Coven Cuisine - Witte Donderdagsoep
Ik hou van oude tradities. Wij smijten ons dus met overgave op Thanksgiving, griezelen ons te pletter met Halloween, steken kaarsen aan op Chanoeka, schrijven vol overtuiging Sinterklaasbrieven aan de kinderen (ook al geloven ze niet echt meer in de goed-heilig-man), kijken met glanzende ogen naar de kinderen die het Kerstspel opvoeren, genieten van appelbollen en worstenbrood, gooien nog altijd tonnen chocolade eieren in de tuin, eten ons te pletter aan de lekkere gebakjes op het suikerfeest en ga zo maar door. Dat veel van die tradities de bourgondische lekkerbek in mij uit zijn dak laten gaan zal daar ook niet vreemd aan zijn, vermoed ik :-)
Een oude Vlaamse traditie die ondertussen jammer genoeg bijna vergeten is, is het eten van Witte Donderdagsoep, of negenkruidensoep voor diegenen die allergisch zijn aan christelijke symboliek :-). De traditie is inderdaad ouder dan het christendom en hebben we gekregen van de Germanen. Die aten de soep naar verluidt om de komst van de lente te vieren, de overwinning van het licht op het duister, en de vruchtbaarheid van de aarde.
De kruiden in kwestie zijn de blaadjes van negen verschillende wilde planten, zoals brandnetel, paardenbloem, zuring, duizendblad, zevenblad, weegbree, madeliefjes, daslook, dovenetel, klaverzuring, vogelmuur, tripmadam, barbarakruid, waterkers, look-zonder-look, rode klaver, witte krodde, engelwortel, cichorei, hopscheuten, klein eendenkroos, adderwortel, (roomse) kervel, braamscheuten en rietscheuten. Veel van die planten noemen we nu onkruid (al zitten er ook planten bij die je niet meer zomaar in het wild mag plukken omdat ze beschermd zijn) maar onze voorouders waren niet zo kieskeurig. Toen waren er nog geen voedseloverschotten! De traditie werd gekerstend en dus kennen wij ze als Witte Donderdagsoep. Volgens sommigen moesten er zelfs twaalf kruiden in, omdat die kruiden verwijzen naar de twaalf apostelen. Op Witte Donderdag kwam Jezus immers met zijn apostelen samen op de Olijfberg voor het laatste avondmaal. Als je ergens hoort praten over apostelsoep of twaalfapostelensoep, dan weet je dus dathet eigenlijk gaat om Witte Donderdagsoep.
Welke kruiden in de soep moeten mag je zelf helemaal zelf beslissen. Het zijn allemaal planten die in de lente weer komen piepen met hun frisse groene blaadjes. Behalve kruiden gaan er ook typische wintergroenten in: knolgroenten, aardappelen, wortelen, knolselder, prei, ajuinen, kool, enz. ... Je maakt er een ietwat bittere lichte lentesoep van. Die bitterheid verwees naar het lijden van Jezus voordat hij stierf op Goede Vrijdag om weer te verrijzen met Pasen. Maar niet alle christelijk geïnspireerde verhalen rond Pasen zijn kommer en kwel. Vanaf Witte Donderdag zwijgen de kerkklokken tot met Pasen en dat was heel logisch te verklaren: de klokken waren naar Rome om paaseieren te gaan halen! En chocolade maakt alles goed.
Nodig voor 4 personen:
Maak alle groenten schoon en snij in kleine blokjes. Was de kruiden en snipper fijn.
Doe de groenten in een grote pot. Doe er het water, de bouillonblokjes, het laurierblad en de tijm bij. Laat een kwartiertje koken tot de groenten zacht zijn.
Haal het laurierblad uit de soep en mix ze fijn. Voeg de room toe en de fijngesneden kruiden. Breng op smaak met peper en zout.
Lekker met een hardgekookt eitje en brood!
Een oude Vlaamse traditie die ondertussen jammer genoeg bijna vergeten is, is het eten van Witte Donderdagsoep, of negenkruidensoep voor diegenen die allergisch zijn aan christelijke symboliek :-). De traditie is inderdaad ouder dan het christendom en hebben we gekregen van de Germanen. Die aten de soep naar verluidt om de komst van de lente te vieren, de overwinning van het licht op het duister, en de vruchtbaarheid van de aarde.
De kruiden in kwestie zijn de blaadjes van negen verschillende wilde planten, zoals brandnetel, paardenbloem, zuring, duizendblad, zevenblad, weegbree, madeliefjes, daslook, dovenetel, klaverzuring, vogelmuur, tripmadam, barbarakruid, waterkers, look-zonder-look, rode klaver, witte krodde, engelwortel, cichorei, hopscheuten, klein eendenkroos, adderwortel, (roomse) kervel, braamscheuten en rietscheuten. Veel van die planten noemen we nu onkruid (al zitten er ook planten bij die je niet meer zomaar in het wild mag plukken omdat ze beschermd zijn) maar onze voorouders waren niet zo kieskeurig. Toen waren er nog geen voedseloverschotten! De traditie werd gekerstend en dus kennen wij ze als Witte Donderdagsoep. Volgens sommigen moesten er zelfs twaalf kruiden in, omdat die kruiden verwijzen naar de twaalf apostelen. Op Witte Donderdag kwam Jezus immers met zijn apostelen samen op de Olijfberg voor het laatste avondmaal. Als je ergens hoort praten over apostelsoep of twaalfapostelensoep, dan weet je dus dathet eigenlijk gaat om Witte Donderdagsoep.
Welke kruiden in de soep moeten mag je zelf helemaal zelf beslissen. Het zijn allemaal planten die in de lente weer komen piepen met hun frisse groene blaadjes. Behalve kruiden gaan er ook typische wintergroenten in: knolgroenten, aardappelen, wortelen, knolselder, prei, ajuinen, kool, enz. ... Je maakt er een ietwat bittere lichte lentesoep van. Die bitterheid verwees naar het lijden van Jezus voordat hij stierf op Goede Vrijdag om weer te verrijzen met Pasen. Maar niet alle christelijk geïnspireerde verhalen rond Pasen zijn kommer en kwel. Vanaf Witte Donderdag zwijgen de kerkklokken tot met Pasen en dat was heel logisch te verklaren: de klokken waren naar Rome om paaseieren te gaan halen! En chocolade maakt alles goed.
Nodig voor 4 personen:
- 1 ajuin;
- 2 aardappelen;
- wintergroenten: een handvol wortelen, prei, knolselder;
- 1 laurierblad;
- thijm;
- Keuze van wilde kruiden (alles samen moet je 9 of 12 verschillende kruiden en groenten in je soep hebben);
- 2 l water;
- 4 groentebouillonblokjes;
- 200 ml room;
- peper & zout
- 4 hardgekookte eieren;
- brood.
Maak alle groenten schoon en snij in kleine blokjes. Was de kruiden en snipper fijn.
Doe de groenten in een grote pot. Doe er het water, de bouillonblokjes, het laurierblad en de tijm bij. Laat een kwartiertje koken tot de groenten zacht zijn.
Haal het laurierblad uit de soep en mix ze fijn. Voeg de room toe en de fijngesneden kruiden. Breng op smaak met peper en zout.
Lekker met een hardgekookt eitje en brood!
Reacties