Geef me een bloem (Grootmoeders Workshop)

Martine zou ons vanavond meenemen op een reis op zoek naar schoonheid en kracht. Het was de bedoeling dat we de Grootmoeders zouden uitnodigen in ons hart. Daar zouden we samen met hen moeten ademen om onszelf op die manier te zuiveren. Zo heel je je hart, het wordt opnieuw zacht en warm. Alles wat nie lekker zit en niet goed voelt, adem je als het ware uit: blokkades, harde plekken in je hart, ... De lege plekken die zo ontstaan, kan je daarna weer opvullen met licht en liefde.

Voor de Grootmoeders moesten we een vraag voorbereiden: toon mij wie ik ben in de vorm van een bloem, “de bloem die ik ben”. Die bloem laat je in je hart openbloeien: je hart verandert in een bloem of de bloem groeit in je hart. Alles aan de bloem kan belangrijk zijn: de kleur, welke soort bloem het is, hoe de wortels zijn, in welke richting ze groeit, hoe groot ze is, enz. ... Waar haalt de bloem haar schoonheid en gratie uit? Wat heeft de bloem nodig om te groeien en te bloeien? Waar haalt ze haar kracht uit? Al deze antwoorden zijn symbolen die ons veel vertellen over onszelf!

Als de bloem daarna weer verdwijnt, zijn de Grootmoeders er nog altijd. Ze blijven in je hart. Als je ze éénmaal in je hart laat, dan blijven ze daar voor altijd! Als je een beslissing over iets hebt genomen, kan je je bloem terug oproepen en haar bijvoorbeeld vragen hoe ze zou reageren op die beslissing. De symboliek leert je of dit een goede beslissing is voor jouw toekomst.

Nadat Martine de uitleg over de avond had gedaan, zetten we ons ontspannen klaar voor de reis. Una zat links van me, Verelna rechts. Het was best frisjes en we hadden ons met z’n drieën lekker warm in een grote deken gewikkeld J. We reinigden onszelf met Agua di Florida en openden onze hartchakra met Palo Santo. Daar gingen we ...

We begonnen met het oproepen van de krachten van de windrichtigen, met het Noorden als startpunt. Het leek alof ik in de zoo van Antwerpen stond, bij de glazen vrieskast waarin de pinguins zitten. Het leek alsof ik inzoomde op dat nep landschap van betonnen rotsen en blauw-wit geschilderde muren die een sneeuwlandschap moeten suggereren, maar ergens onderweg werd het landschap echt. Waar meestal een verzorger een emmertje makreel leeggooit in de hongerige bekken, stond nu een man. Hij deed me een klein beetje denken aan de Kerstman, maar dan zijn Russische tegenhanger, Vadertje Vorst. Hij had een dikke bontjas aan van beige leer, het leek wel mouton retourné, en dikke wanten. Hij droeg een soort van ronde bontmuts met een puntje. Ik moest denken aan de helmen met bont die de mannen van de Khan droegen in één van de LARP evenementen waar ik ooit in meespeelde. De man had een breed verweerd gezicht dat Aziatisch aandeed. Spleetogen had hij niet, maar wel een bruin vel en ietwat scheef staande pikzwarte ogen, hij had wel wat weg van een Eskimo, nu ik er bij stil sta. Het was de allereerste keer dat de vriendelijke aarden reus er niet bij was bij het uitnodigen van de elementen en ik vroeg me af wat ons te wachten zou staan op deze reis... De man knikte naar Una, die links van me zat, en ik vroeg me of hij hier wel voor mij was. Una had het moeilijk en misschien kon ze wel wat rust en kalmte gebruiken. Ik knikte terug, ten teken dat ik het had begrepen, en meteen voelde ik mijn linkerhand, dat tegen Una’s been aanlag helemaal warm worden en pulseren. Daar zat verdomd veel energie in en ik wist dat Vadertje Vorst me eventjes gebruikte als doorgeefluik. Hopelijk zou het Una helpen ...

Rechts van me, in het oosten, zat de grote uil die ik voor het eerst op Verelna’s en Junipers toewijding had gezien. Die zie ik ondertussen wel meer. Het reusachtige beest zit meestal rustig ergens op te wachten. Behalve wat schudden met zijn pluimen, is hij de kalmte zelve. Dat was nu ook weer het geval. Ik zag hem rechts van me zitten, met zijn rug naar me toe. Toen hij wist dat ik naar hem keek, draaide hij zijn kop helemaal rond zoals alleen uilen dat lijken te kunnen en keek me over zijn schouder indringend aan met zijn ronde gele ogen.

