Het verhaal van Belenos

Lang geleden toen de seizoenen nog geen vaste volgorde hadden en het weer niet afhankelijk was aan de jaargetijden werd er het hele jaar door, naar wanneer het uit kwam voortgeplant door alle flora en fauna. Dit werkte niet goed want wanneer een bloem werd bestuift en zaden ging produceren en het ging plotseling vriezen, dan stierven de bloemen af.

In deze tijd leefde ook Belenos, een stoere jonge man die zich graag bezig hield met jagen en alle dingen die mannen graag deden in die tijd. Maar ook hield Belenos ervan om de zieken te verzorgen en hij was dan ook in de leer bij een geneesheer. Belenos en zijn leermeester reisde rond en deed wat zij konden als zij zieken tegen kwamen. Ondertussen zorgde Belenos voor voedsel, doormiddel van jagen en
verzamelen.

Op een dag was Belenos op pad, op zoek naar een avondmaal. Hij liep door de bossen en zocht zijn pad af naar iets eetbaars. Hij hoorde geritsel en ging kijken wat het kon zijn. Toen hij de bocht om kwam zag hij een mannetjes hert, een bok. Hij was groot en majestueus. Belenos kon zijn ogen niet geloven. Nog nooit had hij zo’n mooi dier gezien, zo groot en gespierd. De barre kou die al lange tijd heerste over het land leek dit dier niet te hebben geraakt.

Maar Belenos zijn bewondering werd onderdrukt door het pijnlijke gerommel in zijn maag. Hij had al in dagen geen goed maal meer gehad. Het enige wat nog te vinden was, was wat klein kruid en magere hazen.
Dus zette Belenos de achtervolging in. Met zijn speer in de hand rende hij het hert achterna. Het hert was snel en behendig en wist zijn weg in het bos. Maar de jonge Belenos kon het hert nog net aan volgen. Na een paar uur was Belenos het hert toch kwijt geraakt. Belenos, moe en uitgeput liet zich tegen een boom vallen. Hij had honger en hij had het koud. Het zou snel weer warmer moeten worden dacht Belenos.

Belenos wilde zich omdraaien om terug te gaan naar het kamp toen hij erachter kwam dat hij verdwaald was. Hij was zo ver het bos in gegaan, achter het hert aan dat hij niet had opgelet waar ze heen gingen. Hij had geen idee welke kant hij op moest om terug te komen. ‘Waar moet ik nu heen!’ riep Belenos uit frustratie. ‘Probeer die kant eens’ hoorde Hij opeens. Hij schrok zich kapot en draaide zich met een ruk om.
De boom waar Belenos tegenaan had gezeten, had een gezicht gevormd in de bast. Het keek hem recht aan. Belenos keek verwart naar de boom ‘Was u dat?’ vroeg hij aan de boom. ‘Jazeker, en als ik jou was zou ik die kant opgaan’ De takken van de boom wezen allemaal in zuidelijke richting. Ondanks dat Belenos wist dat dat niet de kant was waar hij vandaag gekomen was, ging hij toch verder in zuidelijke richting. ‘Bedankt’ mompelde hij. En de boom antwoordde ‘niks te danken, zorg er liever voor dat het weer warmer word zodat mijn bloesems kunnen ontluiken en daar bijen op af komen’.

Belenos vond het een vreemde opmerking, hoe kon hij daar nu voor zorgen. Maar hij zette voort en liep door. Op een gegeven moment struikelde hij over een grote boomwortel die hij niet had gezien. Hij hoorde stemmen aan de kant van de boom een keek om. Niets, er was niemand te bekennen. Maar weer hoorde hij de stemmen, hoge stemmetjes die onder de boom vandaan leken te komen. Belenos keek goed. En zag een holletje onder de boom. Daar hoorde hij de stemmen uit komen van een vrouw die boos aan het schreeuwen was dat ze weer kinderen wilde. En een man die verslagen zei dat het te koud was om de liefdesdaad te doen, die dat vereiste. Hij hoorde gerommel en Belenos schrok toen er plotseling een knaagdier uit het hol kwam geklauterd en boos weg rende. Sinds wanneer kon hij knaagdieren verstaan?

