Sacrale geometrie: hemelse wiskunde
In de nieuwe docuserie “Paranormaal Vlaanderen” gebruikt sjamaan Pascal geometrische objecten om de energie van een plaats of een persoon te beïnvloeden. Hij gebruikt daarvoor zogenaamde “platonische lichamen”. De naam komt van de Griekse filosoof Plato die was geïntrigeerd door de geometrie die hij overal in de natuur zag terugkomen.
![]() |
Zie de trailer van de docuserie hier, waarin Pascal het over zijn manier van werken heeft: https://share.google/images/RwG8T1SwQsAzqoscG |
De natuur zit vol wiskunde. Als je kijkt naar ijskristallen, slakkenhuisjes, het hart van een zonnebloem, enz. … dan lijkt de natuur vol geometrische patronen en structuren te zitten. We zien overal geometrische vormen (cirkels, rechthoeken, driehoeken), symmetrieën (bijvoorbeeld in bloemen en ijskristallen), de gulden snede en de Fibonacci-reeks (bij slakkenhuisjes) en fractals (zoals in bloemkolen en sterrenstelsels). Wiskunde en meer bepaald geometrie lijkt aan de basis te liggen van de schepping. Natuurlijk is dat wetenschappelijk perfect te verklaren: geometrische vormen zijn gewoon de meest efficiënte manier om de ruimte te vullen met zo weinig mogelijk verspilling en zo weinig mogelijk verbruik van energie (denk aan de gulden snede!). Wiskundige principes en verhoudingen verklaren en beschrijven de mechanismen en de orde die de natuurlijke wereld vormgeven. Maar in oudere tijden was de wetenschap nog niet zo ver gevorderd en leek de manier waarop de natuur in elkaar zat het resultaat van de interventie van een hogere macht.
De eerste die die geometrische patronen in de natuur opviel, of tenminste de eerste die er over schreef, was Plato. Volgens hem was de natuur opgebouwd uit vijf verschillende geometrische vormen, die in de huidige wiskunde nog steeds naar hem vernoemd zijn, de zogenaamde “platonische lichamen” of veelvlakken: een tetraëder (een piramide met vier gelijkzijdige driehoeken als vlakken), een hexaëder of kubus (met zes vierkante vlakken), een octaëder (met acht gelijkzijdige driehoeken als vlakken), een dodecaëder (met twaalf vijfhoeken als vlakken) en een icosaëder (met twintig gelijkzijdige driehoeken als vlakken). Het was Plato die de vormen hun naam gaf, maar ze waren al een paar duizend jaar eerder gekend, want in het neolithicum werd al gebruik gemaakt van geavanceerde geometrie bij de bouw van steencirkels. De geometrie en de verhoudingen tussen de geometrische figuren vind je terug in alle grote architectuur door de eeuwen heen, van gotische kathedralen.
Wat deze vijf vormen gemeen hebben, is dat hun vlakken allemaal exact dezelfde vorm en grootte hebben, dat alle randen even lang zijn, alle hoeken tussen de vlakken gelijk zijn en ze allemaal perfect in een bol passen, waarbij de hoekpunten de bol raken. Wiskundige perfectie :-) Voor Plato was het echter meer dan wiskunde: hij verbond de vijf vormen met de vijf elementen aarde (hexaëder), water (icosaëder), lucht (octaëder), vuur (tetraëder) en aether (dodecaëder) en door de verbanden tussen de vormen te bestuderen, wilde hij ook verbanden tussen de elementen kunnen leggen en verklaren. Die elementen waren immers de bouwstenen van de creatie. De platonische lichamen vormen dus de basis van de sacrale geometrie, waarin een extra laag symboliek toegekend wordt aan de verschillende vormen en hoe ze zich verhouden tot elkaar. Ze worden gezien als de blauwdruk van de schepping en een weerspiegeling van de goddelijke orde in de natuur.
In overeenstemming met het kabbalistische idee dat vibratie aan de oorsprong ligt van de schepping (en de platonische vormen de bouwstenen daarvan zijn), heeft ook elk van de platonische lichamen een eigen trilling die invloed heeft op de wereld en de natuur. Met de hulp van deze vormen, kan je dus een krachtveld maken waarmee kan inwerken op je omgeving. Gewoon door ze in een ruimte te zetten, verander je de energie in de ruimte en maak je een nieuw energetisch evenwicht. Sjamaan Pascal gebruikt in “Paranormaal Vlaanderen” zelfs een reuzenversie van de dodecaëder waar mensen in kunnen gaan zitten.
Daarbij aansluitend zouden ze ook een eigen kleur hebben en inwerken op specifieke chakra’s:
- De hexaëder of kubus is gekoppeld aan het element aarde en werkt in op de wortelchakra, die onderaan je ruggegraat zit. Deze chakra staat voor stabiliteit, draagkracht, veiligheid en aarding. Denk aan de wortels van een boom die diep de aarde in gaan en je stevig laten staan. De kubus is het meest stabiele van de platonische lichamen, dat komt hier netjes mee overeen. Keywoord: Aarding.
- De icosaëder is gekoppeld aan het element water en werkt in op de sacraalchakra of heiligbeenchakra, die onder je navel ter hoogte van je schoot zit. Deze chakra staat voor vreugde, welzijn, emotie maar ook creatie, het laten stromen van ideeën. Keywoord: tranformatie.
- De tetraëder is gekoppeld aan het element vuur en werkt in op je zonnevlechtchakra of solar plexus. Die zit in het midden van je lijf, net onder je borstbeen, en staat voor kracht en doorzettingsvermogen, maar ook voor wijsheid en de macht om beslissingen te nemen. Keywoord: manifestatie.
- De octaëder is gekoppeld aan het element lucht en werkt in op de hartchakra. Die staat voor liefde, mededogen en vergeving, zowel jezelf als anderen (zo vanbinnen, zo vanbuiten) maar ook voor acceptatie en genezing. Keywoord: integratie.
- De dodecaëder is gekoppeld aan het element aether en werkt in op de drie resterende van de zeven basischakra’s: de keelchakra, het derde oog en de kruinchakra. De keelchakra staat voor geluid maar ook voor wijsheid en creatie, vernieuwing. Het derde oog, in het midden van je voorhoofd, staat voor kennis, waardigheid, waarneming en intuïtie. De kruinchakra tot slot staat voor evenwicht en eenheid met het universum.
Door het voorwerp op een chakra te leggen die aandacht nodig heeft, kan je bijvoorbeeld blokkades wegwerken door ze te laten inwerken op die betreffende chakra. Dit is een manier om te helpen bij een chakrahealing.
Reacties