Dag Chao Ts'ai Mao!
Elke ochtend, als ik de kleintjes naar school breng, maken we een verplichte stop aan het "Groen Huisje". Het is klein, telt maar anderhalf verdiepje, en heeft kleurrijke en een beetje Keltisch aandoende vrolijk geschilderde versieringen. De naam is vanzelf gegroeid, samen met de klimop die ondertussen zo goed als de helft van het huisje overdekt, als de baard van een vriendelijke oude man. Reikhalzend kijkt Dries in zijn koets naar het huisje en hij strekt zijn vingertjes al uit. "Poeh" zegt hij, en daar is ze. In de venster van het Groen Huisje staat een gouden poes die vrolijk haar pootje opheft en op en neer zwaait naar de voorbijgangers. Het beestje fascineert elk kind uit de buurt.
Kaat vraagt me wie er in het Groen Huisje woont.
"Ik weet het niet," antwoord ik, "misschien wel een indiaan, of een fee, of een lieve heks ...", want dat er niet alleen kwaaie monsterheksen bestaan, dat begint ze te begrijpen. De "Hennie de Heks"- boekjes beginnen vruchten af te werpen.
"... of een tovenaar, mama," gaat ze stellig verder.
"Zo'n lieve poes die ons elke dag geluk wenst, daar kan toch alleen maar iemand wonen die ons goedgezind is," zeg ik.
Ernstig nadenkend fietst Kaat verder, haar rode kinderfiets met de twee zijwieltjes in de pas met de kinderkoets van Dries, tot ze helemaal opklaart. "Misschien is het een prinses, mama!", roept ze opgewonden, terwijl we verder lopen en fietsen naar school. Dan remt ze plots bruusk, keert zich met grote ogen om en fluistert eerbiedig en vol verwondering "Mama, ik weet het, het zijn Sinese meisjes!"
Ik lach. Het wordt geheid een mooie dag.
Nadat ik Kaat heb afgezet in de school, loop ik met Dries naar de auto. We maken de tweede verplichte gelukskattenstop van de ochtend. De gouden Maneki-neko (wenkende kat, of Chao Ts'ai Mao in het Chinees) zwaait nog steeds met haar pootje. In Japan en China wenken de mensen iemand door hun hand op en neer te bewegen met de handpalm omlaag. De gelukskat doet dat ook: met haar opgeheven linkerpootje wenkt ze mensen (en klanten) naar binnen en zo trekt ze rijkdom aan. Zwaait ze met haar rechterpootje dan brengt ze geluk.
Katten werden in heel Azië gerespecteerd omdat ze voorspoed brachten: de katten hielden de ratten in toom die anders de zijde- en rijstoogst zouden verpesten, en zorgden zo mee voor voorspoed en geluk. En nu staan ze dus nog altijd symbool voor geluk, voorspoed en materiële welvaart. Bovendien zouden ze een sterke band hebben met de "ongeziene" wereld van de geesten.
De gelukskat van het Groen Huisje heeft in haar andere pootje een vis. Die staat symbool voor de Japanse god Ebisu, de beschermer van de zeevaarders en de handelaars, en verwijst hier naar rijk worden door vlijt en eerlijke handel. Sommige gelukskatten dragen andere attributen, die verwijzen naar een god of godin uit het Japanse pantheon die met geluk te maken heeft. De gekendste zijn een hamer, die verwijst naar Daikoku, de god van de welvaart en de rijkdom, en de luit, die verwijst naar Benten, de Japanse godin van de liefde en de kunsten.
Ook de kleur van het beestje heeft belang: gouden beeldjes staan voor zuiver winstbejag, zilveren ook zij het minder doorgedreven, roze beeldjes trekken de liefde aan, groene beeldjes helpen bij het studeren, de rode houden ziektes op afstand, zwarte beeldjes verjagen boze geesten, witte staan voor onbaatzuchtigheid, enzovoort. Voor elk wat wils! Je ziet ze dan ook in heel veel Chinese en Japanse huishoudens en winkels, en dus ook in het venster van het Groen Huisje.
Ik vind het een geweldig beeldje en heb me al vaak voorgenomen om er zelf eentje te kopen als we nog eens de Sun-Wah binnenlopen. In elke Chinese supermarkt kan je de beestjes kopen, want ook al zijn ze van oorsprong Japans, in China zijn ze waanzinnig populair en stoten ze zelfs de dikke boeddha's van de troon!
Bij het vorige bedrijf waar ik werkte stond er ook eentje, heel discreet bovenop de kast met de dossiers, om geluk te brengen over de zaken waar we mee bezig waren. Een Japanse kennis had de kat meegebracht. Hij werd door de mannen weggelachen, maar uiteindelijk werd het zwarte kattenbeeldje voor de zekerheid toch maar boven op de kast gezet. Je wist maar nooit.
Dries zwaait enthousiast met zijn kleine handje naar de poes, die tot zijn plezier even enthousiast blijft terugzwaaien. Dag Poes! En dan lopen we een nieuwe dag vol geluk en voorspoed in.
Reacties