Achter mij voelde ik ook een aanwezigheid in het zuiden. Ik draaide me niet om maar ik had het gevoel dat het de Vuurprins was die achter me stond, groot en onverzettelijk als altijd, met zijn onnatuurlijk smalle gezicht en zijn ijskoude pikzwarte ogen.

Links van me zag ik de zee. Daar zag ik de waterdame van altijd, alleen stond ze deze keer niet zelf in het zeewater maar zat ze op een paard, een eenhoorn van wit zeeschuim, zoiets als de waterpaarden die de elfenprinses Arwen oproept in één van de Lord of the Rings films.

Vadertje Vorst hief zijn hand naar zijn mond en blies. Het leek wel alsof hij me een vliegkusje gaf J. Ik zag hoe zijn adem meteen bevroor in de kou die rond hem hing. De uil schudde met zijn veren en ik voelde hoe zijn veren heel zachtjes de lucht verplaatsten. Er vielen een paar donsveertjes op de grond. Nu kon ik de afgevaardigde van het Zuiden goed zien: het was inderdaad de Vuurprins. Hij opende zijn mond en blies een grote vlam in mijn gezicht. Ik kon de warmte voelen, de vlam likte net niet aan mijn vel. Ook de watervrouw blies naar me en een waas van mist kwam rond me hangen. De krachten van de elementen gingen met me mee.

Eens ik in mijn hoofd was, maakte ik daar de hele ruimte leeg. Dat ging redelijk vlot, al zag ik gezichten die ik niet meteen herkende en die nogal hardnekkig waren. Ik was ook even verbaasd toen een grote golden retriever plots langs me heen draafde, de tong uit de bek, de deur uit naar buiten. En zeggen dat ik een kattenmens ben ... bizar.

Daarna liet ik de zon boven me alles wat niet juist zat meenemen en de lege plekken weer opvullen met licht. Ik was er klaar voor en vertrok naar mijn hart.

In tegenstelling tot mijn vorige tripjes naar mijn hart en beyond, bleek er nu plots een andere weg te zijn. In plaats van de deur in de gang te nemen waarachter de trap zat – ik ben nieuwsgierig waar de lift zit J – liep ik nu gewoon rechtdoor de gang in. Achteraan bleek een andere ruimte te zijn met een traag afhellend vlak, als voor een rolstoel, dat eindigde voor een dubbele matglazen deur. Naast de deur zat een bel en een toetsenbordje met cijferjes om een code in te toetsen. Aarzelend duwde ik tegen de deur: die was niet op slot.

Ik duwde de deur open en liep de ruimte binnen. Het leek wel een ziekenhuiskantine. Rijtjes van telkens drie formica tafels met een beige tafelblad en praktische houten stoelen. Links hoge ramen met prenten er tegen geplakt, rechts een muur en een brede doorgang van de deur waar ik net doorgekomen was naar een identieke deur aan de overkant van de ruimte.

Eén van de rijen tafeltjes was bezet. Ik zag een oud dametje geconcentreerd bezig met haar breiwerkje, de lange grijze haren achteruit getrokken in een dotje. Naast haar zat een ander dametje te dutten. Ik zag een verpleegster in een strak wit uniform achter een rolstoel met nog een andere oude dame staan. Ze had indiaanse trekken en mooi zwart haar. Dit waren de Grootmoeders. De anderen kon ik niet zien, maar de drie tafeltjes waren helemaal bezet.

Op de tafel stonden tassen en een inox koffiekan. Of ik zo vriendelijk wilde zijn om koffie in te schenken? Dat deed ik met veel plezier. Terwijl ik alle dames van koffie voorzag, ging de deur achterin de cafetaria open. Brigandhu kwam binnengelopen, en ze leek tegelijk vreemd misplaatst in deze omgeving en helemaal op haar gemak, alsof ze hier thuis was. Ik ging weer verder met koffie uitschenken. Ik zag de grote uil een rijtje verder op de rugleuning van een stoel zitten. Hij hield alles scherp in de gaten. Een beetje verder zag ik de watereenhoorn staan, met zijn leidsel vastgebonden aan een stoel. Vadertje Vorst had zich een stoel toegeëigend en zat knus tussen de oude dametjes in. Hij had een warme tas koffie tussen zijn handen en genoot zichtbaar van de warmte. Hij slurpte luidruchtig van zijn koffie, een tevreden uitdrukking op zijn gezicht. Dit werd hoe lange hoe surrealistischer! Het werd pas echt bizar toen een eekhoorn, één van mijn krachtdieren, de tafel opsprong en vliegensvlug een praline uit de open doos stal die op de tafel stond. Hij spurtte weg om een beetje verder zijn buit op te eten. Zijn oogjes schoten heen en weer, er angstvallig over wakend dat niemand hem zijn lekkernij kwam afhandig maken. Het was een witte praline met een noot!

