Onderwereld 2.0 (Samhain)


De jaarfeesten zijn altijd bijzonder, maar sinds de meisjes van Amma Devi er hun energie in steken, zit er een boel meer creativiteit in! Dat was bij deze viering van Samhain niet anders. Soms lijken we wel zo’n hip handwerkclubje!  Nadat we een cirkel hadden getrokken, stortte Una een zak vol belletjes en bolletjes gekleurde draad in alle kleuren uit over de tafel. We zouden een “elfenstafje” maken. Ze gaf ons allemaal een ta die ze zilver had gespoten. Het was de bedoeling dat we de draad en de belletjes naar eigen goeddunken aan de stok vastmaakten met knoopjes, strikjes, zilverdraadjes, whatever om zo een kleurrijk elfenstafje te krijgen. Ik moest lachen want iets gelijkaardigs had ik al eens gedaan met de kleintjes, om daarna vol tingeling Moeder Aarde weer wakker te rinkelen in de lente. Una lachte mee: daar had ze inderdaad de inspiratie gehaald :-)

Maar we waren hier samen om Samhain te vieren, Halloween, de dag dat de grenzen tussen onze wereld en de wereld van de doden gemakkelijker ove te steken is. Una nam ons mee in een meditatie naar de onderwereld. Braaf liep ik het gebruikelijke pad naar beneden, de torentrap naar beneden, het pad langs het korenveld, naar links langsheen het riviertje, eroverheen over de stapstenen en dan de doorgang in tussen de wortels van de boom, naar beneden, langsheen de prachtige buxustuin, verder door naar de grot ...

Ik stond in de grot. In mijn handen had ik een taxustakje en twee centen. Aan de ingang van de grot had een beeld gestaan van een mooie jonge vrouw. Dat was Hekate, de godin van de poort naar de onderwereld. Van taxus wordt gezegd dat het je magische en psychische vaardigheden zou versterken en visioenen zou brengen. De altijd groene boom wordt geassocieerd met de onderwereld, met dood en wedergeboorte.

Verderop in de grot brandde een vuur. Ik herkende de grot: ik was hier al eerder geweest. Helemaal aan de andere kant van de grot zag ik een doorgang. Ik stapte een tunnel binnen. Links en rechts brandden flakkerende toortsen. Zonder aarzelen liep ik doorheen de tunnel tot ik in een nog grotere grot kwam. Beneden me zag ik het glanzen van zwart water en ik wist dat dit de Styx was, de rivier die onze wereld en de dodenwereld  van elkaar scheidt. Hier was ik ook al geweest. Ik liep naar het zwarte water toe, waar een bootje klaar lag. De veerman was een grote gebogen figuur in een alles verhullende mantel. Ik kon zij gezicht niet zien. Zwijgend accepteerde hij de cent die ik hem gaf om me naar de andere kant te brengen en met zijn lange stok duwde hij de boot van de kant af. Et was doodstil. Het enige dat ik hoorde was het geklots van het zwarte glanzende water tegen de boeg van de boot. Ik verwachtte schimmen van mensen te zien in het water, zoals de vorige keer dat ik deze boot had genomen, maar ik zag niets. Het water lag als een zwarte spiegel tegen de boot aan, geen rimpeling op het oppervlak. Ik huiverde, de haartjes in mijn nek stonden recht overeind.

De boot liep op de oever en ik sprong aan land. Met een knik keerde de veerman me de rug toe en vertrok weer. Ik vroeg me af of hij ooit iets anders had gedaan. Verderop zag ik opnieuw een doorgang, maar deze keer kon ik niet zomaar passeren. Voor de doorgang lag een monsterachtig grote hond. Cerberus of Kerberos. Hij zag er eigenlijk helemaal niet zo gevaarlijk uit, al had hij drie koppen zo groot als een volkswagenbusje. Hij lag met zijn drie koppen op zijn poten, als een nest jonge puppies maar dan torenhoog. Hij had een glanzende donkergrijze vacht, net als Thor, de Duitse dog uit mijn kinderjaren en zijn snuiten waren gerimpeld als een oude bulldog. Ik zag zijn schouders op en neer gaan terwijl hij ademhaalde. Hij sliep. Hij was helemaal niet wild, zoals hij meestal wordt voorgesteld. Toch wist ik dat dit een verdomd gevaarlijk beest was, dat niet voor niets de doorgang naar de dodenwereld, het rijk van Hades, de Griekse god van de onderwereld, bewaakte. Voor Hades was hij misschien een schoothond, maar voor iedereen anders was dit een monster.


