Het vuur van volharding (Rise with Standing Rock)

Voor één keer mogen de kinderen weer samen in één kamer slapen. Dries haalt zijn matje en deken en legt zich op de grond in de kamer van Kaat. We gaan “wandelen in ons hoofd”. Zo noemden ze dat zelf toen we een hele tijd geleden de meditaties voor kinderen van Kristien De Winter ontdekten en af en toe, in plaats van een verhaaltje voor het slapengaan, even een wandelingetje gingen doen in hun hoofd. Vanavond wandelen we naar een bijzondere plek, de plek met de staande steen waar ik hen al over heb verteld. Ze gaan naar die plek om er een gebedje te doen voor  moeder aarde en de indianen van Standing Rock die niet willen dat er een oliepijplijn onder de rivier gaat die kan gaan lekken en zo het drinkwater van een heleboel mensen kan verpesten.

Ik trek eerst een cirkeltje zodat ze verbonden zijn met al die andere mensen die vanavond voor Standing Rock als het ware intunen in de flow van het gebed dat wereldwijd wordt georganiseerd vanavond. Het is nog niet zo laat, dus ik verwacht niet dat er al veel mensen bij de staande steen opduiken, behalve hun eigen voorouders dan, en dat blijkt ook te kloppen.

Als de kinderen slapen (en de aflevering van Professor T. op tv gedaan is :-)) steek ik zelf ook kaarsen aan op het altaartje in de woonkamer en ga in gedachten naar het deurtje waarachter de trap naar de anderwereld ligt. Ik heb eerst wel wat moeite, want mijn liefste kijkt nog steeds naar de tv. Het geluid staat stilletjes maar ik kan elk woord van Joanna Lumley in Japan volgen en dat leidt af :-)



Om me beter te helpen focussen ga ik mijn koord, mijn atheme en de steen met de spiraal van de kast halen. Met het koord in de hand probeer ik het opnieuw en nu gaat het beter. Ik voel hoe het koord warm wordt onder mijn handen en mij energie stuurt van het kruispunt waarin het verankerd is.

Ik loop de trap af, naar beneden. Beneden is nog een deurtje en ik verwacht een herfstlandschap te zien, een bos met bladeren op de grond in vele mooie rode tinten, waar ik doorheen moet baggeren op weg naar de open plek met de staande steen, maar ik sta meteen aan een groot vuur. Rond het vuur staan mensen, véél mensen, die elkaars hand vasthouden in een grote cirkel.  Ik kan geen details zien, enkel hoe ze zwart afsteken tegen het felle gele licht van het gigantische vuur dat raast en naar omhoog flakkert, enorm hoog, met gensters die hoog de lucht in vliegen tegen het zwart van de nacht.

De mensen in de cirkel bewegen niet, ze staan daar gewoon en houden elkaars handen vast. Ze lijken wel van die poppetjes die uit papier werden uitgeknipt. Er klinken geen drums, geen gezang, alleen het luide razen en knetteren van het vuur. Er hangt een rare sfeer, frenzy, er hangt heel veel energie in de lucht, je kan de spanning en het gevoel van verwachting bijna tastbaar voelen. Voor mij staat een persoon met zo’n ouderwetse jas van mouton retourné. Ik kan de witte wolkrulletjes aan de binnenkant van zijn kap zien, afstekend tegen het beide daim van de jas. Ik denk dat het een man is. Hij heeft blond halflang haar dat over het beigee daim krult.

Dan staat er een enorme vrouw op de plek waar zojuist nog de staande steen stond. Ze is helemaal van goud maar het is geen beeld. Ze is meters hoog en ze kijkt glimlachend op ons neer.  Op haar hoofd staat een gouden kroon, en soort van tiara.  Ze is heel mooi en heel glad en ze glimlacht naar ons. “Welwillend” is het gevoel dat ik krijg als ik haar zie. Ze heeft vriendelijke ogen. Als ik beter kijk, zie ik dat het goud eigenlijk geen goud is maar vuur. Het is een vrouw van vuur! Het is alsof ze vertraagd beweegt als ze zich naar ons neerbuigt om ons aan te kijken. Ik moet denken aan het Vrijheidsbeeld in New York :-). Als ze haar gezicht naar me toe brengt en me aankijkt, zie ik dat de kroon eigenlijk helemaal geen kroon is maar zeven gouden figuren, allemaal vrouwen die lijken op de reuzenvrouw maar toch net niet. Het zijn allemaal godinnen, emanaties van haar, schiet door mijn hoofd. Brigandhu? Ik besef dat we allemaal samen deze vrouw hebben opgeroepen ...

De sfeer verandert. Het vuur raast niet meer zo hard maar lijkt meer een groot kampvuur. In het midden van het vuur staat de grote staande steen. Hij is helemaal zwartgeblakerd, maar je kan rode aderen zien die zijn zwarte oppervlak doorkruisen. Diep vanbinnen gloeit het razende vuur nog steeds rood op. Hij lijkt wel een uit de kluiten gewassen gloeiend houtskooltje! De spiraal boven aan de steen licht gloeiend knalrood op. Dààr komt dat rood dus vandaan.

De mensen staan nu niet meer in een cirkel. Ze hangen in groepjes rond. Ik hoor zingen. De sfeer is gemoedelijk en zacht. Ik zie ergens een handdoek of iets dergelijks gedrapeerd over iets hangen, met daarop een halve zon, als een kindertekening maar dan geborduurd op de stof. De zon! Is dat de kracht die we hebben opgeroepen?

Ik blijf nog even in de cirkel rond de steen en vraag aan de gouden vrouw – die ik nergens meer kan zien, maar ik voel haar aanwezigheid – om de kracht van het vuur te schenken aan de waterbeschermers van Standing Rock, vuur voor warmte nu het zo pokkekoud is om buiten te kamperen, maar ook vuur in hun hart om niet op te geven en door te gaan zolang het moet.

Dan keer ik terug. De weg door het bos vind ik niet, ik sta in een droog en dor woestijnlandschap vol stenen, geelbruin en heel warm, doorsneden met stoffige weggetjes. Een eindje verder zie ik in het landschap een deur staan, zomaar los, en ik weet dat dat de deur is waar de trap achter ligt. Ik loop naar de deur toe. In mijn ooghoeken beweegt iets: het is een grote zwarte hond. Het lijkt wel alsof hij rookt, van zijn pikzwarte glanzende vel kringelt rook omhoog en zijn tanden blikkeren in het zonlicht. Hij gromt, een diep akelig geluid dat me even van angst doet verstijven. Ik denk op dat moment heel even dat dit één van de honden van de onderwereld is, maar ik heb Cerberus als een paar keer gezien en die heeft gloeiende rode ogen.  Ik spurt zo hard als ik kan naar de deur toe en hij springt met reuzesprongen naar me toe. Ga ik het halen?

Net voordat ik de deur opengooi en weer achter me dichtklap, zie ik een gigantische bruine harige vlek die de hond vol in zijn zijkant ramt. Ik hoor gejank en dan niks meer als de deur dicht is. Ik wacht niet maar spurt verder de trap op. Had ik dat nu goed gezien? Was dat een bizon die de hond met zijn horens wegsmeet?

Vlak nadat ik het ritueel afsloot, kreeg ik het bericht dat President Obama uiteindelijk geen toestemming gaf aan de bouw van dat laatste stuk pijplijn. De indian americans hadden voorlopig gewonnen. Was dat wat ik had gezien? De bizon (indianen) die de oliepijplijn (de zwarte hond) een klap hadden toegedeeld?





Reacties

Populaire posts van deze blog

De heksenrunen

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De numerologie van je heksennaam