Ostarblot (Covenbijeenkomst Amma Devi)

In tegenstelling tot wat veel mensen denken is Ostara geen traditioneel Keltisch jaarfeest. Het is van oorsprong Germaans en zelfs bij de Germanen werd het niet overal als dusdanig gevierd, enkel bij de Saksen, een confederatie van Germaanse stammen die zich tijdens de late Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen op de Noord-Duitse Laagvlakte bevonden. Een deel van de Saksen, samen met de Angelen en andere continentale Germaanse stammen, nam vanaf de 5e eeuw deel aan de Angel-Saksische vestiging in Groot-Brittannië. De Brythonisch-Keltische bevolking noemden al deze groepen gezamenlijk Saksen. Vandaar de benaming “angelsaksisch”. Zo kwam het feest ook in Groot-Brittannië terecht en via de revival van de oude religie (lees: de uitvinding van de wicca in het midden van de vorige eeuw) eindigde het als één van de “Keltische” feesten op het jaarwiel. Wat het dus niet is :-)

Meebrengen:

  • Een tak(je) van een boom voor in de vuurschaal op het altaar (we moeten samen 9 verschillende houtsoorten hebben voor het heilig vuur);
  • Een groenblijvende tak.
  • Drank en spijs voor het Ostara-buffet.
  • Een hardgekookt versierd ei waarop je in de versiering runes of sigils hebt verwerkt die staan voor groei, positieve evolutie, geluk.


Klaar zetten van het altaar en aansteken van de kwartierkaarsen 

Nodig voor het ritueel:
  • vuurschaal;
  • 9 verschillende soorten hout;
  • Een groene tak als “zweepje” voor elk van de deelnemers;
  • kwartierkaarsen (in elke hoek van de tafel een kaars)
  • een witte, een rode en een zwarte kaars
  • een hoorn om op te blazen & belletjes
  • een offerschaal (Hlautbolli)
  • 2 hoorns of bekers om uit te drinken (één voor mede en één voor water)
  • mede (veel mede! :-))
  • alles voor de cake & wine
  • Wierook (ter plaatse bereid volgens de inspiratie van het moment) – om te zuiveren
  • Een schaaltje water met zeezout – om te zuiveren
  • Bijvoetsmudge – om te zuiveren
  • Zwarte kapmantel
  • Een mannetje gesjord met kale takjes
  • Appels
  • Ostarabroodjes of -cakejes
  • Een klein tafeltje in het westen van de cirkel.
We vieren onze Ostarblot rond de grote tafel in de woonkamer. Op het midden van de tafel staat een vuurschaal. Elk van de deelnemers legt een tak in de vuurschaal. Bedoeling is om 9 verschillende houtsoorten in de schaal te hebben liggen. Het vuur is nog niet aangestoken.

De priesteressen zetten samen het altaar klaar. Alle items op het altaar zijn gezuiverd met wierook en zout water (alle elementen). Eén van de priesteressen zorgt voor een gepaste wierookmengeling. 

Zuivering en wijding 
De priesteressen zetten zich rond de tafel. Bryd loopt widershins rond de grote tafel en zuivert de ruimte met de bijvoetsmudge. Dan zuivert ze zichzelf en geeft vervolgens de smudge door aan de volgende priesteres.

Als alle priesteressen gezuiverd in de cirkel staan, zwijgend, concentreert iedereen zich  op het openen van de chakra’s en het binnenstromen van energie via de wortel- en kruinchakra tot beide energieën zich volledig hebben gemengd in hart- of zonnevlechtchakra. 

Allen:
Zoals de Vuurvogel oprijst uit de as van het vuur, zo worden wij nu gezuiverd.
Grote Moeder, Godin van onze harten, zegen ons en zuiver ons.
Hemelvader, laat uw stralen ons wijden en maak ons klaar voor dit ritueel.
Open onze geest voor uw dimensies.
Laat onze lippen enkel nog de waarheid spreken.
Laat ons hart de weg van de Goden volgen, nu en altijd.
Schenk onze handen de gave van het magisch werk.
Laat onze voeten de heilige paden bewandelen, in uw gezelschap en in het gezelschap van gelijken.
Blessed Be.


Maken van een heilige plek – Hamerrite 
Yza steekt de  kwartierkaarsen aan. 
Verelna blaast op de hoorn.