Toen zag ik dat hij helemaal niet sliep. Eén oog van de kop die bovenaan lag was open en hij hield me nauwlettend in de gaten. Niets kwam zomaar langs hem heen. Kerberos zorgt ervoor dat de doden de onderwereld niet kunnen verlaten en dat de levenden er niet zomaar kunnen binnenlopen. In ruil voor een veilige doorgang geven de zielen van de doden hem honingtaart. Ik slikte. Ik was niet dood en ik had geen honingtaart. Aarzelend kwam ik dichterbij. Het tweede oog van de bovenste kop ging open en een waarschuwwend gegrom rommelde door de grot. Toch liep ik verder. Hekate had me haar zegen gegeven en ik wist dat ik niet bang hoefde te zijn. Het beest kwam langzaam overeind, de drie koppen torenden hoog boven me uit, de tanden ontbloot. Het gegrom weerkaatste luid tegen de wanden van de grot. Ik hield het taxustakje stevig vast en hield het naar omhoog. Eén van de koppen kwam naar beneden, de tanden zo groot en scherp als keukenmessen. Zo moest een muis zich voelen net voordat hij met huid en haar opgepeuzeld werd door een kat, dacht ik. De hond snoof diep. Ik hield mijn adem in. Toen schudde hij zijn koppen, draaide een rondje en ging weer liggen. Het gevaarlijke gegrom klonk nu eerder als een tevreden gebrom. Alle zes ogen waren dicht. Ik ademde weer uit. Hekates takje had zijn werk gedaan, ik mocht erlangs.

Ik kwam in een tunnel. In tegenstelling tot de tunnel die naar de Styx had geleid, was deze hypermodern. Verbaasd keek ik rond. Geen aangestampte aarde hier, maar beton en metalen deuren, als een ondergrondse betonnen bunker. Ik moest aan Stargate One denken, de Amerikaanse televisieserie waar onder Mount Cheyenne een sterrenpoort ligt in een ondergrondse basis. Dit was ook zoiets. De gang bracht me naar een soort van controlekamer. Ik zag overal mannen en vrouwen druk bezig achter computers. Dit moesten de Headquarters zijn van iets heel belangrijks. Een mooie jonge vrouw in een witte jas had duidelijk de leiding. Ze keek op toen ik binnenkwam en knikte, maar ging daarna meteen door met haar instructies aan de mensen in de ruimte. Dat moest Hekate zijn. Dit was niet de onderwereld die ik had verwacht!

Eén wand van de controlekamer was een groot venster. Ik liep er naartoe en zag dat er zich achter het glas een gigantische ruimte bevond. Het was een grot, het licht was er blauwig en een beetje kil. In het midden van de ruimte stond een grote zuil. Waar die voor diende wist ik niet. De vrouw in de witte jas kwam naast me staan. Het was de bedoeling dat we hier een boodschap zouden krijgen. Ik was beneuwd, want ik wist nog altijd niet wat ik nu moest verwachten. Deze hele omgeving was een verrassing voor me! Toen leek het alsof de vloer rond de zuil wegzakte of vloeibaar werd. Rondom de zuil werd alles één glad zwart oppervlak en ik wist dat dit water hetzelfde was als het zwarte water van de Styx. Als het al water was. Het glanzende oppervlak leek wel een spiegel. Een zwarte spiegel! Een klassieker onder de divinatietechnieken die je verborgen kennis kan schenken en die tevens kan fungeren als een portaal naar andere bestaansniveau’s. Misschien was de parallel met Stargate One zo gek nog niet ...

Ik keek naar het gladde zwarte oppervlak. De vrouw in de witte jas keek naar mij. Toen zette ik verbaasd een stap achteruit. In het water verscheen een oog, een reuze oog dat me aankeek en dat ik niet kon ontwijken. Iets keek naar mij. Ik keek terug in dat prachige blauwe oog. Welke boodschap ik hieruit moest halen wist ik niet ...

