De Koningin is dood, leve de koningin
Ik loop zoals gewoonlijk naar het deurtje vanachter in de tuin, langs de wenteltrap naar beneden, almaar dieper en dieper, tot ik in mijn landschap terechtkom. Ik loop over het pad langs de graanvelden, duik links het zomervalleitje met het kabbelende beekje in tot ik aan de grote majestueuze boom kom. Die boom is voor mij de toegang. Waar naartoe maakt eigenlijk niet uit, het kunnen verschillende plaatsen zijn, maar deze boom is de deur, hij voelt aan als een soort van welwillende bewaker. Deze keer ga ik naar beneden, naar de tuin die mij zo fascineert en waar de zilveren appelboom staat. Fjierra heeft ons opgedragen om naar onze speciale plek te gaan, maar verder door te lopen tot we aan een muur komen. In die muur zou een gat moeten zitten, de ingang naar een donkere grot waar we in de verte de lichtjes van Hecate zouden moeten zien branden. Als we daar naartoe gaan, moeten we een watertje doorwaden tot we een persoon zien die onze vragen kan beantwoorden. Welk aspect van jezelf is...