Yza houdt een hoorn met mede omhoog:
Heil en welkom, machtige Landvaettir, spirits van Aarde, Lucht, Vuur en Water,
de stuwende kracht van het ijs, van de nacht en van de Winter, van de winden, van de dageraad en van de Lente, van de Zon, van de middag en van de Zomer, van de Zee, van de avond en van de Herfst.
Wij groeten u!
Onze band in Urd is oud en krachtig.
Bij land en bloed, in Troth en Frith, wij zijn hier om een heilige plaats te maken.
Neem deze gift van ons aan en bescherm onze Vé.
Yza giet de mede in de offerschaal.

Bryd loopt naar het noorden, het huis van Ijs, en staat met haar gezicht naar de buitenkant van de ruimte. Ze houdt haar athame tegen haar zonnevlecht, trekt met haar athamé energie uit haar zonnevlechtchakra en tekent een omgekeerde T in de lucht:
Hamer van Thor, wijd en bescherm deze heilige plaats.

Dan loopt ze naar het zuiden, het huis van Vuur, en doet hetzelfde:
Hamer van Thor, wijd en bescherm deze heilige plaats.


Verwelkomen van de goden
Alle priesteressen staan rond het centrale altaar. In het noorden staat Juniper (de jongste van onze groep). Ze draagt een rode jurk maar die is volledig verstopt onder een zwarte kapmantel. Alle priesteressen dragen een groene tak (rozemarijn, den, whatever ... als het maar groenblijvend is in de winter).

Verelna blaast drie keer op de hoorn. Bryd rinkelt drie keer met de belletjes.

Bryd:
Het is donker en koud en de dagen zijn veel te kort.
De wereld is kaal.
De winter heeft zijn tol geëist, licht en leven opgegeten.
Gedaan!
Laat het duister nu verdwijnen in het oosten.
Verdwijn en laat het heldere licht van Sunna schijnen!

Juniper komt traag vanuit het noorden naar het midden van de cirkel, waar de vuurschaal staat. Ze ziet er duister uit met haar zwarte kapmantel die haar gezicht verbergt. Ze draagt een mannetje in haar handen dat in elkaar gesjord is uit kale wintertakjes: de Winter of de Dood.

Juniper:
Woorden zullen niet genoeg zijn als ge Winter wilt verjagen.
Hij is nog altijd onder ons met zijn koude winterhanden.
(heft het mannetje omhoog)
Kniel voor hem!

Bryd:
Wij knielen niet voor de Winter.
Zijn rijk duurt reeds veel te lang.
Laat de Zomer hem verjagen want hier is geen plaats meer voor hem!

Bryd slaat het mannetje met haar groene tak. Juniper brengt het mannetje drie kaar deosil rond het altaar. Iedereen slaat het mannetje met haar groene tak, dus in totaal drie keer.
Terwijl ze dat doen zingen, roepen of fluisteren de priesteressen alle dingen waar ze  vanaf willen of dat ze hebben afgesloten: OORLOG, GULZIGHEID, HAAT, VERDRIET, ....
Als de Winter drie maal is rondgegaan, legt Juniper hem in de vuurschaal, op het hout. Daarna stapt ze achteruit uit de cirkel.

Bryd:
Winter is dood! Heil Zomer!

Allen:
Winter is dood! Heil Zomer!

Bryd:
Laat nu het vuur branden.
Laat Sunna tevoorschijn komen en de wereld verlichten met haar warmte!

Ondertussen doet Juniper de zwarte kapmantel uit, zodat ze getransformeerd wordt tot het Lentemeisje (cfr. Iduna, de oudnoorse godin van de jeugd). Eens de mantel afgelegd is, mag hij niet meer aangeraakt worden tot hij werd gezuiverd door er wat water over te sprenkelen dat  het Lentemeisje met zich mee heeft gebracht.
Het Lentemeisje draagt een hoorn of beker met mede of bier, een tweede beker met water met een groenblijvend takje erin, iets om het vuur aan te steken en een mand met genoeg appels, gekleurde eieren en Ostaracakejes voor alle deelnemers. 
Traag loopt ze naar het oosten van de cirkel, waar ze blijft wachten.

“Brita med julljus”, Carl Larsson, 1900

Bryd:
Wie wacht daar buiten?
Wie is die machtige vrouwe in het rood aan de rand van onze cirkel?

Juniper:
Ik ben het, de Koningin van de Dageraad, gewekt door het licht van de dageraad en de roep van Eostre op deze Ostardag.
Ik ben de Lente en het leven.
Ik breng de vlam van het vuur, appels van gouden zonlicht en mede vol kracht van de zon.