Het was tijd om te gaan ademen met de Grootmoeders. Ik concentreerde me op mijn eigen ademhaling en naarmate die rustiger werd, hoorde ik ook de Grootmoeders ademen. Ik zag hoe ze zelf ook hun ogen hadden gesloten en zich net als ikzelf op hun eigen ademhaling concentreerden. Onze ademhaling ging niet gelijk maar toen we daar zo allemaal samen een tijdje niks anders deden dan rustig en diep ademhalen, gebeurde het: onze ademhaling ging synchroon en het leek wel alsof de ruimte zelf groter werd bij elke ademteug die ik binnenzoog en terug kromp bij het uitademen. De hele kamer leek wel met ons mee te ademen.

Toen stak één van de Grootmoeders haar hand uit over de tafel. Eén voor één legden de andere Grootmoeders een hand er bovenop. Er gebeurde iets wonderbaarlijks: uit het kleine torentje van handen groeide een plantje, aarzelend en voorzichtig, heel fragiel. Het deed me denken aan vogelmuur met die kleine groene blaadjes. Traag kronkelde het plantje naar omhoog, kreeg het zijstengeltjes en nog meer blaadjes, tot het een wirwar van blaadjes, stengeltjes en bloemetjes werd, véél blaadjes, stengeltjes en bloemetjes. Het leek of het de smaak te pakken had gekregen want waar het in het begin traag en aarzelend groeide, ging het nu heel snel. Het kronkelde verder naar omhoog, sneller en sneller, tegen het plafond, tot dat helemaal bedekt was en het plantje – als je het nog zo kon noemen – langs de muren terug naar beneden groeide en over de vloer terug naar ons toekroop om daar op zijn eerste stengeltjes opnieuw naar boven te groeien en via de muren terug naar beneden. Ik moest denken aan de Middle Pillar oefeningen die we op PaGE2012 hadden gedaan met David Rankine en waarbij we goddelijke energie naar beneden haalden om ze te mengen met aardse energie om ze vervolgens opnieuw naar boven te laten gaan en in een zich herhalede cyclus telkens opnieuw naar beneden te halen. Overal zaten de kleine bloemetjes. Ze leken wel de miniversie van de passiflora, als kleine zonnetjes blonken ze overal in de kamer. De wortels van het plantje waren net als het plantje zelf: teer en fijn, maar véél zodat ze toch sterk en krachtig konden groeien.

Het plantje groeide uit mijn hart en haalde daar ook zijn kracht uit: mijn plantje had enkel liefde nodig om volledig los te gaan en te ontploffen in een weelde van bloemetjes!

Op de plaats waar zonet nog een pilaar van groen was geweest, zag ik nu een prachtig bleek gezicht. De groene plant met de miljoenen bloemetjes die liks en rechts tegen de muren naar beneden groeiden, waren haar haren. Ze was prachtig, bloedmooi. Ik herkende haar niet maar besefte toen dat ik toch die vrouw was. Ik begreep het niet, en al helemaal niet toen ik dat mooie gezicht zag verrimpelen en verkruimelen, in brokstukken invallen. Het was niet prettig om te zien. Toen zag ik het: achter het gezicht zag ik iemand kijken doorheen het gat dat in het hoofd van de vrouw was gebrokkeld. Ik herkende mijn eigen blauwe ogen. Toen zat ik in mijn eigen hoofd en keek naar de kamer vanuit het afgebrokkelde hoofd van de vrouw met het groene haar. De Grootmoeders keken me nieuwsgierig aan. Ik voelde me groter, statiger, eleganter.

Het was tijd om weer naar boven te gaan. Ik nam afscheid van de Grootmoeders en ik kreeg de verzekering dat ik altijd mocht terugkomen, “maar breng een doos pralines mee,” kraakte de stem van één van hen. Die oude madammekes zijn wel cool! Ik liep naar buiten door de glazen deur en het was pas toen ik weer naar boven liep over het rolstoelpad dat ik besefte dat ik nog steeds de witte jurk droeg van de vrouw met het groene haar: ik had haar niet achtergelaten in mijn hart zoals ik had verwacht. Ze – ik! – was hier bij mij in mijn hoofd.

Nadat we allemaa waren teruggekomen naar het hier en nu trokken we een Grootmoederskaartje:

“Je zult het fonkelende bruisen van het Net van Licht in je aderen voelen en je zult ervaren hoe het Net van Licht uit je hart vloeit. Geven en ontvangen door het Net van Licht is een fantastische ervaring.”

