Meditatie om Brigindu te ontmoeten
Zorg dat je comfortabel zit of ligt en adem diep in en uit. Adem in door je neus en uit door je mond. In en uit.
Voel hoe je lichaam zich ontspant, van de toppen van je tenen langzaam naar boven tot aan de bovenkant van je hoofd. Alle spanning vloeit uit je weg en je wordt helemaal ontspannen en rustig.
Concentreer je op je wortelchakra. Stel je een stralend rode roos voor die zich helemaal opent.
Concentreer je vervolgens op je sacraalchakra. Stel je een oranje roos voor die zich helemaal opent.
Concentreer je dan op je zonnevlecht of navelchakra. Stel je een gele roos voor die zich helemaal opent.
Concentreer je dan op je hartchakra. Stel je een groene roos voor die zich helemaal opent.
Concentreer je op je keelchakra. Stel je een blauwe roos voor die zich helemaal opent.
Concentreer je op je derde oog of voorhoofdchakra. Stel je een indigo roos voor die zich helemaal opent.
Concentreer je op je kruinchakra. Stel je een witte roos voor die zich helemaal opent.
Stel je nu voor dat je in een tuin staat. Het is een simpele tuin met groen gras en een paar berkebomen achteraan. De tuin is ommuurd en je ziet achteraan rechts een deurtje open staan. Achter het deurtje vind je een wenteltrap die je helemaal naar beneden neemt, steeds dieper en dieper naar beneden, tot je opnieuw aan een open deur komt. Achter de deur begint een aarden pad.
Het is een warme zomerdag. De zon staat hoog aan de hemel en je voelt haar weldadige warmte op je huid. Laat je leiden door het pad en wandel rustig verder.
Links van je zie je een dicht loverbos. Het licht van de zon valt flikkerend tussen de bomen door. Rechts van je zie je een korenveld. Goudgele korenhalmen wiegen zachtjes in de wind. Zo ver als je kan zien, zie je koren, af en toe doorbroken door een eenzame boom.
Je komt op een splitsing in het pad. Links van je zie je hoe een beekje zich kronkelend door het bos beweegt. Het water van het beekje is heel helder, je kan de witte keien op de bodem zien. Het bos is hier heel licht en de zon schijnt fel en krachtig. Je hoort het zoemen van de zomervliegen en je ziet hoe grote blauwe libellen heen en weer zoeven over het water.
Je volgt een klein paadje dat langs het beekje loopt, dat breder en breder wordt tot het een riviertje is geworden. Je ziet hoe het riviertje zich aan de overkant tegen een heuvel aannestelt, zodat er daar geen plaats meer is voor een pad. Je loopt nog steeds op het paadje langs de rivier, tot je een oud stenen bruggetje ziet. Het bruggetje ziet er heel erg oud en verweerd uit en het heeft geen leuning. In het midden van het bruggetje staat een ijzeren hekje. Je duwt het hekje open en loopt naar de overkant van het riviertje.
Aan de overkant zie je dat er toch nog een kleine ruimte is tussen de rots en de rivier. Tussen de rivier en de rots loopt een paadje dat je van de andere kant van de rivier niet had gezien. Je loopt naar links. Het paadje kronkelt zich rond de rots en je komt op een open grassige plek die zich boven op de top van een berg lijkt te bevinden. Hier eindigt het pad. In het midden van de open plek is een grote ronde put gegraven van een halve meter diep. In de put brandt een gigantisch vuur en je kan de warmte ervan zelfs al voelen. Tegen de rotswand aan je rechterkant staan een aantal houten hutten en verschillende paarden zijn vastgemaakt aan de rotswand en grazen rustig.
Boven het geraas en geknetter van het vuur hoor je het gekletter van ijzer. Dan zie je in de put naast het vuur een vrouw staan. Ze staat met haar rug naar je toe en je ziet hoe ze iets in het vuur steekt, het er weer uit haalt en er met veel kracht op begint te slaan. Haar lange haren zijn slordig vastgemaakt en haar gespierde blote armen, versierd met bronzen slangenarmbaden, glinsteren van het zweet.
