Ach wie flüchtig, ach wie nichtig ist der Menschen Leben
Mijn buurvrouw Isabelle had me uitgenodigd om een aantal voorstellingen van de Zomer van Antwerpen mee te pikken. Blue Remembered Hills van De Roovers ging niet - dan zaten wij in het Peak District - maar Haven 010 van Walpurgis stond in de agenda.
We spoedden ons naar een hangar ergens aan de Slachthuislaan. Een verlaten loods in de buurt van de haven. Valavond. Een Maghrebijnse jongen zonder papieren wil de oversteek naar Engeland wagen. Een jonge Vlaamse vrachtwagenchauffeur kan wel wat hulp gebruiken en geeft hem een lift. Onderweg raken ze aan de praat. Over hun wereld, over hoe die is en hoe die zou kunnen zijn. "Een reisverhaal in bezwerende klanken", zoals de website van de Zomer van Antwerpen vermeldt.
Naarmate de voorstelling vordert wordt meer en meer duidelijk dat de Vlaamse trucker minder standvastig in het leven staat dan op het eerste zicht lijkt. Ook hij kent de onderwereld en beide jonge mannen lijken meer op elkaar dan we zouden verwachten.
Het stuk eindigt met de cantate Ach wie flüchtig, ach wie nichtig van Bach, gezongen door echte asielzoekers - mannen, vrouwen, kinderen - die samen met de twee acteurs het publiek recht in de ogen kijken, als een uitdaging om te beweren dat ze anders zijn dan wij. Kippenvel.
Ach wie flüchtig, ach wie nichtig
Ist der Menschen Leben!
Wie ein Nebel bald entstehet
Und auch wieder bald vergehet,
So ist unser Leben, sehet!
We spoedden ons naar een hangar ergens aan de Slachthuislaan. Een verlaten loods in de buurt van de haven. Valavond. Een Maghrebijnse jongen zonder papieren wil de oversteek naar Engeland wagen. Een jonge Vlaamse vrachtwagenchauffeur kan wel wat hulp gebruiken en geeft hem een lift. Onderweg raken ze aan de praat. Over hun wereld, over hoe die is en hoe die zou kunnen zijn. "Een reisverhaal in bezwerende klanken", zoals de website van de Zomer van Antwerpen vermeldt.
Naarmate de voorstelling vordert wordt meer en meer duidelijk dat de Vlaamse trucker minder standvastig in het leven staat dan op het eerste zicht lijkt. Ook hij kent de onderwereld en beide jonge mannen lijken meer op elkaar dan we zouden verwachten.
Het stuk eindigt met de cantate Ach wie flüchtig, ach wie nichtig van Bach, gezongen door echte asielzoekers - mannen, vrouwen, kinderen - die samen met de twee acteurs het publiek recht in de ogen kijken, als een uitdaging om te beweren dat ze anders zijn dan wij. Kippenvel.
Ach wie flüchtig, ach wie nichtig
Ist der Menschen Leben!
Wie ein Nebel bald entstehet
Und auch wieder bald vergehet,
So ist unser Leben, sehet!
Reacties