Dode vlinders tellen
Afgelopen weekend organiseerde Natuurpunt weer zijn jaarlijkse vlindertelling. Dat is nodig, want Vlaanderen kent nog maar 49 verschillende vlindersoorten en dat mag je met recht en reden dramatisch noemen. Van de vele vlinders die we ons herinneren uit onze kindertijd in de jaren zeventig is een derde ondertussen uitgestorven en van de overgebleven vlinders is de helft bedreigd! Er wordt dus niet veel meer gefladderd in onze Vlaamse tuinen...
In de Standaard lees ik over het succes van opgezette vlinders als decoratieobject. Omdat vlinders zeldzaam beginnen worden, halen we ze blijkbaar massaal in huis, opgeprikt in kadertjes of onder stolpen. Vlinders en andere insecten opprikken dateert nog uit de tijd dat er geen fototoestellen bestonden om foto’s te nemen die toelieten om dieren met elkaar te vergelijken. Denk aan de meterslange houten vitrinekasten met de immense collectie insecten in het Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. Tegenwoordig worden vlinders niet meer opgeprikt voor wetenschappelijke doeleinden maar voor het opleuken van iemands interieur. “Verwondering om verstilde schoonheid”, zo noemt één van de taxidermisten die aan het woord komen het.
De opgeprikte vlinders worden grotendeels gekweekt, al worden er ook nog gevangen in het wild. Voor een natuur die in evenwicht is, zou dat geen probleem zijn en de lokale vangers letten er op dat er niet teveel vlinders worden gevangen. Als er weinig vlinders zijn, worden er ook minder gevangen. Bovendien zijn er vlinderboerderijen die tot een tiende van hun vlinders opnieuw zouden loslaten om ervoor te zorgen dat er genoeg vlinders overblijven. Dat lijken echter vooral verhalen van greenwashing, waarbij de bedrijven in kwestie zich ecologischer voordoen dan ze in werkelijkheid zijn.
Natuurpunt is helemaal niet gelukkig met de dode-vlinder-trend. Ook al gaat het om gekweekte dieren, het blijven levende wezens. Dieren zijn geen decoratie. En dieren doodmaken voor zoiets onnozels als een sierobject is al helemaal niet correct.
De Atalanta is de meest voorkomende vlinder in Vlaanderen en Nederland. |
De opgeprikte vlinders worden grotendeels gekweekt, al worden er ook nog gevangen in het wild. Voor een natuur die in evenwicht is, zou dat geen probleem zijn en de lokale vangers letten er op dat er niet teveel vlinders worden gevangen. Als er weinig vlinders zijn, worden er ook minder gevangen. Bovendien zijn er vlinderboerderijen die tot een tiende van hun vlinders opnieuw zouden loslaten om ervoor te zorgen dat er genoeg vlinders overblijven. Dat lijken echter vooral verhalen van greenwashing, waarbij de bedrijven in kwestie zich ecologischer voordoen dan ze in werkelijkheid zijn.
Natuurpunt is helemaal niet gelukkig met de dode-vlinder-trend. Ook al gaat het om gekweekte dieren, het blijven levende wezens. Dieren zijn geen decoratie. En dieren doodmaken voor zoiets onnozels als een sierobject is al helemaal niet correct.
Reacties