De kroningssteen van Scone

Volgende week wordt Prince Charles met veel pomp & circumstance – iets waar de Britten meesters in zijn – gekroond tot King Charles III. Eén van de dingen die zeker deel zullen uitmaken van de kroning is de steen van Scone, een blok steen van 152 kilo dat in de kroningstroon wordt gestoken. De steen in kwestie is geen fraai bewerkte megaliet, maar een simpel blok rode zandsteen van ongeveer 65cm lang, 40cm breed en 27cm diep, met beitelsporen op de platte bovenkant. 

De steen heeft zijn naam gekregen van Scone Abbey, in de buurt van het Schotse Perth, dat ondertussen een ruïne is. Daar stal de Engelse koning Edward I de steen toen Engeland Schotland binnenviel in 1296. Dat was meteen al een opgestoken middelvinger naar de Schotten want de steen van Scone werd al eeuwenlang gebruikt bij de kroning van de Schotse vorsten en is dan ook een oud symbool van de Schotse monarchie.

Naar verluidt zou er aan de steen ooit een metalen plaatje gezeten hebben met een profetie die door de Schotse schrijver Walter Scott, die veel belangstelling had voor oude Schotse verhalen en legenden, werd vertaald als volgt:

Unless the fates be faulty grown

And prophet’s voice be vain

Where’er is found this sacred stone

The Scottish race shall reign.


Noem het bijgeloof maar de legende zegt dat enkel de echte koning op de steen kan zitten. Dat doet meteen een belletje rinkelen. Was het in de oude Arthur-legendes niet enkel de enige ware koning die het zwaard uit de steen kon trekken? Je kan bij het kasteel van Scone overigens niet alleen een replica zien van de steen van Scone maar ook het zwaard in de steen uit de Arthur-verhalen uit de Welshe Mabinogion. 

Replica van de Stone of Scone bij Scone Palace


De steen is dan ook gekend onder andere namen: de “Stone of Destiny”, “Lia Fail” (Gaelic voor "de sprekende steen", of de steen die de gekozen koning zou uitroepen), de “Tanist Stone” (tanist is het Gaelic systeem van overerven van titels) of “Jacob’s Pillow”. Volgens een legende was de steen van Scone ooit het kussen waarop de aartsvader Jacob – je weet wel, de zoon van Isaac en Rebekah uit het Oude Testament en de voorvader van het volk van Israel - rustte toen hij op de vlucht was voor zijn broer Esau. Terwijl hij op de steen sliep, droomde hij van een ladder tot in de hemel met engelen die naar beneden kwamen en naar boven gingen. Jacobs ladder inderdaad. Vanuit het Heilige Land reisde de mythische steen naar verluidt via Egypte, Sicilië en Spanje naar Ierland, waar hij rond 700 voor Christus op de heuvel van Tara werd gezet, op de plek waar de oude High Kings van Ierland werden gekroond. Nu staat daar op die plek een megaliet die ook de “stone of destiny” wordt genoemd, dus heel waarschijnlijk is er ooit een mix up geweest van de verhalen rond beide stenen. Van die steen wordt gezegd dat hij drie maal zou brullen voor de ware koning. Wat ik me daarbij moet voorstellen weet ik niet. :-)

De steen werd oorspronkelijk gebruikt als onderdeel van de kroningsceremonies van de koningen van Dalriada, in het westen van Schotland, een gebied net ten noorden van Glasgow dat nu Argyll heet. Binnenvallende Schotten onder leiding van Fergus Mór mac Eirc, de koning van Dalriada en stamvader van de Schotse koningen, zouden de steen meegenomen hebben uit Tara en zijn nazaat Kenneth MacAlpin zou hem rond 840 na Christus naar Scone gebracht hebben. Kenneth MacAlpin, ook gekend als Kenneth I, de 36e koning van Dalriada, verenigde de Schotse en Pictische koninkrijken en werd zo de eerste koning van Alba, het latere Schotland. Hij verhuisde zijn hoofdstad rond 840 na Christus naar Scone en nam de steen uiteraard ook mee. Alle toekomstige Schotse koningen zouden vanaf dan gekroond worden op de Stone of Destiny bovenop Moot Hill in Scone. De laatste Schotse koning die die eer te beurt viel was John de Balliol die in 1292 tot koning van Schotland werd gekroond.

De Engelse koning nam de steen dus samen met de andere Schotse regalia mee naar Engeland en liet hem in 1307 inbouwen in een troon in Westminster Abbey. Hij werd voor het eerst gebruikt bij de kroning van Edward II en daarna bij de kroning van elke volgende koning en koningin van Engeland. Edward I wilde daarmee meteen zijn soevereiniteit over Schotland claimen. De Coronation Chair moest het symbool worden dat de koningen van Engeland ook als koningen van Schotland gekroond zouden worden.

De Kroningsstoel in Westminster Abbey waarin je duidelijk zichtbaar de steen van Scone ziet zitten (1875) - Foto: Wikipedia

Je kan je dus wel indenken dat dit nog steeds gevoelig ligt bij de nogal nationalistisch ingestelde Schotten, die zich nooit geheel van harte hebben laten inlijven bij het Verenigd Koninkrijk. De plooien werden nooit helemaal gladgestreken, al gaf de Britse regering de steen in 1996 terug aan Schotland, waar hij nu (voorlopig) wordt bewaard in Edinburgh Castle, samen met de Schotse kroonjuwelen. De overeenkomst luidt wel dat de steen terug naar Engeland gaat telkens als er een nieuwe Britse vorst moet worden gekroond. De kroning van Charles zal dus de eerste keer zijn dat de steen weer even Schotland verlaat. De laatste keer dat er nog een Britse vorst op de steen ging zitten was 70 jaar geleden, toen in 1953 koningin Elizabeth II werd gekroond.


Er is overigens een verhaal over de monniken van de abdij van Scone die in allerijl de Stone of Destiny verstopten toen ze Edward I en zijn mannen zagen aankomen. Het verhaal zegt dat ze de steen verwisselden met een gelijkaardige steen en dat de koning dus nietsvermoedend dat fake exemplaar triomfantelijk meenam naar Londen terwijl de Schotten in hun vuistje lachten. Het zou wel eens waar kunnen zijn. Ondertussen is immers wetenschappelijk aangetoond dat de steen die Edward I meenam uit Scone daar gewoon in de streek werd gedolven :-)


Bronnen:








Reacties

Populaire posts van deze blog

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De heksenrunen

De numerologie van je heksennaam