Toen was het tijd om weer terug te gaan naar mijn eigen realiteit. Ik verliet de basis, liep doorheen de tunnel langsheen Kerberos die één oog open deed en dat meteen weer sloot toen hij zag dat ik het was. Ik betaalde de veerman met mijn tweede cent en liep het gebruikelijke pad weer terug af. Toen ik aan het kabbelende beekje kwam met de stapstenen, was dat beekje verdwenen. In de plaats lag er een rivier met wild stromend water. De stapstenen lagen er nog steeds, maar toen ik mijn voeten erop zette, zakten ze weg in het water. Ik zakte mee, helemaa het wilde water in. Ik hield mij adem in, het water kolkte rondom mij en ik paikeerde een beetje want ik wist niet meer goed wat boven en onder was. Ik voelde hoe mijn lange haren wild uitwaaierden rond mijn hoofd.  Iemand wilde duidelijk nog niet dat ik vertrok! Ik voelde dat er iemand naar me keek en draaide me om in het water, watertrappelend en zwaaiend met mijn armen. En daar was hij: hij had lang zwart haar en keek me aandachtig aan doorheen het water vol belletjes. Hij stak geen hand uit om me te helpen, alsof hij afwachtte wat ik zou doen. Ik  zwom naar het licht en proestend kwam ik boven.

---

Samhain ritueel 31 oktober 2012

Benodigdheden 

  • 2 altaren – vol en leeg
  • Standaard altaarzaken (kaarsen, cake, wine, zout,...)
  • Heel veel kaarsen
  • Lucifers
  • Amma Devi's hebben hun deel van het altaarkleedje bij en eventuele andere zaken die ze op het nieuwe altaar willen leggen 


Ritueel
Het pad van de elementen:
Iedereen wacht in stilte in de achterkeuken om naar buiten te gaan. Bij elke klop op de deur mag één
persoon naar buiten en gaat de deur terug dicht tot de volgende klop.

Oosten: Zuiver zelf je aura met de saliesmudge
Zuiden: leg een tak in de vuurkorf en gooi met dat gebaar alle onzuivere energie in het vuur. Strooi de kruiden die je hebt meegebracht over het vuur.
Westen: doe een rituele hand- en voetenwassing in de bron van Bridget
Noorden: leg de steen die je hebt meegebracht in een cirkel aan het begin van de plaats waar het ritueel plaatsvindt, dit is de poort van de cirkel.

LIED – we zingen dit zachtjes tot iedereen in de cirkel staat

We all come from the Goddess
And to Her we shall return,
Like a drop of rain
Flowing to the ocean.

Hoof and Horn, Hoof and Horn
All that dies shall be reborn
Corn and Grain, Corn and Grain
All that falls shall rise again

Sage and Crone, Sage and Crone,
Wisdom's gift shall be our own.
Crone and Sage, Crone and Sage,
Wisdom is the gift of age.

Wijding – Vuurvogel
Priesteres wijdt de aanwezigen in de cirkel. Degene die de woorden kennen, kunnen de vuurvogel in stilte mee opzeggen.

Priesteres:
Zoals de vuurvolgel oprijst uit de as van het vuur,
Zo worden wij nu gezuiverd
Grote Moeder, Godin van onze harten, zegen ons en zuiver ons.
Hemelvader, laat uw stralen ons wijden en maak ons klaar voor dit intens ritueel.
Open onze geest voor uw dimensies.
Laat onze lippen enkel nog de waarheid spreken.
Laat onze harten de weg van de Goden, volgen nu en altijd
Schenk onze handen de gave van het magisch werk
Laat onze voeten de heilige paden bewandelen, in uw gezelschap en in het gezelschap van gelijken.

Allen:
Blessed Be.

Verlichten van de cirkel
Priesteres neemt de kaars van het betreffende element en brengt die naar de plaats van de windrichting in de cirkel. Ondertussen worden de elementen voorgelezen.

Oosten: 
Ik breng licht en Lucht naar het oosten van de cirkel om onze woorden helder en duidelijk te maken.

