Daar is het licht! (Sint-Lucia)

In vroeger dagen, voordat de Juliaanse kalender in de zestiende eeuw werd vervangen door de Gregoriaanse waar we nu nog altijd mee werken, viel de langste nacht van het jaar rond 13 december.  Dat is de feestdag van Sint-Lucia. Na die langste nacht beginnen de dagen weer te lengen en wint het licht het van het donker.

In Scandinavië (en vooral in Zweden, waar het feest oorspronkelijk vandaan komt) is dit nog altijd één van de belangrijkste feesten van het jaar. Op de ochtend van de 13de december staan de kinderen van het gezin vroeg op. Eén van de meisjes wordt uitgekozen om Lucia te zijn. Zij draagt een kroon van wintergroen met zeven kaarsen en brengt samen met de andere kinderen koffie en traditionele saffraanbroodjes of “Lussekatter” – typische Sint-Luciabroodjes – naar de grote mensen die nog in bed liggen.

De kinderen zijn helemaal in het wit gekleed, met een rood lint als ceintuur en een groene kroon op het hoofd. Het zijn de schilderijen van Carl Larsson, die zijn dochters afbeeldde terwijl ze in hun simpele witte nachtkleedjes de Lucia-processie leidden, die de toon hebben gezet :-).

Sint-Lucia 1908 (Carl Larsson)

Vroeger mochten alleen de meisjes meedoen maar tegenwoordig zijn we geëmancipeerd, al dragen de jongens geen kroon maar een puntmuts met sterren (en ook al wordt er geopperd dat meisjes sterrenkinderen moeten kunnen zijn en jongens groene kronen moeten kunnen dragen, toch lijken de Zweden vast te houden aan dat ouderwetse genderbeeld). Alle kinderen dragen een kaars maar alleen Lucia heeft kaarsen op het hoofd.

De kinderen trekken in een processie doorheen het hele huis om overal licht te brengen in de duisternis. Daar hoort een typisch lied bij dat we allemaal al hebben gehoord, maar dan in een Italiaanse versie. Sint-Lucia was inderdaad een Italiaanse, of liever gezegd: een Romeinse, geboren volgens de overlevering (maar zeker weten we het niet) in Syracuse in Sicilië in 283 en een martelaarsdood gestorven in 304 tijdens de vervolging van de Christenen door Keizer Diocletianus.. Ze is nog altijd de beschermheilige van Syracuse.

De legende zegt dat Lucia een jonge vrouw was die was uitgehuwelijkt aan een Romeinse jongeman van goede komaf. Lucia zag dat huwelijk echter niet zitten; ze wilde zich wijden aan haar liefde voor God, in die tijd verboden en dus gevaarlijk. Ze schonk haar hele rijkdom aan de armen. Toen haar verloofde daarvan hoorde, gaf hij haar aan bij de authoriteiten. Ze werd veroordeeld tot de brandstapel maar het vuur deerde haar niet. Ze stierf uiteindelijk door het zwaard. In latere verhalen wordt verteld dat ze eerst werd gemarteld en dat haar ogen werden uitgestoken. Dat, samen met de ethymologie van haar naam, is de reden waarom ze de beschermheilige is van de blinden en slechtzienden. Het is ook de reden waarom ze in verband wordt gebracht met het Zienerschap, het zien van wat in de toekomst ligt. De Latijnse naam Lucia heeft immers dezelfde wortel – luc – als het Latijnse woord voor licht – Lux. Denk aan de uitdrukking “het licht zien” ...

Hoe Sint-Lucia haar opwachting maakte in Zweden is niet duidelijk, maar haar oversteek moet al meer dan duizend jaar geleden zijn gemaakt want zo lang al wordt haar feestdag daar gevierd. In de rest van Scandinavië is dat pas in de 20ste eeuw. Waarschijnlijk raakte de heilige Lucia met haar verwijzing naar het licht een snaar bij de “heidense” inwoners van het ruige noorden en zagen zij in haar de verpersoonlijking van een veel oudere godin. Je mag niet vergeten dat in de oude Noordse religie de zon gezien werd als vrouwelijk. Op Sint-Lucia vieren we de vervolmaking van de omwenteling van de aarde om de zon en de start van een nieuwe omwenteling. De link is dus gemakkelijk te leggen.

Er zitten nog wel meer heidense verwijzingen in het feest behalve de terugkeer van het licht en de kleuren die duidelijk hinten naar de godin: de traditionele Lussekatter – Lucia’s Katten – zouden wel eens kunnen slaan op Freya, al zijn er in de literatuur geen verwijzingen naar te vinden vòòr 1620. Toen werden ze gebakken in Holstein voor Sinterklaas, nog zo’n winterheilige met pagan roots ...




In de andere Scandinaafse landen werd de traditie van Sint-Lucia – zoals ze nu wordt opgevoerd – pas in de 20ste eeuw omarmd, maar er zijn veel verwijzingen naar een oudere Lucia-figuur die de huidige voorafgaat. Denk aan de Noorse Lussibrud – Lucia Bruid – een soort van hekserige figuur die de Lussiferd leidt, een horde goblins die deel uitmaken van de Wilde Jacht en die tijdens de langste nacht boerderijden overvallen om zich te laten gaan met brood en bier. En als er stoute kinderen op die boerderijen waren, dan kwam Lussi zelf door de schoorsteen naar beneden om ze een lesje te leren... Die verwijzing naar de Wilde Jacht is interessant omdat ze een link legt met Perchta en Holda. Van beide godinnen wordt gezegd dat ze de Wilde Jacht aanvoeren. Tussen 26 december en 6 januari – “de twaalf nachten”, zoals deze periode in de volksmond werd genoemd – kwamen ze aan het hoofd van een leger van voorouders naar onze wereld om ons te helpen om de kwaadaardige spirits van de winter te bestrijden en te verslaan.