Belenos ging weer verder op pad en was blij een meertje te zien. Hij stopte om wat water te kunnen drinken. Gebogen over het water voelde hij opeens dat er naar hem gekeken werd. Hij keek om en zag daar een grote zwaan. De zwaan keek hem recht aan en keek boos, maar ook verslagen. ‘Kan ik u helpen? vroeg Belenos onzeker. ‘Dat hoop ik, zegt de zwaan met een broze kraak stem. ‘Mijn vrouw is al 5 eieren verloren. Het is te koud om ze uit te broeden.’ ‘Maar daar kan ik toch niks aan doen’ zei Belenos tegen de zwaan. ‘Als je het kon, zou je het dan doen?” vroeg de zwaan. ‘Maar natuurlijk!’ zei Belenos. En de zwaan draaide zich om en vertrok tussen het riet. Belenos vroeg zich af waar hij was beland, hij vond dit maar een vreemd bos.

Even later kwam Belenos op een openplek terecht. Het was er net zo dor, koud en vochtig als overal maar toch voelde het hier anders. Belenos werd blij van deze plek en voelde een warmte van binnen opkomen bij het zien van deze plek. Toen Belenos de open plek op liep zag hij dat aan de andere kant het hert stond dat hij had gevolgd. Het keek hem aan, maar nu niet meer bang. Het keek alsof het Belenos verwacht had.
Belenos greep zijn speer wat steviger vast, hij dacht misschien toch nog eten te kunnen meenemen vandaag. Vreemd vond hij het wel dat het hert niet weg rende. Maar toch maakte hij zich klaar om het hert te raken met zijn speer. Net op het moment dat hij zijn speer wilde gooien kwam er een mooie vrouw achter het hert vandaag. Ze aaide het hert en keek hem aan. Ze had prachtige blonde haren die reikte tot haar dijen en een bloemenkrans op haar hoofd. Ze droeg een prachtige helderrode jurk en haar helder blauwe ogen glinsterden in het zonlicht en Belenos voelde zich betoverd. Nog nooit had hij zo’n mooie vrouw gezien. Hij had zich nooit zo bezig gehouden met vrouwen. Maar nu kon hij zijn ogen niet van haar afhouden.

Belenos verklaarde meteen zijn liefde en vroeg haar met hem mee te gaan. Hij zou haar de gelukkigste vrouw ter wereld maken. Ze vertelde Belenos dat, dat niet ging. Ze kon niet weg want ze moest voor het bos zorgen. Belenos zei dan wel bij haar te willen blijven. Maar dit vond ze ook niet goed. Belenos wilde het hert dood schieten dat al haar hele leven haar metgezel was. Ze zei dat Belenos niet goed genoeg was om hier te mogen blijven. Te hebberig en niet hulpvaardig genoeg. Hij werd wanhopig en vroeg haar wat hij moest doen om haar liefde te kunnen winnen. Ze zei hem dat de enige manier om te kunnen blijven, was om zijn hulpvaardigheid, goedheid en liefde te tonen en daarmee niet alleen zichzelf maar ook alle anderen in het bos te helpen. Ze stuurde hem weg.