Zuiden: 
Ik breng licht en Vuur naar het zuiden van cirkel om de passie en liefde in onze harten aan te wakkeren.

Westen: 
Ik breng licht en Water naar het westen om onze intenties te kunnen voelen en dit ritueel te beleven vanuit de buik.

Noorden: 
Ik breng licht en Aarde naar het noorden van de cirkel om dit ritueel en ons bestaan te bevestigen.

Cirkel trekken

Priesteres:
Zusters,
luister naar de stem van je hart en je ziel
Laat liefde je openen voor wat je zoekt en hoopt te vinden
Geef je over aan de kracht die binnenin je leeft
Want deze kracht leeft in je sinds je eerste dag op deze planeet
Je unieke kracht als vrouw onder vrouwen
Stel je open
Voel de kracht
Laat deze energie doorheen je hart stromen en voel hoe ze ons nu verbindt

Allen: 
Trekken van de cirkel “van hand tot hand trek ik deze cirkel”

Priesteres:
Van vrouw tot vrouw
Van hand tot hand trekken wij vandaag onze cirkel
Verbonden door onze innerlijke kracht
In de liefdevolle aanwezigheid van de Grote Moeder

Allen:
Blessed be

4 kwartieren worden aangeroepen

De kwartieren worden verwelkomd door aanwezigen in de cirkel. Iedereen richt zich naar de juiste windrichting en degene die het element verwelkomt gaat bij de het element licht staan.

Iedereen richt de handen naar de grond toe.

Noorden:
We groeten en verwelkomen de stuwende kracht van de aarde,
De wachters van het Noorden, kracht van de nacht en van de winter.

Iedereen steekt de handen in de lucht

Oosten:
We groeten en verwelkomen de stuwende kracht van de winden,
De wachters van het Oosten, kracht van de dageraard en de lente

Iedereen houdt de handen met gebalde vuisten voor het lichaam

Zuiden:
We groeten en verwelkomen de stuwende kracht van de Zon
De wachters van het Zuiden, kracht van de middag en de zomer

Iedereen houdt de handen in een kommetje voor de buik

Westen:
We groeten en verwelkomen de stuwende kracht van de Zee,
De wachters van het Westen, kracht van de avond en de herfst.

Priesteres:
We groeten en verwelkomen de krachten van de zon boven ons en van de aarde onder ons. (Bij zon naar boven wijzen en bij aarde naar beneden wijzen)
We groeten en verwelkomen de krachten van onze voorouders, van hen die voor ons zijn gekomen en van hen die na ons zullen komen. (Handen op je hart leggen)
We groeten en verwelkomen de krachten en de geesten van het land waarop wij vandaag te gast zijn. (Handen rondom je zwaaien in een grote boog)

Aanroepen van de Godin, de God en de Geest

Priesteres:
Ik roep u aan, krachten van de zon, vader en beschermer van al wat leeft. (Athame wordt in de lucht gestoken)
Ik roep u aan, krachten van onze Moeder, drievoudige vrouwe van het land en zuster van de maan. (Athame wordt in de grond gestoken)
Ik roep u aan, kracht van onze Geest, sterk en eerlijk. De kracht stroomt door  ons. (Athame wordt met de punt op het hart gelegd)

Allen:
Blessed be

Wijding van het zout

Priesteres:
Ik zegen dit zout in naam van Moeder Aarde
Laat dit zout onze Cirkel zuiveren, onze Cirkel reinigen.
Laat dit zout ons lichaam zuiveren, ons lichaam reinigen.
Laat dit zout onze geest zuiveren, onze geest reinigen.
Laat dit zout onze ziel zuiveren, onze ziel reinigen.

Priesteres neemt het schaaltje zout en giet dit in het water

Met dit gewijde zout onttrek ik alle onzuiverheden en onreinheden uit dit water, het bloed van onze Moeder Aarde.

Samhain

Samhain is traditioneel de vooravond van de winter, het einde van de zomer en het beginvan de winter. Het is de dag dat Lugh, de Zonnegod, aankomt in het dodenrijk. Op deze dag zijn de sluiers het dunst tussen onze wereld en de wereld van de doden het dunst. Vandaag kunnen wij afdalen naar de onderwereld om onze voorouders te vereren.
Maar het is niet alleen een feest voor de doden, want vanuit het donker begint het nieuwe leven. Vandaag start het nieuwe jaar. We laten het oude achter en beginnen aan iets nieuws.

