Coven Cuisine – Ouderwetse gistwafels

Bij mijn grootouders thuis kwamen geen pannenkoeken op tafel, maar wafels. Mijn oma bakte die maar één keer per jaar en dat was steevast in februari. Hele stapels hebben we zo naar binnen gewerkt, net zoals Nero dat doet met al zijn vrienden op de laatste plaat van elk Nero-album. Die overdaad aan wafels en vrienden was voor ons heel herkenbaar.


Wafels zijn dan ook een Vlaamse traditie die vele eeuwen teruggaat. Al in de Middeleeuwen bakten de vrouwen wafels om de overgang van het oude naar nieuwe jaar te vieren en ter gelegenheid van Vastenavond. Daarmee wordt de laatste (dinsdag)avond voor Aswoensdag aangegeven, dat de start van de vasten betekent. Vanaf dan moest er veertig dagen worden gevast tot Pasen. Van de avond voor die periode van zelf opgelegde zuinigheid en onthouding werd geprofiteerd om nog eens goed te eten en te lachen. Het werd een avond vol feest en plezier, het einde van de gekte van de carnavalsperiode. Daar komt trouwens de Engelse benaming van Vastenavond vandaan: Mardi Gras of Vette Dinsdag, de dag dat iedereen zich nog eens goed liet gaan en zich vol schranste voordat de periode van vasten begon.

Detail uit het schilderij  “Het gevecht tussen Carnaval en Vasten” (Pieter Bruegel de Oude, 1559)
Oorspronkelijk werden de pannenkoeken en wafels die de vrouwen bakten “obliën” genoemd. Dat komt van het Latijnse woord “oblatum” dat “offergift” betekent. Historici lezen daarin een veel oudere oorsprong van de traditie om koeken te bakken voor hoogdagen. De verbastering van de Romeinse naam verwijst immers naar een tijd waarin dergelijke offergaven aan de goden werden gegeven.

In Vlaanderen bleef die traditie om op hoogdagen wafels te bakken eeuwenlang bestaan. Ze werden met stapels ineens gebakken op de boerderijen, niet alleen voor de kinderen des huizes maar ook als gift voor het personeel. Ook zwervers en artiesten die op die dinsdag aan de boerderijen kwamen zingen kregen wafels voorgezet, zoals de kinderen tegenwoordig zingen voor driekoningen. En ook Mijnheer Pastoor werd uiteraard van wafels voorzien.

Nu worden er nog altijd pannenkoeken gebakken met Maria Lichtmis en wafels op Vastenavond of bij carnaval. De “vrouwengilde” of “Boerinnenbond” bakt er nog altijd lustig op los op menige wafelenbak in Vlaanderen. Gelukkig maar, want dergelijke tradities moeten worden gekoesterd ...



 Nodig voor 20 dubbele wafels of 4 personen:

500 g bloem
200 g bakmargarine zoals Solo
4 eieren (op kamertemperatuur)
1 koffielepel suiker
1 glas  + 300 ml lauwwarm water
4 pakjes vanillesuiker
½ l halfvolle melk
40 g verse gist (1 pakje)

Doe een koffielepeltje suiker in een glas lauwwarm water en los daarin de verse gist op. Laat even staan.

Doe de bloem en de vanillesuiker in een grote mengkom en meng goed door elkaar. Maak dan een kuiltje in het midden en giet daar het gistmengsel in. Laat opnieuw rusten.

Breek vier eieren boven een kommetje. Hou de eigelen apart. Klop het eiwit tot sneeuw.

Smelt de margarine samen met de melk. Opgelet, de melk mag niet koken. Laat even afkoelen en giet de melk en de boter dan samen met de eigelen en het water bij de bloem. Meng alles goed door elkaar met de mixer.

Schep dan met een houten lepel de opgeklopte eiwitten onder het beslag.

Leg een handdoek over de kom met deeg en laat het een uur rijzen op een warme plek.

Bak de wafels in een heet wafelijzer. Je kan ze laten afkoelen op een taartrooster, maar ook meteen opdienen met boter, bruine suiker, confituur of andere zoetigheid. Als je ze warm op elkaar legt in stapels, zoals mijn oma placht te doen, dan worden ze wat plat, maar ze blijven even lekker.

Smakelijk!




Reacties

Populaire posts van deze blog

Zuiverende eitjes: egg cleansing

De heksenrunen

De numerologie van je heksennaam