Ze draait zich naar je om, veegt haar haren ongeduldig uit haar bezwete gezicht en kijkt je indringend en onderzoekend aan. Dit is Brigindu, de Vrouwe van het Vuur.
Dan gebaart ze dat je dichterbij moet komen. Haar stem rolt warm en krachtig over de open plek: “Ik ben de verteller en het woord, de inspiratie in de nacht, de muze die naast je staat en je wijsheid in de oren fluistert. Ik ben de zon in de ochtend, de warme extase van de zomer, het vuur dat brandt in je bloed en je kennis en transformatie brengt. Ik ben de bron, de koele kracht van water die hart en ziel geneest en je het leven schenkt. Wie mij zoekt, zal mij ontvangen want ik ben het zaad dat ontspruit en groeit. Zo is het altijd geweest en zo zal het altijd zijn, want ik ben het vuur van het leven dat in je brandt.”
Neem even de tijd om haar te begroeten en als je haar iets wil vragen, dan is dat nu het moment. Misschien heeft ze ook een geschenk voor je.
…
Neem afscheid van Brigindu en loop terug via het pad rond de rots, tot je aan het brugje komt. Steek de rivier over en volg het paadje langs de rivier tot je opnieuw aan de splitsing komt.
Loop naar rechts en volg het pad langs het korenveld en het bos tot je aan een ronde toren komt met een open deur. Achter de deur is de wenteltrap. Loop de trap naar boven, steeds hoger en hoger, tot je opnieuw een open deurtje tegenkomt. Duw het deurtje verder op en je bent opnieuw in de tuin.
Kom nu langzaam terug naar ons, in je eigen tempo. Neem er je tijd voor, haast je niet. Keer rustig terug naar jezelf. Neem je tijd. Probeer je vingers, je tenen te bewegen. Adem rustig in en uit. En als je er klaar voor bent, open dan je ogen en rek je nog eens goed uit.
Voel hoe je lichaam zich ontspant, van de toppen van je tenen langzaam naar boven tot aan de bovenkant van je hoofd. Alle spanning vloeit uit je weg en je wordt helemaal ontspannen en rustig.
Concentreer je op je wortelchakra. Stel je een stralend rode roos voor die zich helemaal opent.
Concentreer je vervolgens op je sacraalchakra. Stel je een oranje roos voor die zich helemaal opent.
Concentreer je dan op je zonnevlecht of navelchakra. Stel je een gele roos voor die zich helemaal opent.
Concentreer je dan op je hartchakra. Stel je een groene roos voor die zich helemaal opent.
Concentreer je op je keelchakra. Stel je een blauwe roos voor die zich helemaal opent.
Concentreer je op je derde oog of voorhoofdchakra. Stel je een indigo roos voor die zich helemaal opent.
Concentreer je op je kruinchakra. Stel je een witte roos voor die zich helemaal opent.
Stel je nu voor dat je in een tuin staat. Het is een simpele tuin met groen gras en een paar berkebomen achteraan. De tuin is ommuurd en je ziet achteraan rechts een deurtje open staan. Achter het deurtje vind je een wenteltrap die je helemaal naar beneden neemt, steeds dieper en dieper naar beneden, tot je opnieuw aan een open deur komt. Achter de deur begint een aarden pad.
Het is een warme zomerdag. De zon staat hoog aan de hemel en je voelt haar weldadige warmte op je huid. Laat je leiden door het pad en wandel rustig verder.
Links van je zie je een dicht loverbos. Het licht van de zon valt flikkerend tussen de bomen door. Rechts van je zie je een korenveld. Goudgele korenhalmen wiegen zachtjes in de wind. Zo ver als je kan zien, zie je koren, af en toe doorbroken door een eenzame boom.
