Windtalkers

Nicolas Cage is een goeie acteur. Hij is vooral gekend om zijn actiefilms maar daarnaast speelde hij ook mee in kleinere films met een duidelijk spirituele inspiratie. Eén van die films is Windtalkers uit 2002, een film die het dikwijls vergeten verhaal wil vertellen van de Navajo indianen die in de tweede wereldoorlog door de Amerikaanse strijdkrachten werden gerecruteerd om in hun taal gecodeerde boodschappen door te sturen tijdens de oorlog met de Japanners.


De codes die tot dan toe werden gebruikt, werden allemaal gekraakt. De Navajo – en andere indiaanse volkeren – kennen een orale overlevering. Hun talen zijn niet alleen moeilijk te leren, ze hadden ook geen geschreven vorm. Dat maakte ze bijzonder geschikt als basis voor een codetaal, zeker omdat er regelmatig nieuwe codes aan werden toegevoegd in functie van specifieke missies. De Navajo code werd dus nooit gekraakt.

Op die missies werden dus indiaanse “code talkers” meegestuurd. Zij konden veel sneller gecodeerde berichten doorgeven in hun eigen moedertaal dan dat een klassieke codeermachine dat kon doen. Die code talkers waren vrijwilligers die hun land wilden dienen, maar kwamen terecht in een overwegend blank leger dat bol stond van de vooroordelen en racistische prietpraat. De meeste indiaanse volkeren die hadden meegewerkt aan de overwinning van de Verenigde Staten in de Pacific kregen na de oorlog helemaal geen erkenning voor hun bijdrage aan die overwinning. Die erkenning kregen ze pas in 1968.


In de film speelt Cage Sergeant Joe Enders, een marinier die zo’n indiaanse code talker onder zijn hoede krijgt. Hij heeft de opdracht om de code te beschermen tegen elke kost. De code, niet de code talker. Hoe degoutant is dat. Het betekent immers dat hij bereid moet zijn om zijn indiaanse vriend te doden indien dat nodig zou zijn om te vermijden dat hij gevangen genomen wordt door de Japanners ...

Die Japanners worden met bosjes tegelijk afgeknald, maar als je daar doorheen kan kijken – het blijft een Amerikaanse film, niet waar – dan zitten er mooie stukjes in. De verwondering van de mariniers bij het zien van een vuurritueel dat één van de indiaanse code talkers uitvoert om de spirits bescherming te vragen voor één van zijn collega’s bijvoorbeeld, en het rotsvaste geloof dat vanaf nu angst niet meer de bovenhand kan krijgen. Of het moment dat een code talker een sigaret aansteekt – ook al rookt hij niet – om met de tabaksrook zijn vriend te zuiveren van de psychische problemen waar hij meer worstelt...

Ik vond het bijzonder mooi hoe de spirituele insteek van de indiaanse code talkers er uiteindelijk voor zorgde dat andere mensen ook de band met hun eigen betere zelf terugvonden. Het personage van Nicolas Cage gaat alleszins met een proper geweten dood :-).


De film eindigt met een prachtig stukje waarin de code talker die hij heeft gered een ritueel houdt boven op een canyon ergens in het prachtige Navajo country. De indiaan zuivert het naamplaatje van zijn vriend, gesneuveld terwijl hij hem redde, met bronwater en toont het vervolgens aan de spirits in de vier windrichtingen, terwijl hij de spirits chantend aanroept. Die vier winden, de spirits of “wachters” die een oogje in het zeil houden en ons helpen op ons levenspad, zijn de wind waar de titel van de film naar verwijst en waarmee elk van de code talkers een spirituele band mee hebben. Vol respect zie je hoe de code talker de spirits vraagt om zijn vriend te helpen in de anderwereld en hem op te nemen in het grote verhaal. Je voelt de eenheid tussen de indianen op de berg en de berg zelf. Ze zijn onderdeel van eenzelfde geheel. Net als wij allemaal.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De heksenrunen

De numerologie van je heksennaam