Magisch werk (door Una)


We maken vandaag zilveren belletjes. Deze belletjes hebben verschillende taken die vandaag allemaal bruikbaar zijn. Ze kunnen gebruikt worden om je voorouders op te roepen, maar ook om slechte geesten te weren en Goden en Godinnen houden van het geluid.

Iedereen krijgt een zilveren tak, knoopt er zoveel gekleurde linten aan als hij wil en hangt aan de lintjes belletjes. Nadien wordt deze bewaard op het eigen altaar om je God(in) te eren of slechte dingen te weren.


Pathworking (door Una)


Met de zilveren belletjes in de hand gaan we op een rij (door de tuin) naar achteren. Een pad kaarsen is uitgezet (evenveel kaarsen als aanwezigen). De eerste gaat naar de eerste kaars en steekt deze aan en rinkelt zijn belletjes. De tweede gaat naar de tweede kaars en doet hetzelfde, enzovoort. Als het volledig pad is verlicht wordt aan het einde ervan in het donker opnieuw een cirkel gevormd.

Sluit je ogen en ontspan. Adem diep in door je neus, en uit door je mond. Zie jezelf staan, als deel van deze cirkel. Zie het gras onder je voeten, voel de warme kleren om je heen, merk de hemel boven je en de mensen rond je op. Als je jezelf zo ziet merk je een witte mist die zachtjes komt aanrollen rond je en je steeds meer omgeeft. De mist wordt steeds dichter tot je niets anders meer ziet.

Na een tijdje begint de mist terug weg te trekken. Je staat op een rotsachtig terrein vlak voor de ingang van een grot.  Links naast de ingang staat een taxusboom, rechts ervan staat een standbeeld van Hecate. In haar linkerhand heeft ze een toorts, de rechter wijst naar de taxusboom. Terwijl je je omgeving in je opneemt stapt er een mooie jonge vrouw uit de grot. Ze heeft bruin haar en bruine ogen en draagt een witte tuniek. Ze geeft je 2 zilveren munten, obuli, om de veerman te betalen. Ze wijst naar de taxusboom en vertelt je dat je er een twijg moet plukken. Wanneer je Cerberus tegenkomt, moet je de twijg voor je mond houden en door de blaadjes in zijn neusgaten blazen om hem te kalmeren.

Je bedankt de jonge vrouw en ze wijst opnieuw, ditmaal naar de grot en ze vertelt je dat jereis daarheen gaat, naar de onderwereld. Je stapt de grot in die verlicht is door toortsen aan beide zijden en je ziet dat de grot een stukje verder versmalt tot een tunnel. Rustig loop je de tunnel in. Deze is ook verlicht met toortsen elke paar meter en terwijl je stapt merk je dat de tunnel zachtjes naar beneden gaat. Je blijft stappen en de tunnel wordt steiler.

Na een tijdje hoor je het geluid van stromend water voor je, het geruis van een rivier. De tunnel mondt uit in een reusachtige grot die doorkruist wordt door een machtige rivier. Je kan maar net de overkant ontwaren door de mist die opstijgt uit het water. Terwijl je staat te wachten verschijnt een boot uit de mist, die voort wordt geduwd door een figuur in een zwarte mantel met een stok. De boot legt aan aan de oever waarop je staat en de persoon in het zwart, wiens gezicht is verstopt in de kap van zijn mantel, steekt een hand naar je uit. Dit is Charon, de veerman over de Styx. Je geeft hem een zilveren obulus terwijl je in de boot stapt.
In stilte stuurt hij de boot over de rivier. Je kijkt in het water en ziet door de lichte mist figuren in het water. Je weet dat dit de zielen zijn van zij die probeerden over te steken zonder een munt en nooit de Styx zullen kunnen oversteken. Zachtjes rinkel je je zilveren belletjes en het warme geluid neemt de spanning een beetje weg. Je voelt je veilig.

