Krachtdieren: olijke otter
Op de tafel lagen een heleboel kaarten met allemaal verschillende dieren erop. Puur op instinct haalde ik er de kaart van Otter uit. Met hem zou ik vanavond contact maken en zien wat hij me te vertellen of te leren had.
Ik sta aan een rivier. Het water stroomt langsheen een aantal rotsblokken die in het midden van de rivier liggen. Ik zie hoe achter de rotsblokken een aantal otters heen en weer aan het zwemmen is. Ze duiken over elkaar hen het water in en komen telkens weer met hun kopje boven om dan weer enthousiast achter elkaar aan te gaan.
Op een rotsblok in het midden van de rivier zit een otter. Het is alsof hij mijn aanwezigheid voelt, want hij draait zijn kop om en kijkt naar mij. Hij lijkt wel van rubber, zo soepel en gracieus beweegt hij zijn kop naar me toe. Hij voelt aan als een dier dat een goede balans kan maken tussen ernst en plezier. Het spelen is nu eventjes gedaan, het is tijd om verantwoordelijkheid te nemen. Hij houdt de kleine otters nauwlettend in de gaten, maar zijn pels is nat: hij lag waarschijnlijk zonet nog tussen het kleine grut in het water.
Als hij mij ziet, duikt hij meteen het water in en zwemt naar me toe. Hij is geïnteresseerd. Hij wipt soepel voor me op de rivieroever en duwt zijn natte neus tegen mijn handen. Ik denk dat het zijn manier is om mijn aanwezigheid te erkennen en hallo te zeggen. We zijn vrienden.
De kleintjes spelen nog altijd in het water. Hij is ze niet vergeten, draait zich weer om en loopt naar de rand van het water. Daar gaat hij heen en weer rennen langs de oever terwijl hij de kleintjes in het oog houdt. Ik bewonder zijn slanke lijf. Hij is niet alleen supersnel in het water maar ook op het land: die flexibiliteit en aanpasbaarheid aan elke veranderende situatie is iets dat we allemaal wel kunnen gebruiken.
Na een tijdje is hij blijkbaar gerustgesteld en komt weer naar me toe rennen. Hij ploft zonder veel omhaal op zijn rug en steekt zijn poten in de lucht. Ik lach want hij doet me aan één van onze katten denken. Ik moet hem over zijn witte buik aaien. Zijn buik is nat en glad. Hij voelt een beetje als een natte hond, maar dan met een visgeurtje in plaats van die typische geur van natte hond 😊. Hij rekt genietend zijn nek helemaal uit.
Dan wipt hij terug recht en rent opnieuw naar de waterkant, waar hij zachtjes begint te keffen naar de kleintjes die nog altijd door het water dartelen. Hij klinkt als een hese hond. Ik wist niet dat otters zo klonken …
Hij draait zich weer naar mij en duwt met zijn snuit een beige steen naar me toe. Ik denk dat het een stukje zandsteen is. Dat is zijn geschenk voor mij. Als ik mijn handen open, ligt er een minivisje in mijn handpalmen te wriemelen. Ik wil hem echter geen vis geven, want dat is een ander dier. Als ik mijn handen sluit en weer open, ligt er een blad in de plaats. Hij neemt het blad voorzichtig in zijn bek en geeft het aan de kleintjes die ondertussen achter hem aan de oever op geklommen zijn. Ze rennen er enthousiast mee weg, naar hun nest veronderstel ik. Hij duwt opnieuw tegen de steen. Die moet ik dus zeker meenemen.
Op een rotsblok in het midden van de rivier zit een otter. Het is alsof hij mijn aanwezigheid voelt, want hij draait zijn kop om en kijkt naar mij. Hij lijkt wel van rubber, zo soepel en gracieus beweegt hij zijn kop naar me toe. Hij voelt aan als een dier dat een goede balans kan maken tussen ernst en plezier. Het spelen is nu eventjes gedaan, het is tijd om verantwoordelijkheid te nemen. Hij houdt de kleine otters nauwlettend in de gaten, maar zijn pels is nat: hij lag waarschijnlijk zonet nog tussen het kleine grut in het water.
Als hij mij ziet, duikt hij meteen het water in en zwemt naar me toe. Hij is geïnteresseerd. Hij wipt soepel voor me op de rivieroever en duwt zijn natte neus tegen mijn handen. Ik denk dat het zijn manier is om mijn aanwezigheid te erkennen en hallo te zeggen. We zijn vrienden.
De kleintjes spelen nog altijd in het water. Hij is ze niet vergeten, draait zich weer om en loopt naar de rand van het water. Daar gaat hij heen en weer rennen langs de oever terwijl hij de kleintjes in het oog houdt. Ik bewonder zijn slanke lijf. Hij is niet alleen supersnel in het water maar ook op het land: die flexibiliteit en aanpasbaarheid aan elke veranderende situatie is iets dat we allemaal wel kunnen gebruiken.
Na een tijdje is hij blijkbaar gerustgesteld en komt weer naar me toe rennen. Hij ploft zonder veel omhaal op zijn rug en steekt zijn poten in de lucht. Ik lach want hij doet me aan één van onze katten denken. Ik moet hem over zijn witte buik aaien. Zijn buik is nat en glad. Hij voelt een beetje als een natte hond, maar dan met een visgeurtje in plaats van die typische geur van natte hond 😊. Hij rekt genietend zijn nek helemaal uit.
Dan wipt hij terug recht en rent opnieuw naar de waterkant, waar hij zachtjes begint te keffen naar de kleintjes die nog altijd door het water dartelen. Hij klinkt als een hese hond. Ik wist niet dat otters zo klonken …
Hij draait zich weer naar mij en duwt met zijn snuit een beige steen naar me toe. Ik denk dat het een stukje zandsteen is. Dat is zijn geschenk voor mij. Als ik mijn handen open, ligt er een minivisje in mijn handpalmen te wriemelen. Ik wil hem echter geen vis geven, want dat is een ander dier. Als ik mijn handen sluit en weer open, ligt er een blad in de plaats. Hij neemt het blad voorzichtig in zijn bek en geeft het aan de kleintjes die ondertussen achter hem aan de oever op geklommen zijn. Ze rennen er enthousiast mee weg, naar hun nest veronderstel ik. Hij duwt opnieuw tegen de steen. Die moet ik dus zeker meenemen.
Reacties