Give bees a chance

“Give bees a chance” staat er op zijn t-shirt. De man van Hamamelis heeft niet alleen groene vingers en een prachtige tuin vol interessante ouderwetse bloemen, hij is ook een fervent bijenliefhebber. Dat is de reden waarom ik hem heb gevraagd voor één van de evenementen waar ik dit weekend voor werk: de opendeurdag van de Europese instellingen. En dus zeult hij lang voor deuren van het Berlaymont-gebouw open gaan een kistje met een deel van één van zijn bijenvolkeren naar de stand van de DG Environment.

De mensen in de straat vinden “Europa” dikwijls een wereldvreemde bende bureaucraten die zomaar vanalles boven ons hoofd beslissen, maar dat is onterecht. Europa zorgt ook voor de bescherming van natuurgebieden die het verzamelt in een overkoepelend Natura 2000 netwerk (niet dat wij ons daar iets van aantrekken, denk maar aan het Essers debacle, waar de Vlaamse overheid plots besliste dat die beschermde natuur mocht wijken voor 400 theoretische banen) en probeert de biodiversiteit een duw in de rug te geven door Europese regelgeving die bijvoorbeeld pesticiden verbiedt.



Om dat in de verf te zetten, werkt de DG Environment voor haar stand op de opendeurdag van de Europese instellingen al voor het tweede jaar op rij samen met het Natuurhistorisch Museum in Brussel, dat een educatief aanbod heeft rond bestuivers – solitaire bijen, hommels en zweefvliegen. Mensen houden van honingbijen maar hebben wel de neiging om alles dat meer dan twee poten heeft kapot te spuiten, maar zonder onze insectenvriendjes zou onze wereld er heel anders uitzien, en ons bord ook. Dingen die we heel gewoon vinden danken we aan onze bijenvriendjes. Wereldwijd hangt 80% van alle landbouwgewassen af van bijen voor hun bestuiving. Het inzicht groeit dus dat we er alles aan moeten doen om ervoor te zorgen dat de bijenpopulatie niet achteruit gaat, iets dat o.a. door het veelvuldig gebruik van pesticiden onderhand haast problematisch begint te worden. Maar bijen alleen zijn niet genoeg, je hebt blije bijen nodig, en dat betekent dat er ook nagedacht moet worden over voldoende voedsel voor deze nuttige diertjes. Er moet dus volop ingezet worden op meer biodiversiteit in onze grasbeemden en weilanden, zodat de bijen het hele jaar lang voldoende voedsel vinden.


Zelfs de boeren zijn tegenwoordig mee. Er zijn al boeren die langs hun akkers stroken inzaaien met bijenplanten. Iedereen die beschikt over een lapje grond, hoe klein ook, kan echter streven naar een bijvriendelijke variant. Door bijvoorbeeld de paardenbloemen te laten staan, één van de vroegste lenteplanten en met hun gele hoofdjes een lekkernij voor bijen op een moment dat er voor de rest haast niks aan bloemen te vinden is. En het is helemaal niet moeilijk om planten te kiezen die niet alleen prachtig staan in je tuin maar die meteen ook hoog scoren bij bijen en vlinders. Nepeta (kattenkruid), campanula, anemonen, akelei, vergeetmenietjes, veronica … allemaal heerlijk ouderwetse bloemen die nu trots met hun bloemenhoofdjes staan te wiegen in mijn eigen stukje groen in de stad.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De heksenrunen

De numerologie van je heksennaam