--
Grootmoeders Workshop

1. eren van de 7 windrichtingen

2. ancient mother I hear you calling

3. meditatie: bloeien als de bloem die je bent, aansluitend het net van licht

Vraag de Grootmoeders bij jou te komen en aan jou te tonen dat ze er zijn. Weet dat wanneer je deze vraag stelt de Grootmoeders in en rond jou zijn.

Nodig nu de Grootmoeders en elke vorm van het Goddelijke dat jou dierbaar is uit in jouw hart. Adem nu met dit Goddelijke op zo een wijze dat elke ademhaling jou meer één maakt met de Bron. Op deze wijze zal Liefde en Licht jouw lichaam en al haar organen doordringen.

Dit is jouw natuurlijke staat van zijn, je werd geboren om lief te hebben en om te worden liefgehad.

Elke keer als je ademt met het Goddelijke zoals je nu doet, zul je groeien, groter worden , zachter worden, meer en meer het Zelf dat je werkelijk bent. Niet de persoon die je denken zegt dat je bent, maar je werkelijke zelf.

Nadat je enkele minuten geademd hebt met het Goddelijke zullen de Grootmoeders zich in jouw hart nestelen. Je kan ze zien of voelen zitten in jouw groeiende hart.

“We komen in jouw hart en terwijl we dit doen zal jouw hart zich meer openen. Het zal bloeien als een bloem.”

Je kan de Grootmoeders uitnodigen om nog meer in jouw hart te komen, jouw hart nog meer te vullen.

Stilaan begin je een verandering te voelen. Alle zorgen, angsten en etiketten die het denken jou oplegt verdwijnen. De aanwezigheid van de Grootmoeders zal zo een krachtveld creëren dat er daar voor al die spinsels geen plaats meer is.

Adem met hen als zij in jouw hart zitten en met elke ademhaling trek je Hen dieper in jouw zelf. Je hart begint te veranderen, het neemt de vorm aan van een bloem. Kijk toe en geniet van de transformatie dat in jou plaatsvindt.

Wees attent voor de kleur die jouw hart aanneemt. Kijk ook naar de beweging, de vorm en richting waarin de bloem groeit. Als de bloem in jouw hart verder groeit, wees dan ook aandachtig voor de levenskracht en de zachtheid die zij uitstraalt.

De harde en gekwetste delen van jouw hart beginnen af te breken en te verdwijnen. Elk moment wordt jouw hart zachter en krachtiger en de Grootmoeders lachen jou toe vanuit de kern van jouw hart waar ze zich nu blijvend bevinden.

Nieuwe energie vult jouw cellen en neemt de plaats in van de losgekomen blokkades en geheelde kwetsuren. Je zal met deze manier van werken ook pijnlijke plaatsen tegenkomen. Kleine hoeken waar energie was geblokkeerd beginnen terug te ontwaken. Wees niet bezorgd over deze pijnen, ze zijn tijdelijk en een teken dat jouw hart zich opent. Hier in dit gezegend hart liggen de wortels van schoonheid en kracht. Vanaf het moment dat je dit bewust wordt zul je deze schoonheid en kracht door jou voelen stromen.

Schoonheid en Kracht zijn één en dat is ook wat je bent, eigenlijk is dit alles wat je bent. Al het andere is van voorbijgaande aard.

Richt je aandacht nu op de speciale schoonheid van de bloem in jou, de kleur, beweging, vorm, bladeren. Neem nu een moment de tijd om je hart te eren voor zoveel schoonheid en voel hoe je hart reageert op deze erkenning.

“Als je de focus in jouw hart legt, zal elke ademhaling dit orgaan doen groeien in schoonheid. De blaadjes van jouw hart/bloem zullen zich wijder openen en haar kleur zal dieper en levendiger worden. Elk van jullie is uniek in jouw schoonheid en kracht, uniek in jouw uitdrukking van het Goddelijke. Net zoals elke bloem in een tuin op haar unieke manier het goddelijke weerspiegelt.”

pauze

4. Sjamaanse reis naar de grootmoeders ter verduidelijking van de boodschap

Je trekt een kaartje en leest de boodschap.

Daarna reis je naar de Grootmoeders via je hart om verduidelijking te vragen. Misschien kunnen ze jou ook tonen welke kracht je nodig hebt om het te integreren in jouw leven of duiden op welke domeinen in je leven de boodschap slaat.

5. Slotlied





Reacties

Populaire posts van deze blog

De heksenrunen

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De numerologie van je heksennaam