Wanneer je weer opkijkt, heb je de overkant bereikt. Je bedankt Charon, die niet antwoordt, en je stapt uit. In de verte zie je een tunnel die uit de immense grot leidt. Voor de ingang ligt iets groot. Als je dichter komt springt het recht en je ziet een reusachtige driekoppige hond. Hij gromt en blaft naar je met elk van zijn hoofden, maar je merkt dat hij met een sterke ketting rond de middelste nek is vastgemaakt aan de muur.
Voorzichtig ga je dichterbij, met de taxustwijg voor je mond. Terwijl zijn middelste hoofd naar je toekeert blaast je hard door de taxus in zijn neusgaten. Cerberus kalmeert onmiddellijk. Hij lijkt alle interesse in je verloren te zijn en gaat weer liggen terwijl jij door de volgende tunnel gaat.

Deze tunnel is slechts kort en opent al snel in een gigantische grot, zo hoog dat je het plafond niet kan zien. In de muren zitten kristallen in verschillende kleuren en in het midden staat een marmeren zuil die een zilveren bassin draagt waarin een blauwe vlam brandt. Het licht van de vlam wordt door de kristallen gerecflecteerd doorheen de grot, zodat ze gevuld lijkt met kleine regenboogjes van licht.

Je begeeft je naar de zuil, en als je dichter komt staat plotseling Hecate ernaast. Ze heeft een zilveren tiara in haar haar, gevuld met diamanten die schitteren als sterren. Rond haar middel heeft ze een gordel waaraan een ring met sleutels hangt. Hecate glimlacht naar je en wijst naar de muur achter zich. Tussen de kristallen merk je een simpele spiegel op. Als je dichterbij komt hoor je de stem van Hecate achter je : ‘dit is een spiegel van visioenen. Wanneer je erin kijkt kan je het verleden, de toekomst of andere tijden en levens zien. Het is aan jou om de spiegel die dingen te laten zien waarvan je de geheimen wil doorgronden.’


Nadat je een tijd in de spiegel hebt gekeken, spreekt Hecate opnieuw en vertelt je dat het tijd is om te vertrekken. Je bedankt haar en je wandelt terug naar de tunnel waar je bent doorgekomen. Cerberus ligt nog steeds neer en negeert je terwijl je je weg terug neemt naar de oever van de Styx. Charon wacht in zijn boot op je en je overhandigt hem de tweede obulus terwijl je instapt.

Al snel sta je op de andere over en je bedankt Charon, maar hij behoudt het zwijgen en vaart de boot de mist in. Rustig begin je je weg terug door de tunnel naar buiten, de tunnel wordt steeds minder steil en gemakkelijker tot je plots weer aan de ingang staat en de wereld voor je ligt. Je gaat buiten naar rechts, naar de taxusboom en houdt de tak op precies de plaats waar je hem heb geplukt. De boom raakt zachtjes de tak aan en plots hangen ze weer aan elkaar, alsof je er nooit iets hebt afgeplukt.

Als je je omdraait merk je dat Hecate niet langer wijst, maar in beide handen een fakkel houdt. Terwijl je nog een blik op haar werpt komt de witte mist terug aangerold. Het duurt niet lang of hij is zo dicht dat je de grot, de taxusboom en het standbeeld van Hecate niet meer kan zien. Overal rond je is mist. De mist begint zachtjes weg te trekken en je ziet opnieuw de tuin, de mensen rond je, de hemel boven je, de aarde onder je. Je voelt jezelf weer in deze tuin. Je bent terug van je ontmoeting met Hecate in de onderwereld.

Vertaling van een meditatie van David Rankine


Nieuw begin (start van Amma Devi dochtercoven)

De Arcadia coven begeeft zich opnieuw naar het altaar, terwijl AmmaDevi blijft staan tot Arcadia terug in de cirkel staat en met de belletjes rinkelt voor elk meisje van Amma Devi.
Een voor een volgen de zusters van Amma Devi het pad terug langs de kaarsen en stopt voor de cirkel.

Amma Devi (één voor één):
Lieve zusters. Dank u voor het delen van uw kennis met mij, en om mij te begeleiden op mijn pad.
Ik ben ... (naam)
Ik ben een zuster van Amma Devi.
Ik voel me gesterkt door Arcadia.
Als zuster van Amma Devi open ik mijn hart en ziel voor allen die ons genegen zijn.

