Ik kon alleen maar besluiten dat het om Brigandhu ging, in haar aspect van krijgster te paard, voor mij. Toevallig had ik het leren armbandje dat ik meestal draag nu niet aan :-). De boodschap was dat zij tevreden was dat ik het zwaard had opgenomen.
Nu ik er over nadenk heeft de omwenteling binnen Arcadia mijzelf ook de kans gegeven om dingen uit te proberen en zelf door te geven, iets waar vroeger geen plaats voor was en waarvoor ik dus eigenlijk ook de moeite niet deed ...
Reacties