Belenos draaide zich om, om zijn taak uit te voeren en haar te laten zien dat hij haar echt lief had. Hij voelde een vastberadenheid in zich die hij nog nooit had gevoeld. Een vurig verlangen, een warmte die alle honger en kou uit hem verjoeg. Maar hij voelde ook onzekerheid, hoe ging hij zijn taak volbrengen? Hij kwam terug bij het meertje. En zag daar de zwaan weer, hoopvol kijkend. Even later kwam hij weer bij de boom met het hol en zag daar het mannetjesknaagdier treurig voor zich uitkijken. En uiteindelijk kwam hij terug bij de boom die hem de weg had gewezen naar de open plek. Hij bedankte de boom voor zijn raad en vertelde hem wat er was gebeurt. De boom vertelde hem, dat hij Belisama had ontmoet. Zij was de beschermvrouwe van het licht, de warmte en vruchtbaarheid van het bos. Zij was vorig jaar bestolen van haar warmte en licht doordat iemand het hert had neergeschoten. “Maar het hert leefde nog," zei Belenos tegen de boom. ‘Maar natuurlijk,’ zei de boom. ‘Elk jaar offert het hert zich op voor Belisama, maar omdat het vorig jaar was neergeschoten kon het zich nu niet meer offeren. En daarom leiden we nu kou. De warmte moest ontluikt worden, maar niemand weet hoe dat nu moet.’

Belenos dacht na. Daar kwam het dus door, dat het zo koud was en dat het leven steeds somberder werd. Ze hadden warmte, licht en liefde nodig. Ze moesten eens voelen wat hij had gevoeld toen hij Belisama had gezien. Het voelde als duizend bloemen, zo mooi. Als een groot vuur van warmte en vol vreugde, zo voelde hij zich van binnen toen hij haar zag. Belenos wist toen wat hem te doen stond. Hij moest iedereen laten voelen wat hij nu voelde. Hij verzamelde een heleboel sprokkelhout en bracht het naar de open plek. Hij verzamelde alle dieren en liet ze bij elkaar komen op de open plek. Hij stak de grote stapel hout in brand en sprong erom heen, de anderen zijn enthousiasme tonend. Hij riep hen het zelfde te doen en iedereen danste met hem mee.

Langzaam merkte Belenos op dat iedereen zich weer gelukkig begon te voelen. De warmte van het vuur verwarmde hen en de vreugde deed de rest. Hij danste met iedereen en maakte iedereen aan het lachen. Hij ging naar Belisama die tot nu toe vanaf de rand van de open plek aan het toe kijken was. Hij zag ook bij haar de glimlach op het gezicht. Ook wendde hij zich tot het hert en vroeg hem of hij het mooi vond. Het hert keek hem aan en knikte goedkeurend. Toen keerde het hert zich om en sprong de bossen in met in zijn kielzog gevolg door een prachtig jong vrouwtjeshert. Hij keek veelbetekenend naar Belisama. En zij keek terug. Ook zij keek goedkeurend en dankte hem dat hij de vreugde, warmte en liefde weer had terug gebracht. Het zou nu niet lang meer duren, dat het leven in het bos zou gaan vermeerderen.

Belenos vroeg Belisama ten dans en samen danste ze om het vuur. Ook sprongen ze er overheen, om hun oude leven achter zich te laten en de warmte van het vuur hun toekomst vruchtbaar te maken. Belenos en Belisama en alle anderen waren dol gelukkig.

Later die avond bedacht Belenos dat de boom, waar hij dit alles aan te danken had niet zou kunnen mee genieten van dit feest. Dat vond hij niet leuk en trommelde iedereen op om met hem mee te komen. Bij de boom aangekomen vroeg hij Belisama om hem haar bloemen te geven, dit deed zij. Belenos gaf de bloemen aan de boom en stopte ze hoog boven in zijn takken.Alle dieren danste om de boom heen, nog volop in hun feestvreugde. De warmte verspreidde zich langzaam en de bloesems van de boom ontloken zich om naar dit spektakel te kijken en naar voorbeeld van de bloemen van Belisama kregen zij de prachtigste kleuren.

Later spraken Belenos en Belisama af dat ze dit elk jaar weer zouden doen, zodat het hert het niet meer alleen hoefde te doen en ze hielpen zo iedereen het jaar vreugde, warmte en liefde te geven. Sindsdien komt de tijd voor liefde en warmte elk jaar op de zelfde tijd en is er een vaste volgorde gekomen in de seizoenen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

De heksenrunen

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De numerologie van je heksennaam