Op zoek naar de bron van de Schelde
Toen ik ongeveer twaalf jaar was, ging ik met mijn grootvader mee naar het zuiden van Frankrijk, waar mijn nonkel in een vervallen bergdorpje een paar middeleeuwse huisjes had gekocht om daar met veel geduld één groot huis van te maken. We reden dus wel eens vaker naar Frankrijk, met een koffer vol bouwmaterialen en gereedschap (en Nutella!). Toen we op één van die tripjes langs de afrit van Saint-Quentin reden op de autostrade, wist mijn nonkel te vertellen dat hier de bron van de Schelde ontspruit. Nu hebben wij in onze familie wel eens vaker de neiging om een weggetje in te slaan dat we nog nooit hadden opgemerkt, gewoon uit nieuwsgierigheid om te zien waar je dan belandt. Dat was nu niet anders. En dus lieten we ons alle drie gewillig sidetracken en reed mijn opa gezwind de afrit af, op zoek naar de bron van de Schelde.
Ik had de Schelde nog maar één keer in het echt gezien, tijdens een tripje met de veerboot naar Lillo Fort, een stukje bakermat van de familie. We hadden wel al over de rivier geleerd in het derde studiejaar, met stencils van Mevrouw T. waar we met kleurstift de loop van de rivier op mochten aanduiden, maar om met eigen ogen te zien hoe breed de Schelde in Antwerpen is, dat was toch net iets anders. De rivier is in daar immers zomaar eventjes 460 meter breed!
We vonden de bron in de lommerte van een stukje bos. Het water was zo helder dat we ervan dronken en een fles vulden voor onderweg. En we lazen vol verwondering het plaatje – in het Nederlands! – dat aan de middeleeuwse muurtjes rond de bron was beevstigd en dat daar was gehangen door de stad Antwerpen.
![]() |
Water meenemen van de bron van de Schelde! |
Dat bezoekje aan de bron van de Schelde is mij altijd bijgebleven. Niet alleen omwille van de bron zelf, ook om het gevoel van verwondering en avontuur. Het idee om zomaar ongepland iets zots te doen is heerlijk bevrijdend!
Dat gevoel wilde ik graag meegeven aan mijn kinderen, net zoals mijn ietwat onconventionele grootvader dat aan mij had doorgegeven. Ondertussen was het al een running joke in ons gezinnetje: al tien jaar lang vertelde ik Kaat en Dries dat ik hen zou meenemen naar de bron van de Schelde, een moeder-en-kinderen tripje waarin enkel onze nieuwsgierigheid onze leidraad zou zijn. Het zou waarschijnlijk bij die hunkering gebleven zijn, als Kaat zes maanden geleden niet de koe bij de horens had gevat en we samen twee dagen hadden geprikt in de agenda. :-)
De dag voor we zouden vertrekken kochten we een ouderwetse Michelin-kaart van het noorden van Frankrijk, net zoals vroeger in het pre-GPS tijdperk. We plooiden de kaart helemaal open zodat we loop van de Schelde met gele fluostift konden aanduiden, net zoals ik dertig jaar geleden ook had gedaan op het gestencilde kaartje van Mevrouw T. Van Antwerpen helemaal naar Saint-Quentin en Gouy, langs Temse, Sint-Amands, Baasrode, Rupelmonde, Dendermonde, Oudenaarde, Tournai, Valenciennes en Cambrai. Het enige dat echt vast stond was ons eindpunt, de bron van de Schelde, de rest zouden we gedurende die twee dagen wel zien.
![]() |
“Scaldis en Antverpia” door Abraham Janssens (1609) |
We zijn het in deze moderne tijden misschien vergeten, maar rivieren en waterwegen worden al sinds mensenheugnis in verband gebracht met spiritualiteit en het bovennatuurlijke. Water als bron van leven wordt in veel culturen nog altijd gezien als heilig. Zelfs de dag van vandaag zijn rivieren nog steeds plaatsen voor offers en rituelen. Ook de Schelde is een mythische rivier. In het KMSKA hangt een schilderij van de Antwerpse kunstschilder Abraham Jansens uit 1609, “Scaldis en Antverpia”. Scaldis – de Latijnse naam van de Schelde – is een gespierde riviergod. Hij leunt op een grote amfora waaruit het Scheldewater stroomt en biedt Antverpia, de “Maagd van Antwerpen” die de verpersoonlijking van de stad is, een hoorn aan met een overvloed aan groenten en vruchten die langs zijn oevers worden geteeld.
In de urban fantasy reeks Rivers of London van Ben Aaronovitch is die mystieke kant van de rivier – de Thames in het geval van Londen – de pointe. De verschillende delen van de Thames, de zijtakken, de kanaaltjes, enz. … hebben allemaal hun eigen eigenheid en identiteit. Letterlijk :-). Mama Thames is er oppermachtig in Londen stad, Old Father Thames is de verpersoonlijking is van de rivier die door het rurale Engeland meandert, en hun zijrivieren en kanalen zijn hun respectievelijke dochters en zonen. De genius loci van de Thames - riviergoden en -godinnen - hebben er macht. Ik kan me goed voorstellen dat dat in Antwerpen ook zo is!