In Litouwen komen de weerwolven naar buiten op de vooravond van Sint-Lucia. In Oostenrijk en Noorwegen was het de nacht van de heksen. Om die heksen en goblins en ander fraais te verjagen voordat ze aan de wintervoorraden zouden zitten, ging men het huis rond met een pan vol gloeiende kooltjes en sleedoorntakken.

In Oostenrijk werden grote pannenkoeken gebakken in de as van het haardvuur – een verwijzing naar de zon? – en een Luziastriezel, een typisch gistbrood, om monsters goed te stemmen. In Duitsland maakte het niet uit hoeveel brood je voor hen achterliet: de gevreesde Lutzelfrau – ook gekend als Fersenlutsel, Hiel Lucia (omdat ze dreigde je achillespezen door te snijden), Budelfrau en Pudelmutter, een oude vrouw die cadeautjes uit haar wijde rokken schudde – kwam zowiezo langs. Als je geluk had, zag je haar nooit zelf maar alleen de cadeautjes die ze door de voordeur naar binnen smeet (hoe kwam die deur toch zo plots open, niet waar? :-)), maar o wee als je iets op je kerfstok had, want dan kwam ze binnen; het lelijkste en vuilste oude wijf dat je ooit hebt gezien en waar je gillend van wil gaan lopen. Zijn de kinderen proper gewassen? Helpen ze mee in het huishouden? Luisteren ze naar hun ouders? Gaan ze op tijd slapen? Het is pas als ze overtuigd is dat alle kinderen goed meewerken dat ze besluit dat ze er geen wil meepakken. En dan schudt ze haar rokken en valt er een overdaad aan snoep, fruit, noten, aardappelen en rapen (met centen erin verstopt) uit haar volumineuze rokken.

In Neuhaus in Bohemen kwam Lucka langs, een figuur die ook wordt geassocieerd met Perchta, zeker in haar vorm van Schabelpercht (Bek Perchta).  Ze ziet er uit als een vrouw met een grote bek die opgewonden en luid open en dicht klapt terwijl ze het huis inspecteert en elk klein beetje overgebleven stof op doet waaien met haar Federwish, een stuk ganzenvleugel. Dat stof moest echt weg want Perchta wil niet dat iemand kan zien welke sporen ze achterlaat. Als het heeft gesneeuwd zijn haar Drudenfuss nochthans duidelijk te zien, de driehoekige ganzenpoten die het kenmerk zijn van de oude vogelgodin. Die ganzenpootafdrukken werden op de nacht van 13 december beschouwd als een soort van talisman, met de vijf punten verwijzend naar de vijf letters in Lucia, de Latijnse naam van de heilige.

Nog in Bohemen, in Rosenberg, kwamen de Lucu langs, drie jonge gasten helemaal in het wit, die stilzwijgend binnenkwamen met emmer en borstel en je huis kwamen schoonmaken. Ze stopten pas als de vrouw des huizes hen een geschenkje gaf. Waarom doen ze dat niet hier? :-) Het schoonmaken van de Lucu, de aversie voor stof van de Lucka en de interesse van de Lutzelfrau voor de hulp van de kinderen in het huishouden zijn dingen die naadloos passen bij Holda en Perchta, die de beschermsters zijn van huis en hof en die allebei met midwinter worden gevierd.

In Sicilië zelf wordt Sint-Lucia uiteraard ook gevierd, met grote vuren die ter harer ere worden aangestoken. Ze wordt wel eens vergeleken met Aurora, de Romeinse godin van de dageraad. Het is ook Sint-Lucia die door de schoorsteen naar beneden komt om cadeautjes aan de brave kindjes te brengen. Dat doet ze natuurlijk niet in haar mooie witte kleed maar in een oude vod die haar doet lijken op een traditionele heks :-) Als ze een kind tegenkwam dat haar zou kunnen zien op die tochtjes, gooide ze asse in zijn ogen. Wie kijkt er dan ook rechtstreeks in de zon? :-)

In de verschillende Lucia-figuren die in het noorden van Europa hun opwachting maken, zien we twee verschillende opvattingen. In Sicilië zorgt Lucia ervoor dat het donker van de winter wordt verjaagd met haar licht. Zij komt licht brengen. De Lussibrud en Lucka daarentegen brachten geen licht. Ze namen het duister van de nacht mee als ze het dorp weer verlieten bij het krieken van de dageraad. Zij verjoegen de nacht niet maar waren er verlekkerd op. In Bohemen wordt gezegd dat de Lucka “de nacht opdrinkt”. Ze wordt beschouwd als de bruid van de Dood en het duister van de winter haar bruidsschat. Ze mocht er dan niet zo mooi uitzien, de mensen zagen haar graag komen omdat ze het donker uit de wereld kwam halen. Daar kan geen Italiaanse heilige tegenop.


Bronnen:




Reacties

Populaire posts van deze blog

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De heksenrunen

De numerologie van je heksennaam