Je komt op een splitsing in het pad. Links van je zie je hoe een beekje zich kronkelend door het bos beweegt. Het water van het beekje is heel helder, je kan de witte keien op de bodem zien. Het bos is hier heel licht en de zon schijnt fel en krachtig. Je hoort het zoemen van de zomervliegen en je ziet hoe grote blauwe libellen heen en weer zoeven over het water.
Je volgt een klein paadje dat langs het beekje loopt, dat breder en breder wordt tot het een riviertje is geworden. Je ziet hoe het riviertje zich aan de overkant tegen een heuvel aannestelt, zodat er daar geen plaats meer is voor een pad. Je loopt nog steeds op het paadje langs de rivier, tot je een oud stenen bruggetje ziet. Het bruggetje ziet er heel erg oud en verweerd uit en het heeft geen leuning. In het midden van het bruggetje staat een ijzeren hekje. Je duwt het hekje open en loopt naar de overkant van het riviertje.
Aan de overkant zie je dat er toch nog een kleine ruimte is tussen de rots en de rivier. Tussen de rivier en de rots loopt een paadje dat je van de andere kant van de rivier niet had gezien. Je loopt naar links. Het paadje kronkelt zich rond de rots en je komt op een open grassige plek die zich boven op de top van een berg lijkt te bevinden. Hier eindigt het pad. In het midden van de open plek is een grote ronde put gegraven van een halve meter diep. In de put brandt een gigantisch vuur en je kan de warmte ervan zelfs al voelen. Tegen de rotswand aan je rechterkant staan een aantal houten hutten en verschillende paarden zijn vastgemaakt aan de rotswand en grazen rustig.
Boven het geraas en geknetter van het vuur hoor je het gekletter van ijzer. Dan zie je in de put naast het vuur een vrouw staan. Ze staat met haar rug naar je toe en je ziet hoe ze iets in het vuur steekt, het er weer uit haalt en er met veel kracht op begint te slaan. Haar lange haren zijn slordig vastgemaakt en haar gespierde blote armen, versierd met bronzen slangenarmbaden, glinsteren van het zweet.
Ze draait zich naar je om, veegt haar haren ongeduldig uit haar bezwete gezicht en kijkt je indringend en onderzoekend aan. Dit is Brigindu, de Vrouwe van het Vuur.
Dan gebaart ze dat je dichterbij moet komen. Haar stem rolt warm en krachtig over de open plek: “Ik ben de verteller en het woord, de inspiratie in de nacht, de muze die naast je staat en je wijsheid in de oren fluistert. Ik ben de zon in de ochtend, de warme extase van de zomer, het vuur dat brandt in je bloed en je kennis en transformatie brengt. Ik ben de bron, de koele kracht van water die hart en ziel geneest en je het leven schenkt. Wie mij zoekt, zal mij ontvangen want ik ben het zaad dat ontspruit en groeit. Zo is het altijd geweest en zo zal het altijd zijn, want ik ben het vuur van het leven dat in je brandt.”
Neem even de tijd om haar te begroeten en als je haar iets wil vragen, dan is dat nu het moment. Misschien heeft ze ook een geschenk voor je.
…
Neem afscheid van Brigindu en loop terug via het pad rond de rots, tot je aan het brugje komt. Steek de rivier over en volg het paadje langs de rivier tot je opnieuw aan de splitsing komt.
Loop naar rechts en volg het pad langs het korenveld en het bos tot je aan een ronde toren komt met een open deur. Achter de deur is de wenteltrap. Loop de trap naar boven, steeds hoger en hoger, tot je opnieuw een open deurtje tegenkomt. Duw het deurtje verder op en je bent opnieuw in de tuin.
Kom nu langzaam terug naar ons, in je eigen tempo. Neem er je tijd voor, haast je niet. Keer rustig terug naar jezelf. Neem je tijd. Probeer je vingers, je tenen te bewegen. Adem rustig in en uit. En als je er klaar voor bent, open dan je ogen en rek je nog eens goed uit.
Reacties