Bryd loopt naar de rand van de cirkel, opent een poortje en geeft Juniper een hand om haar binnen te nodigen:
Kom binnen in onze cirkel en wees welkom!
Lente, wij groeten u, stralende Vrouwe van de dageraad.

Als Juniper de cirkel binnen stapt, geeft Bryd haar 3 kussen. 

Bryd (Kus 1):
Heil de dageraad, dochter van de nacht!
Verelna steekt de witte kaars aan.

Allen:
Heil!

Bryd (Kus 2):
Heil de goden en godinnen!
Verelna steekt de rode kaars aan.

Allen:
Heil!

Bryd (Kus 3):
Heil de gulle aarde die ons alles geeft!
Verelna steekt de zwarte kaars aan.

Allen:
Heil!

Daarna loopt Juniper traag verder naar het westen, cfr. de boog die de zon maakt.
Daar blijft ze staan en zet ze alles wat ze mee heeft gebracht op het tafeltje.

Juniper:
Ik breng u mede van de goden.

Juniper drinkt uit de beker met mede en geeft die dan door aan Bryd. Bryd drinkt een slok en geeft die dan verder door de cirkel rond. Als de beker terug bij Bryd is, giet ze wat er over is in de offerschaal.

Juniper:
Ik breng u water uit de diepste bron, de inspiratie van het woord, de humor van het leven en de kracht van genezing, zolang gij leeft.

Juniper loopt de cirkel rond en besprenkelt iedereen met het water dat ze heeft meegebracht. Ze gebruikt daarvoor het groene takje. Bij elke persoon zegt ze:

Laat het water uw leven verlichten.

Als ze daarmee klaar is, neemt ze de cakjes en de eieren en geeft aan iedereen in de cirkel een cakeje, een appel en een ei. Elke priesteres neemt op z’n minst één hap van het cakeje en van de appel en geeft een stukje van elk aan de offerschaal. Van het ei wordt nog niet gegeten. 

Juniper:
Ik breng u het brood van het leven en een ei voor geluk.
En uw ziel breng ik tot verrukking met mijn gouden appels.
Laat uw ziel stralen met het licht van Sunna!


Bryd:
Steek nu het vuur aan zodat het hoog mag oplaaien, ter ere van Sunna.
Winter is verdwenen, leve Lente!
Laat alles wat duister en doods is samen met hem verschrompelen en alles wat licht is groeien en tot bloei komen.

Juniper steekt het vuur aan om het wintermannetje te verbranden. Alle priesteressen komen één voor één naar voor om hun ei boven het vuur te houden. Terwijl ze dat doen, fluisteren ze tegen het vuur wat ze dit jaar willen doen groeien.
Als iedereen geweest is, blaast Verelna drie stoten op de hoorn. Bryd rinkelt drie keer met de belletjes. Iedereen gooit het ei zo hoog mogelijk in de lucht en vangt het weer op. Na die vrolijke bedoening eet elkeen zijn ei op.


Sumbel
De hoorn wordt weer met mede gevuld en gezegend met een een hamerteken:
Thor, wijd dit offer.

De hoorn wordt  drie keer rondgegeven om te toasten op de goden, de “helden” van Arcadia en de Disir (voorouders). 

Tijdens de eerste ronde wordt een persoonlijke toast uitgebracht op de goden en godinnen. Na elke toast drinkt de deelnemer een slok. De hoorn mag niet leeg raken en wordt bijgevuld als het nodig is. Als op het einde van de ronde nog wat mede in de hoorn zit, dan wordt die in de offerschaal gegoten, waarna de hoorn opnieuw wordt gevuld en gezegend.

Tijdens de tweede ronde wordt een toast gebracht op de helden van Arcadia. Dat kunnen gekende figuren zijn, vrienden of familie, mensen die je bewondert, waar je een voorbeeld aan neemt, die je inspireren, spiritueel of op een andere manier. Ze hoeven niet dood te zijn . Je hoeft je ook niet te beperken tot één persoon. De ronde kan zo lang duren als nodig is.
De derde ronde is de ronde van de Disir of onze voormoeders. 


Cake&wine

Bryd:
We zijn gezegend door de goden.
Heil de goden!
Heil de Disir en onze andere voorouders!
Heil de Landvaettir!

Nu is het tijd voor feest!

Nu wordt er samen  gegeten en gelachen. Niet vergeten om van alles wat je neemt een stukje in de offerschaal te gooien of te gieten voor de aanwezige Landvaettir, Disir en Goden ...

Reacties

Populaire posts van deze blog

De heksenrunen

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De numerologie van je heksennaam