Rinkel je belletjes en stap de cirkel in. Breng je stukje van het Amma Devi altaarkleedje mee. Het stuk altaarkleedje wordt door de Amma Devi op het altaar gelegd (en vastgeregen aan het vorige).
Binnen de cirkel van Arcadia wordt een nieuwe cirkel gevormd door Amma Devi. 

Allen Amma Devi:
Ik ben in het midden van de cirkel,
De cirkel is rond mij.
Ik ben hier uit vrije wil
In liefde en in leven.

Zegening van de Cake & Wine

Zegening van de wijn die de kracht van de natuur symboliseert: de druif werd gevoed door de
aarde, werd rond en sappig door de regen en gezoet door de zon.

Priesteres:
Er bestaat geen mannelijk zonder vrouwelijk
Geen wit zonder zwart
Geen zon zonder maan
En een God heeft behoefte aan een Godin
Zoals het licht staat tegenover het duister
Zo ook het leven tegenover de dood
En zonder natuurlijke balans is er chaos
Met dit gebaar verenig ik deze twee polen
Ze zijn altijd samen en nooit alleen

Zegening van het brood: wij geven zelf smaak aan het leven.

Priesteres:
Gij die heerst over de mysteriën van het leven, zegen dit brood zodat het ons gezondheid, overvloed, kracht, vreugde en vrede mag brengen, en ons laat delen in de volmaakte liefde.
Met deze woorden zegen ik u,
Vruchten van de aarde,
Vol schoonheid en vol volmaaktheid,
Breng met dit voedsel ons terug op de aarde.

Bedanken van de God en de Godin

Priesteres:
Vader Zon, levenskracht en beschermer van al wat leeft,
Heer van het paradijs van Arcadia,
Wij danken u voor uw aanwezigheid, voor uw bescherming, uw kracht en uw liefde.
Laat uw geest ons eeuwig een bron van inspiratie zijn en laat ons een instrument worden ter bescherming van onze Grote Moeder Aarde.
Gegroet en vaarwel

Moeder Aarde, drievoudige vrouwe van het land en van de maan,
Moeder van ons allen
Brenger van alle vruchtbaarheid
Niemand kent haar kinderen beter dan onze eigen Moeder
Wij danken u voor uw aanwezigheid,
Voor uw gaven, voor uw lessen, voor uw liefde.
Wij, uw kinderen dragen u eeuwig in ons hart.
Gegroet en vaarwel

Bedanken van de Wachters

Priesteres:
We danken de krachten van de zon boven ons en van de aarde onder ons. (bij zon naar boven wijzen en bij aarde naar beneden wijzen)
We danken de krachten van onze voorouders, van hen die voor ons zijn gekomen en van hen die na ons zullen komen. (handen op je hart leggen)
We danken krachten en de geesten van het land waarop wij vandaag te gast zijn. (handen rondom je zwaaien in een grote boog)

Iedereen houdt de handen in een kommetje voor de buik

Westen:
We danken de stuwende kracht van de Zee,
De wachters van het Westen, kracht van de avond en de herfst.

Iedereen houdt de handen met gebalde vuisten voor het lichaam

Zuiden:
We danken de stuwende kracht van de Zon,
De wachters van het Zuiden, kracht van de middag en de zomer.

Iedereen steekt de handen in de lucht

Oosten: 
We danken de stuwende kracht van de winden,
De wachters van het Oosten, kracht van de dageraard en de lente.

Iedereen richt de handen naar de grond toe.

Noorden: 
We danken de stuwende kracht van de aarde,
De wachters van het Noorden, kracht van de nacht en van de winter.

Openen van de cirkel

Allen:
Van hand tot hand open ik deze cirkel.

Priesteres:
Van zuster tot zuster,
Van vrouw tot vrouw openen wij onze cirkel,
Elk van ons, krachtig en sterk, gaan we straks terug onze eigen weg,
Maar door onze innerlijke kracht zijn we blijven verbonden,
Moge de Godin, tot we elkaar weerzien, je zachtjes vasthouden in het holle van haar hand en je in liefde omhullen,
Blessed be.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De heksenrunen

De numerologie van je heksennaam