Veel rivieren danken hun naam aan een godheid. Dat is in tegenstelling tot de gespierde Scaldis meestal een godin. Denk aan de Seine in Frankrijk (naar de Gallo-Romeinse godin Sequana), de Shannon in Ierland (naar Sionann, de kleindochter van de Ierse zeegod Lir), de Ganges in India (van de hindoegodin Ganga), en nog vele anderen. Dat komt omdat water wordt gezien als de bron van leven, van creatie en geboorte – letterlijk en figuurlijk. Tot nader orde is vruchtwater nog altijd iets van vrouwen en niet van mannen. :-) In de Grote Rite die deel uitmaakt van veel heksenrituelen hekserij staat de kelk dan ook voor het vrouwelijke. Ook het zuiverende en genezende aspect van water wordt gelinkt aan het vrouwelijke. Dat de Scaldis van de schilderijen geen godin is, hebben we te danken aan de Romeinen. Scaldis is immers een mannelijk woord.
Nochtans voelt de Schelde helemaal niet mannelijk. En blijkbaar ben ik niet de enige die dat vindt. Onze eerste stop is bij de brug over de Schelde in Temse. Daar staan twee monumentale bronzen beelden van de lokale meester beeldhouwer Karel Aubroeck. Een daarvan is “De Schelde” uit 1958. Aubroeck stelt de Schelde voor als een sterke vrouw die op haar zij ligt. Ze kijkt onbevreesd naar de hemel. Bij de beschrijving van het beeld op het internet lees ik dat ze “rijpe vrouw, door wie en langs wie de volheid van het leven stroomt” is. Volgens de schrijver is de Schelde net als de vrouwen uit de streek, moedig en niet bang om het avontuur tegemoet te treden. Ik kon het zelf niet beter zeggen :-).
![]() |
“De Schelde” door Karel Aubroeck (1958) |
Nog iemand die de Schelde als vrouwelijk ziet is de Irénée Duriez. In Rupelmonde staat sinds 1996 een schitterend beeld van haar aan de oever van de Schelde, de “Zwarte Madame”. Dat beeld stelt een vrouw voor met grootse, wulpse en sensuele vormen en symboliseert de Schelde met haar prachtige natuur, grootsheid, onstuimigheid en kracht van het water. Zo stel ik mij de genius loci van de Schelde ook voor, een vrouw die onbeschaamd wild is maar ook heel zacht en moederlijk kan zijn.
![]() |
“Zwarte Madame” door Irénée Duriez (1996) |
Het beeld van Scaldis met zijn hoorn des overvloeds doet me ook denken aan Nehalennia. Die van oorsprong waarschijnlijk Germaanse godin is de gekendste godheid die geassocieerd wordt met de Schelde. Ze werd tijdens de Gallo-Romeinse tijd in onze contreien vooral aanroepen als beschermster van reizigers en handelaren, vooral aan de monding van de Schelde, maar was gezien die cornucopia of de mand met appels waarmee ze wordt afgebeeld waarschijnlijk oorspronkelijk een vruchtbaarheidsgodin.
![]() |
Het Nehalennia-altaar uit Domburg (Nederland), uit “De Romeinsche Beelden en Gedenksteenen van Zeeland” (1845) |
Natuurlijk zijn er naast goden en godinnen ook andere spirits die met rivieren worden geassocieerd. De volksverhalen staan bol van de verhalen over watergeesten en andere magische wezens die met waterlopen te maken hebben. In Antwerpen weet iedereen wie Lange Wapper is!
Naarmate we verder en verder van Antwerpen weg zijn, wordt de Schelde smaller. Waar we kunnen maken we een stop om naar de rivier te kijken en hoe ze haar stempel heeft gedrukt op de omgeving en de mensen die van haar leefden. Van de ietwat wilde madam die we zagen bij de start van onze trip verandert ze stad na stad, dorp na dorp, in een lief, Frans klein meisje. Maar wel eentje dat ook Nederlands spreekt: de bron wordt onderhouden door de stad Antwerpen en het Antwerps Havenbedrijf, lezen we op het paneel dat de stad Antwerpen hier in Gouy heeft gezet.
We zijn er na tien jaar eindelijk geraakt, bij de bron van de Schelde. Het is een idyllisch plekje. Er is een kleine parking gemaakt en er is een wandelpad naast het water. Een Nederlands koppel eet een beetje verderop een boterhammetje. Een man komt een jerrycan bronwater halen. Dat doen wij ook. Het voelt alsof we de Mont Blanc hebben beklommen, zoveel voldoening geeft het als ik het middeleeuwse trapje afloop om een fles te vullen. Een cadeautje voor de meisjes van de coven.
Reacties